VoetbalJournaal Barendrecht, voorjaar 2022

R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M welove wesearch wedeliver 25 De toekomst lacht WCR weer toe, maar de club vergeet haar helden uit het verleden niet. Het Joost van Looyen-toernooi stond zaterdag 11 juni volledig in het teken van het eerbetoon van vrijwilligers die zich met ziel en zaligheid inzetten voor de club. Richard van der Werff geeft met veel genoegen leiding aan de selectie vanWCR. Het is de bedoeling dat de vereniging de stap naar de derde klasse gaat maken. Hoe lang hij nog trainer blijft, weet Van der Werff nog niet. Hij mist toewijding bij de jongere generatie. WCR, van 1946, had vorig jaar het 75-jarig jubileum te vieren, maar zoals veel clubs kwam daar weinig van terecht in een door corona beheerste maatschappij. Inmiddels is de club verjaard en staat de teller op 75 + 1. “De Vrienden van WCR zijn nog bezig met een jubileumboek, dat later dit jaar moet uitkomt. Dan hebben de leden nog een mooi aandenken”, reageert Jan de Groote, die al jaren bestuurslid is. Er staan dan wel geen speciaal jubileumfeest op het programma, maar WCR heeft volgens De Groote met het Joost van Looyen-toernooi al een evenement dat moeiteloos de concurrentie aan kan met een clubfeest. En dat terwijl het toernooi nog niet eens zo oud is, want de editie van zaterdag 11 juni was pas de vijfde. “Ook het toernooi heeft twee jaar stilgelegen”, legt De Groote uit. “Met twee jaar vertraging hebben eindelijk de vijfde editie kunnen organiseren.” De Groot omschrijft het toernooi als een pareltje dat perfect past bij de club zoals WCR wil zijn. “Het is een zeven-tegen- -zeven toernooi. We spelen WCR eert zijn ‘helden’ bij toernooi Richard van der Werff mist de toewijding in vier poules van zes teams, die ingedeeld zijn op basis van sterkte. De recreanten doen mee en ook de fanatiekelingen. Het belangrijkste is de gezelligheid, aansluitend is er een feest dat tot laat in de avond duurt.” Het toernooi heeft ook een mooi karakter, want het is een vingerwijzing naar vrijwilligers die in het verleden ontzettend veel voor de van oorsprong rooms-katholieke club betekende. “Joost van Looyen was één van die topvrijwilligers die zoveel heeft gedaan voor de club dat het lastig is om alles te noemen. Hij was van alles. Van een soort veldwachter tot iemand die voor de ballen zorgde”, zegt De Groote. In lijn daarop zijn alle poules vernoemd naar clubiconen. “Zo hebben we een Paul van Niele-poule, een Cor Overbeek-poule, een Jan Huizer-poule en een Wil en Wim Geijtenbeek-poule, zodat deze vrijwilligers niet worden vergeten, maar ook benadrukken dat we zonder hen niet de club zouden zijn zoals wij nu zijn.” Het warme eerbetoon past ook in de ontwikkeling die WCR de afgelopen zes, zeven jaar doormaakte. Een jaar of tien geleden stond WCR er een stuk slechter voor. De club had geen jeugd meer en leunde op vier seniorenelftallen. Daarna ging het roer echter om. “We zijn ons meer gaan profileren als gezelligheids- en familievereniging”, stelt De Groote. “Bij ons voetbal je met je vrienden. Het is bij ons ook een vaste prik dat elk seniorenelftal na een thuiswedstrijd een kratje bier en andere drank krijgt. We willen ook graag dat er een derde helft wordt gespeeld.” De jeugdtak werd door WCR van de grond af opgebouwd. De Groote kan met enige trots melden dat zijn club buiten zes seniorenelftallen op zaterdag en twee op zondag komend seizoen de dubbele cijfers heeft bereikt qua ingeschreven jeugdteams. “We zijn zesenhalf jaar geleden begonnen met de mini’s. Die gassies spelen