VoetbalJournaal Lek & IJssel, najaar 2022

9 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Op zoek naar een baan die bij je past? SPV’81 heeft er een tweede meisjesteam bij Bij SPV’81 gaat het goed met de jeugdafdeling. En zeker bij de meiden. Nadat er eerder al een team MO15 (meisjes onder de 15 jaar) was, is er sinds dit seizoen ook een team MO10. Delano Wiedenhof is één van de trainers van de toppers- in-de- -dop bij de meiden onder de 10 jaar. “In het begin kunnen nieuwe spelertjes nog geen bal raken”, lacht hij. “Het is mooi om te zien dat het na een paar trainingen vaak al stukken beter gaat.” Wiedenhof komt oorspronkelijk uit Tiel, waar hij bij TSV Theole speelde tot aan het A2-elftal. “Daarna kreeg ik het te druk met werken.” Door de liefde kwam de telecom-engineer bij SPV (Sportvereniging Polsbroek Vlist) terecht en begon de passie voor het balletje ook weer te branden. “Tweeëneenhalf jaar geleden leerde ik mijn vriendin Joyce uit Lopik kennen. Haar schoonzus en neefjes en nichtjes voetbalden bij SPV en we besloten daar ook eens te gaan kijken voor haar dochter Yuna. We kwamen daar in een warm bad terecht. Iedereen kent iedereen en het is er echt gezellig, weten we nu inmiddels.” Dat leidde er tevens toe dat de 28-jarige Delano weer vaak op een voetbalveld te vinden is. “Bij Theole voetbalde ik al vanaf mijn vierde. Ik vind het leuk om training te geven aan de jonge voetbalsters en mijn kennis over te dragen aan kinderen die bijna net zo jong zijn als toen ik begon. Bovendien is training geven aan de jeugd goed te combineren met mijn werk, want mijn werkdagen zijn van zeven uur tot half vier.” INGEBURGERD Wiedenhof is gauw ingeburgerd geraakt bij de Polsbroekse voetbalvereniging. Zo weet hij dat de club na haar oprichting in 1981 het eerste seizoen louter uitwedstrijden speelde, omdat SPV toen nog geen eigen accommodatie had. “Pas op 30 oktober 1982 werd de eerste officiële thuiswedstrijd gespeeld door F-pupillen”, memoreert hij. Wat dat betreft is het gemakkelijk relativeren, nu het team MO10 nog niet in competitieverband kan spelen tijdens het eerste kwart van dit voetbalseizoen. “Door een misverstand waren we ingedeeld bij teams meisjes onder de 11, maar die zijn veel te sterk voor ons. Na de herfstvakantie kunnen we waarschijnlijk in het tweede kwart meedoen aan een competitie met andere teams onder de 10 jaar.” Na het nodig gezoek op internet en bellen en mailen met clubs kunnen de Polsbroekse meiden onder de 10 jaar naast hun wekelijkse trainingen op maandagen en woensdagen tot aan de herfstvakantie een handjevol oefenduels spelen. Wiedenhof: “Teams van DONK en Jodan Boys uit Gouda en Sportlust uit Woerden hadden alle een vrij weekeinde, dus kunnen we gelukkig tegen hen voetballen. Bovendien zijn we blij met de groei die wij zien met voor het eerst een meidenteam onder de tien jaar sinds vorig seizoen.” De oorzaak voor die groei weet Delano wel: ,,Dat komt zeker door de prestaties van de Oranje voetbalvrouwen afgelopen jaren.” Rest de vraag welke grote Nederlandse clubs populair zijn bij de Polsbroekse voetbalsters. ,,Feyenoord en Ajax”, is Delano’s toch wat verrassende antwoord. Het dit seizoen nog pover acterende FC Utrecht, dat toch echt het dichtstbij gelegen grote stadion bezit, heeft blijkbaar nog geen indruk gemaakt deze jaargang. Tegenstanders die op een donderdag te gast zijn bij het 40-plus team van SPV’81 in de kader van de Roveco-competitie worden steevast na afloop getrakteerd op gehaktballen of kippenpoten. “Op het veld hobbelen we door, daarbuiten zijn we op onze scherpst”, zegt Michel van den Berg. ‘Oldtimers’ SPV’81 hobbelen door De 50-jarige voetballer van de Polsbroekse club zit naar eigen zeggen tot over zijn oren in het werk. Hij heeft dan ook een isolatiebedrijf en bijna heel Nederland is aan het isoleren geslagen om energie te besparen. “We hebben drie keer meer werk dan vorig jaar”, zegt Van den Berg over de drukte. “En ik denk dat deze situatie nog wel even aanhoudt.” Midden in die drukte heeft hij wel tijd om één keer in de twee weken een wedstrijdje te spelen met wat hij noemt de ‘oldtimers’ van SPV’81. “Ik maak tijd. Mijn lichaam is allesbehalve in topconditie, kan zeker niet een hele wedstrijd aan, maar ik probeer wel mijn minuten te maken. Ik vind het veel te leuk om het op te geven. Ik kijk er echt naar uit.” Van den Berg was erbij toen SPV’81 mee ging doen aan de regionale veteranen competitie. “De opzet past helemaal. Het is één keer in de twee weken een wedstrijd. Twee keer 35 minuten en daarna de kantine in. Voor de mannen van deze leeftijd is dat een uitkomst. Op zaterdag heeft iedereen het te druk met andere dingen. Vaak voetballen ook kinderen. Ook het feit dat we op een half veld spelen en zeven tegen zeven speelt een belangrijke rol. We hebben jarenlang in de reguliere competitie gespeeld, maar als je eenmaal de veertig bent gepasseerd, neemt de aftakeling toe, haha. Je wordt ouder, maar je tegenstander steeds jonger. Je wordt op een gegeven moment gewoon voorbij gerend. De lol gaat ervan af. Bij deze competitie speel je tegen leeftijdsgenoten, maak je geen slidings. Wat niet verandert is de instelling. Iedereen wil altijd winnen. Daarom kan het er best fanatiek aan toe gaan op het veld, maar in de kantine drinken een biertje met elkaar en lachen we erom. Bij thuiswedstrijden zorgen wij ook dat er altijd wat lekkers is. Dan neem ik een pan gehaktballen of kippenpoten mee.” De veteranen van SPV’81 kwamen jarenlang uit in de A-poule van de competitie. “Onze gloriejaren zijn echter voorbij”, verkondigt Van den Berg met een lach. “We merken dat we het steeds lastiger kregen. We hebben een paar goede middenvelders en Sander Kok loopt in de spits. Die scoort nog net zo veel als vroeger toen hij in SPV 1 speelde. Gemiddeld genomen is het wel minder geworden. Vandaar dat we vrijwillige degradatie hebben aangevraagd. En dat is gehonoreerd.” Het hoogtepunt van de Polsbroekse ‘klassiekers’ is alweer een tijdje geleden. Van den Berg kan zich het kampioenschap, het enige, nog wel goed herinneren. “Charly van der Stok, die bij FC Den Bosch nog even prof was en later bij Benschop en ONA speelde, was onze spits. Die schoot de ballen uit alle hoeken erin. Gezelligheid was toen ook al het belangrijkste en nu moeten we het daar helemaal van hebben.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=