VoetbalJournaal Bollenstreek, najaar 2020
27 Aan het lijstje van wekelijkse werkzaamheden, kon Leonard van Utrecht dit seizoen die van veldtrainer van zaterdagtweedeklasser Van Nispen toevoegen. “Ik ken de jongens goed, ook van buiten het voetbal om”, zegt de oud-prof over zijn nieuwe job. “We trainen wél serieus.” De Noordwijker is nog niet zo lang ge- leden begonnen aan een nieuwe carrière. Hij is als zij-instromer aan de slag gegaan als leerkracht op basis- school Het Bolwerk in Sassenheim. “Dat bevalt me tot nu toe uitste- kend”, vertelt hij. “Ik had en heb nog steeds mijn eigen voetbalschool, maar dat klapte in de lockdownperi- ode in elkaar. Ik ben daaromop zoek gegaan naar iets wat zekerheid biedt.” Heel raar dat hij bij die zoek- tocht uitkwam bij leerkracht van een basisschool is het niet, want Van Utrecht volgde in zijn jonge ja- ren één jaar de Pabo. “Ik was twin- tig en had toen andere dingen aan mijn hoofd.” Van Utrecht werd prof bij Excelsior, het Italiaanse Padova, Cambuur Leeuwarden en ADO Den Haag. De kinderen in zijn klas waren nog niet geboren toen hij betaald voetbal speelde. “Tegenwoordig pakken ze meteen de computer er- bij. ‘Meester, hoe is uw achternaam’ en ze googlelen. Toen waren ze er snel achter dat ik prof was geweest. Dat vonden vooral de jongens wel stoer, zo’n meester.” “Er wordt bij onze basisschool les- gegeven volgens de Dalton-metho- de. Die is er vooral op gericht om kinderen zelf te laten ontwikkelen. Dat is een visie die ik ook heb.” Van Utrecht was nog niet zo lang ge- leden hoofd jeugd opleidingen bij Noordwijk. “Ik heb dat tweeënhalf jaar gedaan. Ik ben erachter geko- men dat dàt uiteindelijk niets voor mij was. Het is te veel bureauwerk en te weinig veldwerk. Dat is toch wat ik het allerliefste doe. Daarnaast ben ik er achter gekomen dat, wil je iets echt veranderen, je veel tijd no- dig hebt. We hebben bij Noordwijk een mooi beleidsplan gemaakt voor de toekomst, maar de punten ervan uitvoeren was een stuk lastiger. Als je betere trainers wil, moet je inves- teren en als het geld er niet is, wordt je beperkt in je mogelijkheden.” In- middels staat hij weer op het veld op sportpark Duinwetering. “Ik train de JO17-2 en de JO19-1. Die laatste groep doe ik met BramMarbus.” Daarnaast aanvaardde hij dus de klus om veldtrainer te worden van zaterdagtweedeklasser Van Nis- pen. Een groot aantal spelers uit Noordwijk en omstreken streek een paar jaar geleden neer in De Zilk, omdat ze wel op standaardniveau wilde spelen, maar niet meer de verplichtingwilde omwekelijks twee keer te trainen. “Ik ken de jongens goed. Sven Hensbergen, de initia- tiefnemer van het project, is jaren geleden nog eens naar mij toe geko- men met de vraag wat ze moesten doen, want bij Noordwijk vonden ze geen gehoor.” “Uiteindelijk is het ze heel goed be- vallen. Ze zijn inmiddels twee keer gepromoveerd en spelen in de tweede klasse op een zeer aardig niveau.” Op dat niveau wil Van Nis- pen ook graag blijven. Van Utrecht legt de lat zelf liever wat hoger. “De jongens zijn tevreden als ze bovenin Vriendendienst, maar geen bezigheidstherapie Het eerste rapport van Thomas Duivenvoorden bij FC Rijnvogels dit jaar was uit de kunst: vijf gespeeld, twaalf punten. En dat terwijl de Katwijkse hoofdklasser nog midden in het ontwikkelingsproces zit. Met zijn 34 jaar is Duivenvoorden, in het dagelijkse leven werkzaam als zake- lijk relatiemanagaer bij een grote bank, één van de jongste trainers op niveau. “Ik zeg zelf altijd dat ik een ervaren trainer ben met een relatieve jonge leeftijd. Dat is denk ik een betere beschrijving die bij mij past.” Duivenvoorden was er als trai- ner vroeg bij. Met amper zestien jaar trainde hij al de jeugd van zijn club VVSB in zijn geboortedorp Noordwijkerhout. “Ik was zelf geen bovenmatig talent, ik kon aardig mee, maar niet meer dan dat. Door