VoetbalJournaal Lek & IJssel, najaar 2022

7 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Op zoek naar een baan die bij je past? Breidenbach wil jeugdopleiding impuls geven Een goede structuur neerzetten waarbij trainers voortdurend de samenwerking zoeken én het kweken van winnaarsmentaliteit. Remmert Breidenbach weet als hoofd jeugdopleidingen welke kant Capelle met de jeugd op moet. B r e i d e n b a c h (40) is sinds tien maanden in zijn nieuwe functie actief op sportpark ’t Slot. Nieuw is hij niet, want hij was de afgelopen seizoenen al werkzaam als een bevlogen trainer van jeugdteams. “Ik heb dus al een tijdje in de keuken van de club kunnen kijken”, zegt Breidenbach, die in het dagelijks leven bij het UWV werkzoekenden probeert te koppelen aan werkgevers die op zoek zijn naar een baan. Met de aanstelling van Breidenbach koos Capelle bewust voor een voetbalman met een schat aan ervaring. Als speler kwam de in Zeeland opgegroeide Breidenbach uit voor ASV Brouwershaven, het inmiddels niet meer bestaande HION uit Rotterdam, Excelsior Rotterdam, NAC Breda, Capelle (drie seizoenen) en Smitshoek. Voor die laatste club speelde hij maar liefst acht seizoenen, maar toen was het ook meteen klaar zoals hij het zelf zegt. “Van de één op de andere dag ben ik ermee gestopt. We hadden een trainingskamp in Gran Canaria. Ik wilde de verplichting van drie keer in de week trainen niet meer.” De liefde voor het voetbal bleef echter altijd aanwezig bij Breidenbach, die het trainersvak in rolde en bij Smitshoek elftalleider werd en ook trainer van het tweede team. Nu is hij dus alweer een tijdje terug op sportpark ’t Slot, de club waar zijn zoontje met veel plezier tegen een bal trapt. “De eerste opdracht is om een goede structuur neer te zetten”, reageert Breidenbach. “Wat mij bij Capelle opviel is dat trainers hier vaak hun eigen koninkrijkje maakten. Het is prima om voor je eigen elftal op te komen, maar er moet natuurlijk wel samenhang zijn. Zeker in de manier en wijze van opleiden. Daarom is het belangrijk dat er gezamenlijke doelen worden gevormd en dat het gesprek onderling op gang komt. Dat kost tijd.” Eén ding wil Breidenbach vooral niet: trainers zijn wil opleggen en tot in detail voorgekauwde trainingsvormen op het veld door hun pupillen laten uitvoeren. “Dat werkt niet. Trainers krijgen veel vrijheid en ik probeer kaders te stellen waarin dat mogelijk is.” De afgelopen periode was Breidenbach vooral bezig om in hoofdlijnen zaken te structureren. “Het is de bedoeling dat we later gaan verdiepen. Dat komt ook de speelwijze aan bod. Ik denk zelf meer in spelprincipes en niet in systemen. Trainers krijgen de ruimte om straks met drie of twee spitsen. Het hoort bij de opleiding dat je spelers laat kennis maken met verschillende spelsystemen, 4-3-3, 3-5-2 of 4-4-2. Een vraag die we straks aan onszelf gaan stellen welke spelprincipes passen bij de clubcultuur. Dan moet je denken aan de vijf seconden-regel, dat we als Capelle binnen vijf seconden de bal terug moeten hebben.” Een punt waar Breidenbach veel aandacht op legt, is de wijze waarop jeugdspelers worden opgeleid. “Winnaarsmentaliteit kweken”, noemt hij het. “Je kan spelers van jongs af aan opvoeden met de wil om te winnen. Het mag nooit liggen aan de inzet als je verliest.” Zijn loopbaan voerde hem langs clubs in de eredivisie, de Italiaanse Serie B en C en het tweede Poolse niveau. Dennis van der Heijden verraste afgelopen zomer vriend en vijand door voor de vierdedivisionist te kiezen. “Ik was toe aan een ander leven.” Dennis van der Heijden avonturier af bij Capelle “We zijn wat stroef gestart, maar we beginnen onze draai in de competitie te vinden”, zegt de 25-jarige aanvaller na de eerste schermutseling in competitieverband in de vierde divisie met Capelle. “Ons doel is ook duidelijk en gelukkig schuift niemand dat bij ons onder stoelen of banken. We willen promoveren. Ik weet hoe het vorig seizoen op het einde mis is gegaan, maar wat geweest is is geweest. Achterom kijken heeft geen zin.” Dat hij bij Capelle voetbalt ligt voor een groot deel aan Bram van Eijk. Hij en Van der Heijden zijn schoolvrienden. “Toen ik besloten had te stoppen als profvoetballer heb ik het met Bram er over gehad. Het leek ons leuk om nog een keer samen te spelen. Bram heeft bij Capelle een balletje opgegooid. De club kwam snel in actie.” Voor Van der Heijden was deze zomer nog genoeg interesse. “Er hebben veel clubs uit de Keuken Kampioen-divisie geïnformeerd, maar dat was voor mij een weg die ik niet meer wilde bewandelen. Ik had het al twee keer meegemaakt. Bij Almere City wekte ik de interesse op van Carpi FC in Italië, later bij TOP Oss van Chrobry Grogow. Ik ben enorm dankbaar dat ik in het buitenland heb mogen spelen – ik had de ervaring niet willen missen – maar ik zag mezelf niet nog een nieuw buitenlands avontuur aangaan. Want die kans komt opnieuw als je het goed doet in de eerste divisie. Ik heb altijd gehoopt om bij een club in de eredivisie terecht te komen, maar die interesse is altijd uitgebleven. Ik heb voor mezelf de keuze gemaakt dat ik een ander leven wil. Daarom heb ik mijn contract bij Polen laten ontbinden. Ik had nog een contract voor één jaar, maar ben er in het buitenland ook achter gekomen dat een sociaal leven mij ook veel waard is. Als voetballer in het buitenland ben je veroordeeld tot jezelf. Dat weet je en daar staan ook veel positieve zaken tegenover, maar ik vind het fijn om vrienden en familie om mij heen te hebben.” Wennen moet hij wel aan zijn nieuwe ritme. Naast drie keer trainen bij Capelle doordeweeks heeft hij een baan van 36 uur in de vastgoedbranche. Wat hij meeneemt uit het betaalde voetbal zijn mooie herinneringen. “Ik vind het echt een eer om in het buitenland te hebben mogen spelen. Bij Carpi kwam ik als jonge speler en ik wist dat ik in het begin niet zo veel zou spelen. Ik ben nog een jaar verhuurd geweest aan Fermana, dat speelde in de Serie C. Alle verwachtingen over voetballen in Italië zijn uitgekomen. Lekker weer, goed eten, een gezellige tijd met de andere spelers. En spelen door heel Italië in soms verouderde stadions maar wel voor veel publiek dat enorm meeleeft. In Polen had ik ook geen klagen. Van de Poolse competitie is minder bekend, maar Polen zijn voetbalgek. We speelden soms in stadions met twintig-, dertigduizend toeschouwers. De busreizen waren ook een ervaring. Dat waren soms ritten van zeven, acht uur.” Bij Capelle is hij als geboren Schiedammer bijna terug op geboortegrond. “We spelen tegen veel clubs uit de regio. Dat maakt deze competitie extra speciaal.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=