VoetbalJournaal Vlaardingen Maassluis, voorjaar 2021
21 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Welkom bij de club! teamwearconcept.nl “Als jehet ophalvekracht doet, red jehet niet”, zegtRobertoGrandazzi als hij de spelers van het tweede elftal van MSV’71 een afwerkvorm op het doel laat doen. Het is de Vlaardinger ten voeten uit. Komend seizoen stelt hij zijn passie in dienst van zijn oude club DVO’32. De Kwekkertjes, de jongste tak aan de VFC-boom, viert dit jaar het tienjarig bestaan. Annemieke Bot is ‘poortwachter’ van het eerste uur. “We hebben er jaren voor moeten knokken.” Zijn achternaam verraadt Italiaans bloed. “Een acht- ste”, zegt Gran- dazzi (38). “Mijn overgrootvader behoorde tot de eerste generatie Italiaanse arbeidsmigranten. Hij is getrouwd met een Nederlandse vrouw. Mijn opa heeft dus voor de helft Italiaans bloed, mijn vader een kwart.” Grandazzi voelt zich echter een volbloed Nederlander. “Ik ben wel- geteld één keer in Italië geweest. Met vrienden voor de Europa Le- ague-wedstrijd tussen Atalanta Bergamo en Everton. Die mevrouw bij het ticketbureau van het stadi- on zag mijn achternaam en begon een heel verhaal in het Italiaans. Ik begreep er geen woord van, haha.” Toch moet er ergens iets Italiaans zitten in Grandazzi. Op voetbalge- bied heeft hij een voorliefde voor wedstrijden vol strijd. “Ik kijk liever naar Millwall tegen Sunderland dan een wedstrijd in de Champions Le- ague tussen Paris Saint Germain en Manchester City. Dat gepolijste voetbal, mooi hoor, maar ik kan echt genieten van die echte strijd, de persoonlijke duels, de passie.” Twee uur voordat het Oranjevoet- balfestival op het VFC-terrein op 5 mei plaatsvindt, is Bot samen met vele andere vrijwilligers druk bezig met het uitzetten van de oefeningen en opstellen van de spelletjes. VFC verwacht deze middag meer dan honderd kinderen. “We hebben flink ons best gedaan”, zegt Bot. “We hebben honderddertig aanmel- dingen. We hebben gigantisch reclame gemaakt. Facebook, twitter. Niet alleen onze jeugd- leden komen, maar ook van an- dere clubs en kinderen die niet gebonden zijn aan een club.” Bot stond ruim tien jaar geleden aan de basis van de Kwekker- tjes, het voetbal voor kinderen vanaf vier tot en met zes jaar. Al veel eerder opperden zij het idee. “CWO had het toen al. Mijn jongste zoon was thuis niet meer te houden en wilde graag op voetbal. Bij VFC was die mo- gelijkheid er niet. ‘Dan doen we hem nog een jaartje bij CWO op voetbal’, heb ik nog een keer thuis gezegd. Nou, dat ging er ste gespeeld. Wilco Wapenaar was de eerste trainer die mij in de basis heeft gezet. Bij mijn afscheidswedstrijd heb ik nog gescoord. Ben Hoogwerf was toen al trainer. Hij bracht mij na rust in het veld als aanvaller. Te- gen GGK, volgens mij moesten wij met grote cijfers winnen. Ik kwam alleen vrij voor de keeper. Bijna open doel. Dat was best nog wel moeilijk, haha.” Als één ding niet past bij Gran- dazzi is het wel het slaan op de eigen borst. “Ik ben wars van autoritair gedrag. Daar blijf ik als trainer ook van weg. Mijn boodschap is altijd: we doen het samen.” Bij MSV’71 was hij afgelopen twee seizoenen trainer van het tweede elftal. Die rol gaat hij vanaf komend seizoen bekleden bij zijn oude club. “Bij MSV heb ik prima naar mijn zin. Ik heb ook enorm veel geleerd van mijn col- legatrainer Steve James. Maar ja, als je oude