VoetbalJournaal Lek en IJssel, najaar 2019

5 Als winnen het doel is WWW.MOREFOOTBALLS.COM Cees Norbart (89) zag DCV groot worden Over zijn eigen voe tbalprest a- ties, zo zegt hij zelf, zullen er geen boeken vol geschreven worden. Niet dat hij zonder ta- lent was, vanwege zijn werk in de koopvaardij en op bagger- schepen – Norbart was ma- chinist – speelde hij een zeer bescheiden aantal wedstrijden. “Zeker in mijn seniorentijd heb ik maar een paar keer gespeeld. In die tijd was je lang van huis.” “Ik weet nog dat we toen we net getrouwd waren hij dertien maanden weg was”, vult zijn vrouw Marie (84) hem aan. Nor- bart: “Aflossen was er niet bij.” Hij begon in 1941 met voetbal- len. Hij was tien jaar. “Het was oorlog, de mensen hadden het niet breed. Als er zes, zeven elftallen waren, was het veel. Gewone voetbalschoenen had je ook niet. Ik weet nog dat ik speelde op hoge schoenen met harde neuzen. Daarmee kon ik hard tegen de bal trappen.” Hij hoopt volgend jaar in goede gezondheid negentig jaar te worden: Cees Norbart is bij het honderdjarige DCV het lid met de meeste jaren achter zijn naam. Maar liefst 79 jaar is hij al aan de Krimpense club verbonden. “Ik voel het niet als een prestatie.” DCV heeft haar naam te danken aan een fusie van meerdere Krimpense clubs. In de periode na de Eerste Wereldoorlog, waarin Nederland ‘neutraal’ was, ontstonden in Krimpen aan den IJssel in korte tijd drie verenigingen. Steeds Hoger was de eerste, Stormvogels en Quick waren de volgende. Mede vanwege zijn werk kwam hij in een lager seniorenelftal terecht. “Het vijfde en een en- kele keer heb ik meegespeeld met het vierde. Ik was wel lid, maar speelde sporadisch. Als ik op wal was, ging ik altijd snel naar de voetbal.” Hij was fanatiek toeschouwer van het eerste elftal. Hij zag il- lustere namen in levende lijve aan het werk. “De beste? Rinus Terlouw. Die speelde stopper- spil. Dat was een beer. Ik noem- de hem ook altijd Rinus de Beer. Geen tegenstander kwam langs hem. Hij is later naar Sparta ge- gaan en via Sparta heeft hij het Nederlands elftal gehaald.” “Als DCV dicht bij huis moest spelen ging ik ook mee. Je had toen weinig vertier verder. De Algerabrug was nog niet ge- bouwd en als we naar Zwervers of CKC moesten, ging je met het pontje. Ik zie nog het beeld voor me van een overbeladen pont. De pontbaas legde dan midden op de Hollandsche IJssel de pont stil, want hij kwam tijd te- kort om van iedereen het geld te innen.” Norbart bleef zijn club trouw volgen. Hij maakte de glorieja- ren mee in de begin jaren ne- gentig toen DCV vier jaar in de zondag-hoofdklasse acteerde. Nog steeds pikt hij zijn wed- strijdjes van het eerste elftal mee. “Ik ben alleen niet zo mo- biel meer. Van mijn vrouw mag ik niet op de fiets. Ik ben dus af- hankelijk van ander vervoer en van andere mensen.” Zijn ‘taxi’ voor de reünie op vrijdag 1 november had hij al ver van tevoren geregeld. Die avond beleefde hij met ge- mengde gevoelens. “Het is aan de ene kant mooi, aan de andere kant besef je ook dat heel veel mensen van vroeger er niet meer zijn.” Hij had bij de viering van het 100-jarig bestaan van DCV ook nog een klein rolletje. Vorig jaar mocht hij met het jongste lid van de club het logo van het eeuw- feest onthullen. Als hij thuis in zijn favoriete stoel zit, is hij met de afstandsbediening van zijn televisie op zoek naar voetbal. “Dan begin ik met zender der- tig en zapp zo naar één. Er is altijd wel ergens een wedstrijd. Op zaterdag om zes uur kijk ik altijd naar het Duitse voetbal, op zondagmorgen het Engelse voetbal. Ik blijf het een prachtig spelletje vinden.” Drie clubs werden één: DCV Omdat de gemeen- te niet genoeg ter- rein had omalle drie de clubs van een veld te voorzien stelde toenmalige burgemeester Van Walsum voor in 1924 kreeg de club zijn beloofde terrein in Krimpen aan den IJssel, op de plek ongeveer waar nu op het Waalplantsoen het hoofdveld ligt. De grote, karakteristieke tribune herinnert nog aan vroegere tijden. Jubileumboek voor 100 jaar DCV Vanwege het honderdjarig bestaan van DCV bracht de club onlangs een speciaal jubileumboek uit. Het boek, mét harde kaft, bevat tientallen foto’s uit het verleden. “Zwartwitte, maar ook kleuren”, zegt Hans Gräffner. De oud-speler van de Krim- pense club stelde het ju- bileumboek samen. Dat deed hij aan de hand van interviews met DCV’ers die door de jaren heen een prominente rol hebben gespeeld in de roemruchte geschiedenis van de club. “Ik heb in to- taal achttien interviews gedaan met oud-spelers, oud-voorzitters en ook twee ereleden.” Hij hoopt dat er op die manier een goed beeld wordt ge- schetst van zijn geliefde club. Gräffner was speler van DCV 1 toen de club vier jaar lang op het hoogste amateurniveau op zondag speelde. “Honderd jaar is een lange tijd. DCV heeft een enorme geschiedenis en ik heb mijn best gedaan op geen facet onderbelicht te laten, maar of dat gelukt is vind ik zelf lastig te beoordelen. Het is voor de DCV’er in ieder geval een mooi naslagwerk.” Tijdens het jubileumweek- einde van vrijdag 1 en za- terdag 2 november kon worden ‘ingetekend’ op een exemplaar. “Dat hebben dat eerste weekeinde ruim tachtig mensen gedaan. We willen vijfhonderd exemplaren drukken. Dat is een behoorlijk aantal. Mocht er nog meer vraag zijn, dan doen we een twee- de druk.” Het jubileumboek kost twintig euro. om van drie één club te maken: dat geschiedde en op 1 november zag D(oor)C(ombinatieV(erkregen). De eerste vijf jaar van haar bestaan speelde DCV op het terrein van Vi- tesse uit Krimpen aan de Lek. Pas

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=