VoetbalJournaal Altena voorjaar 2022

26 Als trainer van de JO19 heeft Dennis Ippel bij Kozakken Boys de taak om spelers te helpen richting het eerste elftal. Een mooie en soms lastige opdracht, maar vooral eentje die het kind van de club heel veel voldoening geeft. “Als je dan ziet dat ze de volgende stap kunnen zetten, maakt je dat wel trots.” Zijn opa was 90 jaar geleden medeoprichter van de club en zijn vader tien seizoenen lang voorzitter. Dat het wit-groene stokje in 2018/2019 binnen de familie aan hem zou worden gegeven, kwam dan ook niet als een verrassing. “Het is prachtig om dit jubileum samen te vieren”, klinkt Hanno de Joode trots. ‘Ik haal plezier uit het beter maken van spelers’ Bij Woudrichem doen ze het al 90 jaar samen Dat laatste kan de 33-jarige Ippel als geen ander weten. Want ondanks zijn nog jonge leeftijd, heeft de oud- -voetballer al een hoop ervaring opgedaan. “Vanaf mijn zeventiende ben ik jeugdtrainer en op mijn 22ste ben ik gestopt met voetballen, vanwege problemen aan mijn knieën.” Maar dat gat werd al snel opgevuld, vertelt hij. “Ze vroegen of ik het zag zitten om een jeugdteam te trainen, dat begon met de C3 en daarna de E1. Ik haal plezier uit het beter maken van spelers.” Natuurlijk bij Kozakken Boys, lacht Ippel. “Ik was eerder lid, dan ingeschreven bij de gemeente. Sinds mijn vijfde voetbal ik hier. Dit is mijn tweede huis.” TELEURSTELLINGEN Als voetballer had hij zelf helaas iets minder geluk. “Op mijn twaalfde liep ik een dubbele beenbreuk ook, terwijl ik op stage mocht bij NAC. Daarna heb ik eigenlijk nooit meer dat niveau gehaald.” Dat is voor hem de drijfveer om zijn spelers steeds weer een beetje beter te maken. “Natuurlijk moeten ze vooral plezier hebben, maar je wilt ze ook wel wat meegeven.” Niet alleen op het veld. “Het is fantastisch om met die gasten om te gaan. Deze groep is nu zeventien of achttien jaar, dat is een mooie leeftijd. Dan ontdekken ze ook andere dingen naast het voetbal.” Maar de laatste stap richting de senioren, is een belangrijke, vertelt Ippel. “Je bent aan het opleiden voor het eerste, dus moeten ze ook om leren gaan met teleurstellingen. Hoe verder je komt, hoe meer je daarmee te maken krijgt.” En behalve promotie naar de derde divisie, is ook dat laatste aardig gelukt. “Elf spelers schuiven door naar de JO23 en drie jongens trainen mee bij het eerste, dat geeft veel voldoening en een trots gevoel. Uiteindelijk is dat mijn doel.” Al gaat dat natuurlijk niet vanzelf. “Op dinsdag trainen we vaak conditioneel, maar wel bijna alles met de bal, bijvoorbeeld in een pass/trap-vorm of positiespel. En donderdag is het vaak tactisch richting de wedstrijd.” Behalve dat, is Ippel groot voorstander van differentieel leren. “Dingen creëren die ze niet verwachten, zodat spelers moeten nadenken. In een wedstrijd heb je ook onverwachtse situaties, dan moet je snel kunnen schakelen.” TUSSENSTAP Maar het is meer dan alleen voetbal. “Ik vind het heel beWant samen, is toch wel echt het sleutelwoord voor de 52-jarige voorzitter. Hij kan het dan ook niet vaak genoeg benadrukken. “We zijn samen die vereniging, zonder leden ben je niks.” Dat gevoel leeft ook zeker binnen de club, vertelt De Joode. “Ondanks dat Woudrichem een stad is, heeft het een dorpsgevoel. Mensen met verschillende achtergronden komen hier allemaal samen en zijn dan gewoon ‘wit-groen’, dat maakt het wel bijzonder.” TROTS Al is dat niet het enige, geeft hij meteen eerlijk toe. “Woudrichem is qua mentaliteit toch altijd een beetje anders. Echt héél graag willen winnen. Dat is een bepaalde voetbaltrots.” Vooral binnen het veld. “In die negentig minuten moet je er alles aan doen om te winnen, daarna is het gewoon weer gezellig.” En gezellig, dat is het. “Onze spelers