club je roept, is het heel lastig om geen ja te zeggen. Al mijn vrienden zitten bij DVO en mijn zoontje gaat in de JO7 spelen.” Dat heeft waarschijnlijk ook te maken met het feit dat Grandaz- zi er zich als voetballer in her- kent. “Ik ben zelf inderdaad ook een speler geweest die het van strijd moest hebben. Ik was niet bepaald gezegend met vreselijk veel talent, maar als ik op het veld stond gaf ik mij voor de volle hon- derd procent. Ik knokte mij he- lemaal leeg. Ik verwacht het ook van mijn spelers dat ze dan doen. Slecht spelen, dat kan altijd, maar opgeven hoort daar niet bij.” Dat Grandazzi niet de speler was met de beste techniek heeft ook alles te maken met de op- bouw in zijn carrière. Hij speelde in de jeugd handbal. “Mijn zus deed dat ook. Ik heb bij Quintus gespeeld. Ik heb nog een paar keer meegedaan in de eredi- visie. Dat was in de tijd dat het handbal nog niet van zo’n hoog niveau was”, blijft hij beschei- den. De mentaliteit die hij had als handballer bleek een kwaliteit die ook op het voetbalveld goed van pas kwam. Bij DVO’32 werd dat talent ook snel ontdekt. “Ik heb denk ik, verspreid over een paar jaar, tussen de zeventig en honderd wedstrijden in het eer- Geen bokito-gedrag bij Roberto Grandazzi Kwekkertjes vieren jubileum bij VFC bij mijn man Hans, die toen al bestuurslid was bij VFC en nu nog steeds is, niet in. Na een paar jaar aandringen is VFC toch overstag gegaan. ‘Ga je gang maar’, zei Jaap Jongeman, de jeugdvoorzitter. “Bianca van der Slot is er al heel snel bijge- komen. Met zijn tweeën vormen wij de vaste kern. Wij zijn nu met zijn vieren.” ‘De poort van VFC’, noemt Bot ‘De Kwekkertjes’, die zelfs een eigen logo hebben. “Bij ons wor- den kinderen en ouders wegwijs gemaakt in het voetbal. Kin- deren leren de eerste voetbal- vaardigheden, ouders kunnen kennis maken met hoe het gaat in een vereniging als de onze.” Inmiddels heeft Bot ladingen ‘kwekkertjes’ groot gebracht en groot zien worden. “Van de eerste groep kinderen spelen er nu nog een aantal in de JO17. Die hebben maar heel kort bij de Kwekkertjes gezeten, want we zijn toen in mei begonnen en in juni zijn zij al doorgestroomd naar het reguliere voetbal. De groep erachter, nu de JO15, heb- ben wel het hele traject meege- maakt.” Vol trots meldt Bot, die naar ei- gen zeggen de ideale vrouw is (‘ik drink bier en kijk thuis altijd voetbal’), dat spelertjes die de Kwekkertjes hebben doorlopen, ‘een voorsprongetje hebben’. “Tenminste, dat wordt gezegd door de mensen die er verstand van hebben. Ik ben geen trai- ner die veel verstand heeft van techniek en tactiek hoor. Dat hoeft ook niet voor deze leef- tijdsgroep. Plezier staat voor- op. Kinderen moet lol hebben en ouders naar de zin. Niet dat we op het veld maar wat doen. Er zit echt wel een idee achter. We proberen de kinderen wel uitdagingen te bieden. Als ze iets goed onder de knie hebben, breiden we de oefening uit. Maar dat doen we altijd via spelletjes. Als we dribbelen doen we dat van stadion naar stadion. De spelertjes zelf mogen de namen van die stadions bedenken. We sluiten altijd af met een wed- strijdje in de ‘kooi’, hierachter. Dat is natuurlijk helemaal het einde.” Milieuvriendelijk, krachtig en effectief schoonmaken 0614702305 | haralindafolmerboekholt haralinda3@gmail.com 0254150.pdf 1 28-4-2021 11:41:17
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=