VoetbalJournaal Lek en IJssel, voorjaar 2021
25 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Hij mag dan 74 jaar zijn, hij kapt en draait nog altijd als de beste. Koos Burger geeft al ruim vijftien jaar training aan de JO8 van ‘zijn’ Stolwijk en laat het niet na als er iets voorgedaan moet worden. Deze periode is dat even wat minder. Burger moet wennen aan zijn nieuwe heup en de heup aan zijn ontvanger. “Ik heb al een eer- der een nieuwe knie gekregen”, vertelt de oud-po- litieagent. “Een paar maanden geleden bleek ook mijn heup aan vervanging toe. Slijtage. De dokter zei dat ik erg veel aan sport heb gedaan. Dat kan wel kloppen. Ik was altijd bezig. Als het niet met voetballen was, dan met hardlo- pen. Als politieman moet je in een goede conditie zijn.” Hij liet zich opereren in een privé- kliniek. “In het ziekenhuis was er een wachtlijst van negen maan- den. In het Park Medisch Centrum in Rotterdam kon ik vrijwel meteen terecht.” Binnenkort wil hij weer op het veld staan met de Stolwijkse ministars. “Ik had, toen ik eraan begon, best wel mijn twijfels of het wat voor mij was. Ik was echter meteen verkocht. Dat jonge spul trainen, ik vind dat machtig mooi.” ‘Opa Koos’, zoals hij liefkozend wordt genoemd, leerde vele Stol- wijkse jongetjes en meisjes voet- ballen. Hij traint een pupillenteam en dus de ministars. “Ik ben erg van de techniek. Ik ben van me- ning dat je een speler tot zijn elf- de jaar vooral basistechniek moet aanleren. Ze moeten eerst baas worden over de bal. Pas als ze de bal beheersen komt teamspel. Ik zie dat er tegenwoordig al op jon- ge leeftijd wordt gekozen voor po- sitie- en partijvormen. Positiespel is prima, maar heeft pas zin als je controle hebt over de bal, niet eerder.” Hij was jarenlang in de regio actief als hoofdtrainer. Hij diende onder meer UNIO in Oudewater, Lekker- kerk (2x), Haastrecht en Bergam- bacht, met wie hij kampioen werd. En uiteraard was hij verspreid over diverse periodes trainer van ‘zijn’ Stolwijk. Hij bracht de dorpsclub, teruggevallen na de gouden peri- ode in de negentiger jaren, vanuit de Goudse voetbalbond in 2003 terug in de vierde klasse. Hij somt de namen van de spelers nog even makkelijk op. “Edo Burger, Jasper Verdoold, Jan Woiter Verdoold, Tim Zijderlaan, Ernst Verdoold, Gerard Both, Marco van der Stadt, Berry Teeuwen, Rick Burger, Sandro Burger, Sander Burger.” Veel Burgers dus. “Niet allemaal familie hoor. Sandro is mijn zoon.” Het roept bij hem een prachtige anekdote op over een verslagge- ver die na afloop vroeg wie er bij Stolwijk was ingekomen na rust. Burger: “Burger. Die verslaggever: wie kwam er dan voor hem in? Ik: Burger. Vol vertwijfeling verliet hij ons terrein, haha.” Behalve jeugdtrainer is Burger actief op vele fronten bij zijn club. Hij maakt doordeweeks samen met andere vrijwilligers de kleed- kamers schoon, draaide jarenlang op vrijdag bardienst bij het kla- verjassen, haalde oud-papier op, behoort tot de onderhoudsploeg, had zitting in 2007 in de jubileum- commissie toen Stolwijk 75 jaat bestond en is bestuurslid techni- sche zaken. Die functie legt hij bin- nenkort neer. “Ze lopen er netjes bij, hé”, zegt hij vanuit de bestuurskamer. Met ‘ze’ doelt op de selectie die de vrije zaterdagmiddag gebruikt om te trainen onder leiding van trainer Robin van der Hulst. “Robin was een gouden greep. Een vakman en eentje die ook meteen zei: ik kom niet voor één seizoen. Zo iemand hadden we ook nodig. We hebben vorig seizoen een risico genomen om een hele jonge ploeg naar het eerste over te hevelen. Dat is het waard geweest, want over een paar jaar kan dit team spelen voor promotie.” Ook in