fysiek malheur moest ik al vroeg stoppen, maar op dat moment wist ik al dat ik training geven leuker vond dan zelf voetballen.” De jonge Duivenvoorden bouwde zijn carrière geleidelijk op. Hij deed eerst de E4 tot en met de E9 van VVSB. “Ik wilde graag een eerste team trainen. Dat kon toen niet bij VVSB, omdat alle teams bezet wa- ren. Bij Wilhelmus kreeg ik die kans wel, als trainer van de C1.” Duiven- voorden werd daarna trainer van de D1 van Alphense Boys, kwam als jeugdtrainer bij de jeugdoplei- ding van ADO Den Haag terecht om daarna vervolgens als trainer de A1-elftallen vanWilhelmus enVVSB onder zijn hoede te hebben. De vol- gende stap was een seniorenelftal. Pas 27 jaar oud werd hij aange- steld als trainer van tweedeklasser DOSR uit Roelofarendsveen. Via Katwijk, waar hij assistent-trainer was, en zondageersteklasser Den Hoorn streek hij afgelopen zomer neer op sportpark De Kooltuin. “Bij Den Hoorn wilde al vroeg in het sei- zoenmijn contract verlengen, maar toen Rijnvogels belde, was de keu- ze snel gemaakt.” Duivenvoorden maakt dan ook geen geheim van zijn ambities. Hij wil naar het hoogste niveau toe en Rijnvogels is een stap om- hoog. Hij heeft inmiddels UEFA A, maar hoopt binnen enkele jaren de UEFA Pro-opleiding te volgen. De KNVB hanteert strenge eisen voor de toelating. “Ik besef dat ik een a-typisch profiel heb”, zegt Duivenvoorden, doelend op zijn achtergrond als oud-student aan de Nijenrode-Universiteit en een cv met een beperkte voetbalcarri- ère. “Bij de KNVB is de laatste jaren ook steeds meer het besef door- gedrongen dat niet alleen top- voetballers goede trainers kunnen worden. Dat lijkt mij ook een goede zaak.” Duivenvoorden heeft FC Rijnvo- gels in ieder geval nieuw elan en fris voetbal bezorgd. Dat er on- der hem een andere wind is gaan waaien, is wel duidelijk. De stoffige speelwijze, met het accent op af- wachtend voetbal, heeft plaatsge- maakt voor ‘actievoetbal’. “We wil- len de tegenstander het hele veld afjagen. De nadruk ligt daarnaast op het durven voetballen. Het is zeker niet blind naar voren rennen, want ook bij balverlies zit er een duidelijk idee achter.” De hoge positie van FC Rijnvogels op de ranglijst is des te opvallen- der, omdat de club van de Kooltuin gedwongen was de afgelopen ja- ren het spelersbudget terug te schroeven. Dat er wat minder kan dan een paar jaar geleden is voor Duivenvoorden een gegeven. “Ik vind dat je altijd goedmoet kijken of een speler in het elftal past en wat kan toevoegen. Het is heel makke- lijk om spelers te scouten bij een eerste team op een gelijk of hoger niveau. Het is juist de kunst om de interessante spelers te vinden op een lager niveau.” Hij geeft Julian Dobbe als voor- beeld. “Julian speelde in Noordwijk 2 en daarvoor bij DOSR, maar doet het bij ons fantastisch. Een schot in de roos.” Twaalf punten uit vijf wed- strijden smaakt bij Duivenvoorden en FC Rijnvogels naar meer. “Nor- maliter horen we bovenin de mid- denmoot te eindigen. Rijnvogels kampioen? Ik denk dat het gekker was dat Leicester City landskampi- oen van Engeland werd.” Duivenvoorden geeft FC Rijnvogels schwung 0245090.pdf 1 23-10-2020 14:25:37 Magnolia 3 | 1424 LA | De Kwakel 0237056.pdf 1 19-10-2020 11:00:58 het rechtterrijtje eindigen, ik wil in het linkerrijtje komen.” Zijn invloed met één training is beperkt. “Dat is zo, maar dit zijn wel jongens die in het verleden op een hoger niveau hebben gespeeld. Voetballen hoef je niet te leren.” “Ik heb aan het be- gin van het seizoen gevraagd: wat willen jullie? Leuke bezigheidsthe- rapie of écht serieus trainen. Ze kozen unaniem voor het laatste. We hebben inmiddels het systeem omgegooid. Ik vond dat 4-4-2 beter past bij de kwaliteiten in de selectie. Ik ben er bij wedstrijden niet altijd bij, maar wel vaak.” Foto: Orange Pictures
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=