VoetbalJournaal Goeree, voorjaar 2021

9 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Het lentezonnetje schijnt uitbundig op het terrein van Melissant en de mini’s van de dorpsclub huppe- len op het veld als lammetjes door de wei. Van Neck (56) heeft voor iedere gup geduld en doet voor hoe zij zich zo behendig mogelijk kunnen manoeuvreren door het circuit van voetbalob- stakels. “Hier loop je rechts het poortje langs en speel je de bal door het poortje”, zegt hij. Aan de lichaamstaal van Van Neck is te zien dat hij volop ge- niet. “De jeugd is mijn passie. Ik ben niet voor niks het onderwijs ingegaan. Ik maak graag kinde- ren wegwijs op school, maar ook in het voetbal.” Van Neck was jarenlang hoofd- trainer op Goeree-Overflakkee. Naast Melissant maakte Herkin- gen’55 en Flakkee gebruik van de diensten van Van Neck, al was zijn avontuur bij die laatste club geen lang leven beschoren. “Een mismatch, dat kan wel eens ge- beuren”, zegt bij daarover. “Maar geen kwaad woord over Flakkee, hoor. Overal waar ik trainer ben geweest, kan ik nog via de voor- deur langskomen.” Uitgekeken op het hoofdtrai- nerschap was hij niet, zijn vrouw wel. “Onze vakanties hebben altijd in het teken gestaan van het voetbal. We waren vanwege de voorbereiding altijd verplicht om de eerste twee weken van de schoolvakantie te gaan. Na zoveel jaar trainerschap vond ik dat zij best ook eens wat mocht vinden. Als hoofd jeugdopleidin- gen ben je wat vrijer in je tijd. Het kost zeker niet minder tijd, maar je kunt het zelf wel wat makkelij- ker indelen.” Van Neck, die zelf een verdien- stelijke carrière als keeper ach- ter de rug heeft, besloot zich te richten op de jeugd. “Bij Flakkee had ik al een dubbelfunctie”, legt hij uit. “Toen het als hoofdtrainer spaak liep vonden mensen in de club dat ik ook weg moest als HJO. Dat vond ik jammer, maar het was niet anders. Het verve- lende was dat ik toen nog in op- leiding was. Met het vertrek bij Flakkee raakte ik meteen mijn stageplek kwijt.” “Toen Melissant daar lucht van kreeg, belden ze meteen om te zeggen dat de deur bij hen voor mij openstond. Ik heb hier als hoofdtrainer vier mooie jaren gehad en dat was men nog niet vergeten.” Het voordeel was dat Van Neck zich aan niemand hoefde voor Zelfs midden in coronatijd bruist Ceton van de voetbalenergie. In de periode dat het alleen voor de jeugd was toegestaan een balletje met elkaar te trappen ontfermde hij zich over de onder 19 van zijn huidige club Herkingen’55. “Ik vind het heerlijk om met die gasten bezig te zijn. Ik geniet dan volop.” Ceton heeft zijn handen helemaal vrij voor het voetbal, want sinds begin van het jaar is hij met pensioen. Jarenlang was hij teamleider op een sociale werkplaats. Eerst in de regio Gorinchem/Leerdam, later op Goeree-Overflakkee. “Ik ging hier altijd op vakantie en stuitte min of meer per toeval op een vacature. Ik werd meteen aangenomen. Ik woon nu tien jaar op het eiland en dat bevalt mij prima. De mensen zijn net wat Hij was jarenlang actief als hoofdtrainer, maar heeft sinds een paar jaar zijn werkterrein verplaatst naar de jeugd. Ron van Neck werkt als hoofd jeugdopleidingen aan de basis bij Melissant. “Plezier moet alleen op één staan. Zonder dat bereik je niks.” Frans Ceton begint met Melissant aan zijn zeventiende club. Volgevreten is hij nog lang niet, eerder hongerig. “Ik wil deze mooie club weer op de kaart zetten.” Ron van Neck werkt aan de basis bij Melissant Frans Ceton wil winnaarsmentaliteit bij Melissant gemoedelijker dan waar ik vandaan kom.” Ceton