coronatijd is Burger veel op de club. Stolwijk is zijn tweede thuis, de kantine en bestuurskamer zijn huiskamer. “Ze hebben net mijn bed wegge- haald”, grapt hij. Koos Burger heeft heel Stolwijk leren voetballen Gruwelen van smikkelhoek zonder smikkels De keuken is leeg en opgeruimd, de smikkelhoek een hoek zonder smikkels. In de kantine van VV Stolwijk zit even geen leven. Lonneke Lakerveld (52) kijkt er weemoedig bij. “Ik mis de kantine en mijn mensen.” Ze pakt er nog een relikwie uit ‘het verleden’ bij. Het bord met de tekst ‘Soup of the day’. In Stolwijk, ver- telt ze, was de soep van de dag altijd erwtensoep. “Altijd een grote hit”, zegt ze. “Dan zetten we die pan op met soep en wor- sten. De geuren ervan, die waren onweerstaanbaar.” De gordijnen van de kantine zit- ten potdicht. “Hier is het heel simpel: gordijntje dicht betekent kantine gesloten, gordijntje open betekent dat we er zijn.” Met ‘we’ bedoelt ze de vrijwilligers van de bar en kantine. Het schema, dat aan de muuer hangt (Lakerveld: ‘dat kan er wel af’), herinnert nog aan de tijd dat de kantine volop in bedrijf was. “Ik mis het vreselijk”, zegt Lakerveld, die werkzaam is in de zorg. “Dat praatje, die ge- zelligheid. Stolwijk is veel meer dan een voetbalvereniging. Het tegen de bal trappen is maar één aspect. Kijk naar mij: ik had en heb helemaal niks met voetbal.” Dat ze bij Stolwijk belandde, kwam door haar zoon. Die zeurde net zo lang om temogen gaan voetballen totdat Lakerveld door de knieën ging voor de smeekbedes. “Ik was eerst een geïnteresseerde moe- der. Ik vond alles goed enmooi wat hij deed. Na een verloren wedstrijd zei ik: jullie hebben wel je best gedaan. Daar kan ik nu niet meer mee aankomen, haha. Hij voetbalt inmiddels in het eerste.” Haar dochter ging in de kantine helpen. “Op een gegeven mo- ment zochten ze mensen. Toen zei mijn dochter: kom lekker bij mij staan. Inmiddels doen we samen de coördinatie. We ko- pen ook het foodgedeelte in. De drank doet iemand anders.” In haar rol let ze scherp op de centjes. “We gaan elke twee we- ken zelf naar de groothandel. Dat doen we voor de aanbiedingen. De ene keer is de ene koek in de aan- bieding, de andere keer de andere koek. Het is centenwerk, maar alle kleine beetjes maken uiteindelijk wel een groot verschil.” De Stolwijkse smikkelhoek is be- kend en berucht, de menukaart is zoals hij bij veel verenigingen is. “Niet de moeilijk, want je hebt wel te maken met vrijwilligers. Je hebt vrijwilligers die alleen de drank willen doen of alleen in de ochtend willen staan. Daar hou- den we altijd rekening mee.” Zelf is zij met haar dochter een bekend gezicht op de zater- dag bij thuiswedstrijden van het eerste elftal. “Dan kan het héél, maar dan ook héél gezellig worden. Soms doen we pas om een uur of tien het licht uit. Als de laatste de kantine heeft ver- laten, maken we snel schoon. Doordeweeks zijn we op donder- dag open. Voor corona werd er ook steeds vaker doordeweeks een wedstrijd gespeeld. Die Populierenlaan 31 | 2821BA Stolwijk | 06 24 12 36 73 0243717.pdf 1 10-3-2021 10:20:32 |;];Ѵ1oѴѴ;1ঞ;v |;];Ѵ1oѴѴ;1ঞ;v |;] Ѵ1oѴѴ;1ঞ;v Nijverheidsweg 5b 2821 AT Stolwijk www.koppeagenturen.nl +31 (0)182 34 02 34 0243286.pdf 1 10-3-2021 10:34:33 draaien we dan met zijn tweeën. Ik vind dat we bij een wedstrijd al- tijd open moeten zijn, als Stolwijk moeten we een goede gastheer van onze gasten zijn.” Ze hoopt dat de kantine snel weer open kan. “We hebbe niet voor niets die dingen geplaatst”, wijst ze op de spatborden die bezoeker en barpersoneel bij de bar scheidt. “Zonder kantine haal je de ziel uit de club.”
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=