VoetbalJournaal Zwijndrecht, najaar 2024

22 Jurgen Polderman: ‘Die kinderen hun stinkende best zien doen’ Als coördinator van de JO10 en JO11, probeert Jurgen Polderman er bij IFC alles aan te doen om de jeugd het naar zijn of haar zin te maken. En in de afgelopen vier jaar, is dat de voormalig voetballer van het tweede aardig gelukt. “We zijn flink gegroeid in ledenaantal!” Een positieve constatering, helemaal in het geval van de 37-jarige Polderman. “Ik ben sinds 2021 coördinator. Vorig seizoen deed ik ook de JO8 en JO9 er nog bij, maar dat werd een beetje te veel.” Gevraagd door Marco van Roon, zag de clubman het al snel zitten. “Marco is Hoofd Jeugdopleiding, maar vooral een goede vriend van mij. Hij vroeg of ik wilde helpen.” En helpen, dat doet de coördinator nu dus bij de club uit Hendrik-Ido-Ambacht. “Het zit hem vooral in het begeleiden van trainers, ouders en alles wat bij het voetbalspelletje komt kijken.” Zo ook tools aanreiken om een goede training te kunnen geven, vertelt hij. “En natuurlijk talenten in de gaten houden!” BEPAALDE VISIE Polderman laat zijn gezicht dan ook veelvuldig zien, op de club. “Drie keer per jaar zitten we samen met de trainers, voor een evaluatie. Maar daarnaast probeer ik ook zoveel mogelijk trainingen te kijken.” Hoe gaan ze daar bij IFC vanuit de vereniging mee om? “Onze wens is wel om vanuit een bepaalde visie, oefeningen in te gaan vullen. Zodat eigenlijk alle teams op dezelfde manier trainen. Dat zit eraan te komen.” Want als het doordeweeks lekker loopt, zie je dat terug op zaterdag, weet Polderman uit ervaring. “Die kinderen op het veld hun stinkende best zien doen, blijft voor mij toch het mooiste wat er is.” En de inwoner van Hendrik-Ido-Ambacht, kan het inmiddels bijna dromen. “Ik ben nu 30 jaar lid van IFC. Tot tien seizoenen geleden, heb ik zelf ook altijd gevoetbald.” Tot zware blessures, abrupt roet in het eten gooiden. “Een kruisbandblessure en een gebroken kuitbeen...” Verder dan Zondag 2, kwam Polderman dan ook niet. “Daarvoor ontbrak het toch aan een stukje kwaliteit, haha!” Voetballen in een vriendenteam, was meer voor hem weggelegd. “Als voorstopper. Maar vooral de derde helft was ik goed in.” PLEZIER MAKEN Naast natuurlijk het nodige vrijwilligerswerk. Want ook dat, heeft Polderman de afgelopen jaren met enige regelmaat gedaan. “Ik ben in een ver verleden drie seizoenen lang jeugdtrainer geweest én scheidsrechter.” Dat laatste doet hij, na een hele periode van ‘niets’, nu nog steeds. “Vaak bij seniorenteams.” Het zegt veel over zijn band met de club. “Gewoon de saamhorigheid die er heerst en het familiegevoel. Samen moeten we dat zien te bewaken.” Met een hoop vrienden die er spelen, moet dat wat Polderman betreft wel lukken. “Ik zou nooit ergens anders rond kunnen lopen.” Gelukkig geldt dat voor steeds meer mensen, ziet hij. “We zijn flink gegroeid in ledenaantal. Van 150 voetballende jongens, naar 300.” Een positieve trend dus. “Mede door het aanbrengen van een duidelijke structuur.” Polderman is dan ook tevreden. “Volgens mij gaat het heel goed.” Toch kan het natuurlijk altijd beter. “Ik hoop dat we trainers nog meer kunnen gaan ondersteunen, door cursussen aan te bieden. Je hebt toch vaak te maken met welwillende ouders. Maar ook daar, wordt aan gewerkt.” Alles met het oog op de toekomst. “Ons uitgangspunt is plezier maken, voor ieder kind. Daarnaast wil je zoveel mogelijk spelers afleveren aan het eerste. Als je nu ziet hoeveel jongens daar lopen, met een opleiding bij IFC, is dat hartstikke mooi. Daar moeten we aan blijven werken!” Helemaal als het vlaggenschip blijft promoveren. “De jeugd moet wel aan kunnen haken.” Mede aan hem de taak, om daar de komende jaren voor te zorgen. “Dertien teams in vier leeftijdscategorieën was vorig seizoen een beetje te veel, dan raak je het overzicht kwijt en valt het plezier weg. Nu is het coördineren goed te doen, daardoor blijft het ook leuk!” Net geen kampioen, maar wel de beker. Robert Schellenbach kende met het