had al een lange carrière als trainer en jeugdopleider achter de rug in het voetbal. “Via via ben ik terecht gekomen bij Den Bommel. Die hadden een moeizaam seizoen achter de rug en waren net niet gedegradeerd. In mijn eerste seizoen was het meteen bingo, we promoveerden via de nacompetitie naar de tweede klasse.” Cetons’ naam was daarmee ge- maakt. Iedereen die met hem heeft samengewerkt noemt hem ‘toegewijd’. “Ik wil graag wat neerzetten bij een club. Daarom heb ik het hoofdtrai- nerschap ook afgewisseld met hoofd jeugdopleidingen. Bij GJS in Gorinchem-Oost heb ik vijf jaar gezeten als technisch jeugdcoördinator. In die peri- ode ging de club van elf naar bijna dertig jeugdelffallen. Het was geweldig om dat proces te begeleiden en structuur aan te geven.” Grote clubs, kleine clubs: hij draaide nergens zijn hand voor om. “Als er maar uitdaging is. Dat is ook de belangrijkste re- den dat ik voor Melissant heb gekozen. Ik wil hier wat neer- zetten. De accommodatie is prachtig, met twee velden met kunstlicht en nog een trai- ningsveld. De jeugdopleiding is in goede handen bij Ron van Neck. Er kan hier wat moois groeien.” Hij weet dat het alweer een tijdje geleden is dat Melissant mooie resultaten boekte. “Ik ken de ploeg uiteraard. Ik heb er nog niet zo lang ge- leden met Herkingen tegen gespeeld. Voetballend doen ze echt niet onder voor Her- kingen, wel mis ik de jongens die ten koste van alles willen winnen. We moeten dus win- te stellen. “Ik kende de club, spelers en trainers. Veel jeugd- trainers heb ik als trainer bij het eerste elftal gehad. Ik ken de cultuur en ook de visie van de club. Dat laatste is belangrijk omdat ik vind dat die visie in de jeugd niet die van Ron van Neck moet zijn, maar van alle trainers samen.” Melissant heeft bij de jeugd de ambitie om te groeien. In aan- tallen, maar ook op voetbaltech- nisch gebied. “Maar plezier blijft de basis”, weet Van Neck. “Ieder spelertje moet plezier hebben op de training. Spelenderwijs moeten ze het voetbal bijge- leerd krijgen. We overleggen veel met de trai- ners. Ondanks dat er geen com- petitiewedstrijden gespeeld kunnen worden, kan je werken aan de ontwikkeling van spe- lers. Nog niet zo lang geleden hebben we, met inachtneming van de coronamaatregelen, een themabijeenkomst over om- schakelen belegd. Alle ideeën over trainingen bundelen we in een boek dat in de kantine ligt. Als een trainer een keer om oe- fenstof verlegen zit, kan hij het zo openslaan.” Naast HJO bij Melissant heeft Van Neck al zes jaar een keepersschool. Jeugdkeepers kunnen voor speciale keeper- straining terecht op vrijdag bij Herkingen’55. “Ik weet uit er- varing dat keeperstraining er bij clubs vaak wat bijhangt. Bij ons krijgen ze alle aandacht. We hebben zo rond de tien, elf keepertjes. De training is om de twee weken. Wij doen niet moei- lijk als je een training mist en als je een blok niet wil meedoen, doe je een blok niet mee.” naarsmentaliteit kweken. Ik ben ervan overtuigd dat dat gaat lukken. Daarnaast heb ik vertrouwen in de jeugd die eraan komt. Er stromen zes, zeven talentvolle spelers door vanuit de A.” Hij kan straks lopend naar de club, want Ceton woont zelf ook in Melissant. “Daar moet ik eens goed over nadenken”, zegt hij lachend. “Ik ben ver- knocht aan mijn auto. Zonder gekheid, ik heb er echt enorm veel zin in. Zes jaar geleden hebben we ook om tafel geze- ten met elkaar en toen kwa- men we er niet uit. Blijkbaar was de tijd er nog niet rijp voor, nu wel.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=