moeten ook heel benaderbaar zijn voor de rest van de vereniging, die zien we graag in de kantine. Je moet ook wel een beetje een gevoel hebben bij die mentaliteit en de verbondenheid.” Dat had hij zelf als voetballer ook, al duurde dat maar kort. “Ik heb maar een klein jaartje in het eerste gespeeld, daarna vooral in het tweede. Op het middenveld kwam ik het beste tot mijn recht, maar er was gewoon veel concurrentie. Voor mezelf heb ik er wel het maximale uitgehaald.” Precies wat hij ook probeert te doen als voorzitter, inmiddels bezig aan zijn vierde seizoen. “Je probeert iets achter te laten en door te geven. Financieel moesten we een goede basis neer zien te leggen, zodat we op konden gaan naar ‘die honderd’. Dat is gelukt.” Mede daardoor kan De Joode extra genieten van het 90-jarig jubileum. “We kunnen best mopperen, maar zijn wel trots op wat en wie we zijn. Een prachtig sportpark en een groeiend aantal leden.” AANDACHT VOOR ELKAAR Maar vanzelf komt dat natuurlijk niet. “Mensen staan op en nemen hun verantwoordelijkheid. Je hoeft maar een ‘appje’ te doen, of iedereen is er. Daardoor zijn we gekomen waar we nu zijn. Gewoon die mouwen opstropen.” Ook op het veld. “In de jaren ‘50 en ‘60 waren we als Woudrichem zijnde echt toonaangevend, met meerdere kampioenschappen in de eerste klasse. Toen nog het hoogste niveau. En natuurlijk de KNVB-bekerfinale, in 1964.” Iets recenter staat de wedstrijd tegen Kozakken Boys bij De Joode nog op het netvlies. “Voor 1500 man, dat was waanzinnig.” Maar ook op het gebied van damesvoetbal liep de club voorop. “Wij waren, een jaar of vijftig geleden, één van de eerste verenigingen in de regio die dat hadden.” Tot zover de geschiedenis, terug naar de toekomst. “We timmeren aan de weg om een gezondere vereniging te zijn en te blijven. Met de nieuwbouw hier, is dat ook voor ons weer een mogelijkheid om door te ontwikkelen.” Het 100-jarig jubileum wordt volgens De Joode dan ook een ‘makkie’. “Ik denk dat we echt wel samen zullen blijven werken met verenigingen uit ‘Woerkum’ en indien nodig met ander voetbalclubs, maar onze eigen identiteit gaat nooit verloren. Als we aandacht blijven houden voor de jeugd en elkaar, gaan we vrij makkelijk naar die honderd!” 0228381.indd 1 2-5-2019 13:57:11 0228381.indd 1 2-5-2019 13:57:11 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M langrijk om binding te hebben met de groep. Je kunt wel elf individuen hebben, maar je moet één goed team vormen. Deze jongens zijn zo hecht met elkaar.” Dat groepsgevoel zit dus wel goed. “We hebben jongens uit Werkendam, de regio, maar ook uit Roosendaal en Etten- -Leur. Die zijn er in het weekend, na de wedstrijd, ook gewoon bij, dat is mooi om te zien.” Zoals gezegd vielen ook de resultaten niet tegen. “Het is gewoon een goed voetballende ploeg. Voor de winterstop werden we kampioen in de vierde divisie en tot 16 april hadden we maar één competitiewedstrijd verloren.” Toch ziet Ippel dat die stap naar het eerste gigantisch is. “Eigenlijk is dat niet te doen. Het is een heel goede zet van de KNVB geweest om die JO23 op te zetten, daardoor heb je nu een mooie tussenstap.” Want zelf opleiden, is nog altijd het beste, vindt hij. “Als er ieder jaar twee of drie spelers aan kunnen sluiten bij het eerste, doe je het gewoon goed. Dat zou mooi zijn.” Voorlopig zijn ze bij de tweededivisionist dan ook nog niet van Ippel af. “Volgend seizoen blijf ik de JO19 doen en ergens in de komende jaren wil ik nog mijn UEFA B gaan halen. Maar dat moet dan ook uitkomen met mijn werk.” Als echte ‘Kozakken man’, ziet hij de volgende stap al voor zich. “Ooit wil ik ergens een eerste elftal trainen, of hier de JO23, dan heb ik ze allemaal gehad!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=