VoetbalJournaal Vlaardingen Maassluis, voorjaar 2021

9 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Welkom bij de club! teamwearconcept.nl Het medische dossier van de jonge doelman van VDL is al aar- dig dik, bijna dikker dan de wed- strijden die hij voor de hoofd- macht van de Maassluisers speelde. “Ik heb mijn midden- hands- en middenvoetsbeen- tje gebroken en mijn pols ook. De tweede helft van dit seizoen raakte mijn schouder uit de kom. Ik heb nog wel eens wat.” Nu gaat alle aandacht uit naar zijn knie. Het gewricht dat niet mee wilde werken toen hij bij zijn werk vanaf een container moest springen. “Ik werk als logistiek medewerker en hef- truckchauffeur. Die container stond op anderhalve meter hoogte. Ik opende de deur en de spullen die er in stonden schoven mijn kant op. Om ze te ontwijken ben er vanaf ge- sprongen. Daarbij sloeg mijn knie dubbel.” Het resultaat was een flink beschadigde meniscus. “Via een operatie is hij inmiddels gehecht. Ik heb zes weken op krukken gelopen en zit op ze- ventig procent.” Helena (20) zegt het opgewekt. “Het is een beetje raar om te zeggen: als je dan toch geblesseerd moet zijn, beter nu. Ik bedoel: ik hoef geen wedstrijd te missen. Dat was pas echt pijnlijk geweest.” Als hij straks weer fit op het veld staat, zal hij zich niet inhouden. Blessures zijn Voor VDL heeft Martin Pleijsier altijd tijd Hij heeft een drukke baan als planner bij tankopslagbedrijf Vopak, maar voor VDL maakt Martin Pleijsier altijd tijd. Zelfs in coronatijd is de inwoner van Maasland (50) regelmatig op de club te vinden. Hij slaat geen training of onderlinge wedstrijd over. “Juist nu is het belangrijk om de band met de jongens warm te houden.” Pleijsier komt uit een echte voetbal- familie. Zijn vader was bestuurslid bij het Vlaardingse DVO’32 en zijn twee ouderen broers kunnen te- rugkijken op een mooie carrière in het regionale amateurvoetbal. “Bij ons thuis stond vroeger alles in het teken van voetbal”, zegt Pleijs- ier. “Mijn zus handbalde, maar die kwam er bekaaid vanaf. Die werd er soms helemaal gek van. Ik was zelf als voetballer geen hoogvlie- ger. Ik heb bij DVO’32 wel een aan- tal jaren in de selectie gezeten, maar dat was meer bij het tweede dan bij het eerste. Ikwas een nako- mertje en mijn vader was er altijd, ook bij mijn broers. En op zondag stond hij bij mijn zus bij het hand- ballen. Dat was best een prestatie om al je kinderen die aandacht te geven. Hij leeft niet meer, maar ben wel nog wel steeds enorm trots op hem.” VDL kwam in beeld toen Pleijsier met zijn partner in Maasland ging wonen. “Ik kende VDL van de ze- ven tegen zeven-toernooi waar- aan we met DVO altijd meededen. Dat was reuze gezellig. Ik dacht toen al: als we deze kant opgaan, ga ik voetballen bij VDL. Zo gezegd, zo gedaan.” Hij ging voetballen in een lager elf- tal, maar ontfermde zich al snel over een jeugdelftal. “Mijn neefje ging voetballen. Ik ben van zijn teamtrainer en leider geworden. Ik ben jaren met hem meegegroeid. Op een gegeven moment ben ik ook andere teams gaan doen. Ook wel eens de B3. Iedereen wil graag het hoogste elftal met de beste spelers trainen, maar het is ook belangrijk dat de lagere teams goed begeleid worden. Als je een- maal in de club zit, is de stap om te helpen bij andere activiteiten niet zo groot.” Zo is Pleijsier, die van skiën houdt en uitkijkt naar Formule 1-races, vanaf het begin betrokken bij het Robin van Persietoernooi van VDL. “Ik verzorg één van disciplines. Bij de profeditie de laatste keer was ik verantwoordelijk voor de logistiek en planning. Daarnaast verzorg ik op de dag zelf hand- en spandiensten.” Zijn lijst van vrij- willige werkzaamheden is lang. Hij heeft het niet nodig om ze alle- maal op te noemen. “Omdat ik ze vanzelfsprekend vind om te doen. Als echte clubman doe je dat.” Vorig jaar werd hij gevraagd om Hans Luttikhuis op te volgen als teammanager van het eer- ste elftal. Een ‘nee’ kwam niet in Pleijsier op. “Het was niet he- lemaal nieuw voor mij, want ik was al assistent-trainer van Bert de Vette bij het tweede elftal geweest. Ik wist dus al van het reilen en zeilen binnen de selec- tie. Hans is weliswaar naar de achtergrond verdwenen, maar hij doet nog regelmatig dinge- tjes. Ook Jan Bekker is er nog. Als teammanager regel ik alles wat te maken heeft buiten het voetbal om. Je staat tussen spe- lersgroep en staf in. Je biedt een luisterend oor voor spelers en je signaleert wat er speelt. We spe- len weliswaar geen competitie, maar probeer er elke training en onderlinge wedstrijd te zijn.” YvareHelena revalideertmomenteel vaneen knie-operatie endat proces doorstaat hijmet verve. “Het isniet deeerstekeer dat ikgeblesseerdben, hé”, zegt hij met een knipoog. “Ik ben het gewend. Ik doe de oefeningen trouw, want ik wil op tijd weer fit zijn voor het nieuwe seizoen. Als even het kan voor de start van de voorbereiding.” Yvare Helena kent geen angst in VDL-doel volgens Helena een risico van het vak. “Mijn taak als keeper is om doelpunten te voorkomen. Ik heb nooit angst gekend. Ik gooi altijd mijn hele hebben en houwen erin. Soms doe ik dat wat onbezonnen en ik moet ook leren om mezelf beter te beschermen. Dat is een kwestie van ervaring.” Mede door die onverschrok- kenheid heeft Helena een keepersstijl ontwikkeld die bij VDL zeer in de smaak valt. Toch heeft hij nog niet heel veel wedstrijden achter zijn naam staan. “Vorig seizoen ben ik er in januari ingekomen. Kamal Fakili had zijn arm gebroken. Het ging lekker, nee héél lekker toen corona kwam. Dit seizoen heb ik nauwelijks gekeept.” De Schoof 180 (078) 711 10 00 alburg 6 (078) 612 22 22 Hypotheker Maassluis Wagenstraat 31-33 | 3142 CR Maassluis | 010-5900083 Hypotheker Naaldwijk Molenstraat 37 | 2671 EW Naaldwijk | 0174-266367 0224166.pdf 1 28-1-2019 16:52:03 Hij weet dat zijn tijd nogwel komt. “Ik probeer met de keeperstrai- ner van VDL te werken om nog een betere keeper te worden. Ik heb een goede reflex en kan aar- dig meevoetballen. We hebben veel tijd besteed aan mijn trap- techniek de afgelopen twee sei- zoenen. Ik wil niet alleen ver kun- nen trappen, maar ook precies. Dat vergt enorm veel oefening.” Hij weet ook waar het af en toe aan schort. “Coaching in sommi- ge situaties kan beter. Dan ben ik te veel bezig met de man met de bal en te weinig wat er in onze verdediging gebeurt. Maar ook dat is een ervaringsdingetje.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=