tweede van VVGZ een meer dan prima seizoen. En dus legt de fanatieke en ambitieuze trainer, de lat nu nog een stukje hoger. “We willen echt voor het kampioenschap gaan!” ‘De club heeft mij alle kansen gegeven’ De start is als koploper van de hoofdklasse in ieder geval veelbelovend. “We mogen niet klagen. Als we zo door kunnen gaan, ben ik meer dan tevreden!” Al zijn de resultaten, volgens de pas 38-jarige Schellenbach ook wel te verklaren. “Het is een goede groep, dat helpt. En we zijn nu inmiddels anderhalf jaar bezig met een vrij vaste selectie, dan is het logisch dat je bepaalde vastigheden krijgt.” Een jong team, dat ook afgelopen seizoen al hoge ogen gooide. “Toen werden we nét geen eerste, dat was jammer. Toch was Oranje Wit in mijn ogen ook wel de terechte kampioen.” EIGEN BENEN Met een mix van jong én een klein beetje oud, is het voor Schellenbach voorlopig heerlijk werken, vertelt hij. “Het zijn allemaal jongens die graag willen. Plezier, maar ook gaan voor resultaat. Dat past goed bij mij!” En dus heeft de inwoner van Dordrecht allesbehalve spijt van zijn keuze, zo’n twee seizoenen geleden. “Ik ben een jaar lang assistent geweest bij het eerste van VVGZ en kreeg vervolgens de keuze om door te gaan of het tweede te gaan doen.” Met Dimitri Hooftman die het roer overnam bij het vlaggenschip, koos Schellenbach voor dat laatste. “Anders had je bij één twee jonge trainers samen...” Sowieso wilde hij graag op eigen benen staan. “Hiervoor ben ik een jaar assistent geweest bij het eerste van Dubbeldam en daarna werd ik hoofdtrainer van het tweede. Toen had ik eigenlijk voor mezelf al bedacht dat ik geen assistent-trainer meer wilde zijn. Met een eigen visie, is dat soms lastig aanpassen.” Fop Gouman deed hem destijds van gedachte veranderen. “Toen belde VVGZ. Of ik samen met Fop het eerste wilde gaan doen. Uiteindelijk heb ik veel van hem geleerd.” Maar toen hij uiteindelijk vertrok, wilde Schellenbach toch liever een team zelf doen. En met succes. “Vorig seizoen hebben we een ontzettend mooi jaar gehad. Al was het in het begin even wennen aan elkaar. Gelukkig klikte dat vrij snel.” Met een tweede plaats en de beker tot gevolg. “Vooral die beker was hartstikke leuk om mee te maken. Helemaal tijdens zo’n finaledag.” EERSTE ELFTAL Maar ook los van de resultaten, is Schellenbach meer dan tevreden met de ontwikkeling van zijn spelersgroep. “Ik houd van aanvallend voetbal, balbezit hebben en veel doelpunten maken. Daar werken we vooral aan.” Een flinke omslag, heeft hij gemerkt. “Bij VVGZ speelden ze altijd wat meer verdedigend. Op dat vlak hebben we flinke stappen gemaakt.” Hoe ze dat doen? “Door te trainen, trainen en nog eens trainen. Achterin beginnen en dan steeds verder naar voren.” Hoe lastig dat soms ook is bij een tweede elftal. “Je hebt qua spelers natuurlijk niet de vrije keuze, maar gelukkig is de communicatie met Dimitri én de O23 ontzettend goed.” Altijd genoeg spelers dus, om lekker te kunnen trainen. “Op dinsdag vaak conditioneel en donderdag tactisch. Opbouwvormen, positiespel en een verkleinde elf tegen elf.” Kijkend naar de details. Ook zelf barst de trainer, die bezig is met zijn VC2-cursus, namelijk van de ambitie. “Volgend seizoen word ik hoofdtrainer van het eerste van Meerkerk. Een vierdeklasser. Uiteindelijk wil ik kijken waar mijn plafond ligt.” Zolang hij er maar een goed gevoel bij heeft. Zoals Schellenbach dat als voetballer had bij Dubbeldam. “Mijn langste tijd heb ik daar in het eerste op de zaterdag gevoetbald. In 2014 ben ik gestopt.” Waarom zo vroeg? “Een gebrek aan ambitie en ik was ook niet meer fit genoeg.” En inmiddels begonnen als jeugdtrainer, had hij zijn nieuwe passie stiekem al gevonden. “Ik denk dat oud-teamgenoten het wel aan hadden zien komen, dat ik ooit trainer zou worden.” De komende maanden dus gewoon nog bij VVGZ. “De club heeft mij alle kansen gegeven, dus ik zit hier hartstikke op mijn plek!” SHOP NOW Foto: Shane Winsser

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=