inmiddels bij de onder dertien jaar. Dat is ook ons hoogste team. We groeien geleidelijk en daardoor is het ook goed te behappen in de organisatie. Vier, vijf teams in één keer erbij, dat is lastig. Maar elk jaar een team extra is prima te organiseren.” Van der Werff fungeerde als voetballer zelf als laatste man, in een tijd dat deze echt nog een stuk achter de voorstopper speelde. Op zijn positie werd overzicht, een goede pass en het vermogen om medespelers te coachen gevraagd. “Dat coachen deed ik graag omdat ik altijd wel oog voor het hele team had”, zegt de man die als voetballer vooral voor Rijnmond (later Rijnmond Hoogvliet Sport) uitkwam. “Ik vond het leuk me bezig te houden met de ontwikkeling van het team en de posities op het veld. Tegenwoordig bestaat de laatste man van destijds niet meer. De centrale verdedigers spelen nu naast elkaar en moeten zowel kunnen voetballen als een man uitschakelen.” Het voetbal heeft zich flink geëvalueerd de afgelopen dertig jaar, weet Van der Werff, die als trainer eerder onder meer vijf jaar Simonshaven onder zijn hoede had en ook het tweede van WCR begeleidde. “Het spel is veel sneller geworden en nu is het beter om met de centralen op lijn te spelen. Anders zou je te veel ruimte weggeven. Bij WCR probeer ik mijn selectie ook bewust te maken van de mogelijkheden die ze op het veld hebben. Met wisselend succes, moet ik zeggen.” WCR nam zich voor om de vierde klasse te verlaten en sprak die ambitie ook uit. Helaas mocht het afgelopen jaargang niet zo zijn voor Van der Werff en zijn manschappen. “We zijn in de subtop geëindigd, met een flinke achterstand (26 punten) op kampioen Hekelingen. We hebben veel te veel punten onnodig verloren. Maar ik moet ook zeggen dat we veel pech hebben gehad met blessures. Dat zeggen trainers altijd wel, maar het hield gewoon niet op bij ons.” Om in de toekomst beter gewapend te zijn tegen een aanhoudende blessurestroom, verwelkomt WCR in het komende seizoen een aantal nieuwe spelers. Trots meldde de club onlangs op de site dat onder anderen Diego Watson (SV Charlois) en Jordi de Bolster (Delta Sport) te bewonderen zijn in Rhoon. Van der Werff weet dat hij met voetballers als Darragh Zondervan goede routiniers tot zijn beschikking heeft, die het spel kunnen lezen en zijn ambitie om te promoveren volledig delen. Helaas kan dat niet van iedereen gezegd worden, stelt de trainer ietwat teleurgesteld vast. “Ik merk dat sommige voetballers die rond de twintig jaar zijn, het voetbal hooguit als een leuke ui t laatklep zien. Heel anders dan ikzelf vroeger: voetbal was alles voor mij, nog steeds trouwens. En ik was niet de enige: we hadden het de hele dag over voetbal met elkaar en zorgden dat we er allemaal waren op zaterdag. Tegenwoordig hebben jongeren ook veel andere interesses en dat gaat ten koste van de toewijding. Zelfs als talenten tegen het eerste aan zitten en uitzicht hebben op een basisplaats, gaan ze gerust twee weken op vakantie. Als ik dan zeg dat het ze hun plek in het eerste kan kosten, vinden ze dat geen ramp. Dan gaan ze gewoon lekker verder in het tweede.” Het is jammer, besluit Van der Werff, dat WCR er niet in slaagt aankomende jeugd maximaal te prikkelen. “De club doet er alles aan, daar gaat het niet om. Ze worden tiptop in de kleding gestoken, we gaan soms een hapje eten met z’n allen, noemmaar op. Helaas is het niet genoeg om het gevoel van betrokkenheid sterker te maken. Ik heb daar moeite mee en zal ook niet nog twintig jaar als trainer doorgaan.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=