VoetbalJournaal Barendrecht, najaar 2021

26 Lang geleden, lacht Van Eck, koesterde hij sympathie voor de inmiddels ver teruggevallen voetbalclub Roda JC. Daar was best wat voor te zeggen, want Van Eck bracht zijn jeugd door in het Limburgse dorpje Schinveld. Bovendien beschikte Roda JC eind jaren tachtig en begin jaren negen- tig over klasbakken als Ruud Hesp, Michel Boerebach en Raymond Atteveld. “Maar toen de prestaties achteruit gingen, verloor ik mijn be- langstelling.” Liever volgt hij tegenwoordig de verrichtingen van clubs als Bayern München en Liverpool, die patronen op het veld creëren “waar je blij van wordt.” Sowieso wordt Van Eck blij van sport; een groots evenement als de Olympische Spelen bijvoor- beeld, volgt hij met verregaande in- teresse. “Bij Heerjansdam ben ik nu ook helemaal op mijn plaats”, zegt de man wiens zoontje Milay deel uitmaakt van de JO10-1. “Vanwege werk ben ik geruime tijd terug sa- menmet mijn vrouw vanuit Limburg naar het westen gekomen. Ik was als veiligheidsmanager werkzaam bij een chemisch bedrijf in de Botlek en werk nu in Moerdijk. We kwamen in Barendrecht terecht en Milay wil- de vier jaar terug graag op voetbal. Vanwege een ledenstop bij de Ba- rendrechtse verenigingen kwamen we bij Heerjansdam uit, waar Milay wel direct kon aansluiten in de JO-7. Ik ben toen als trainer van dat team aan de slag gegaan.” Omdat hij nu eenmaal sportminded is, paste Van Eck – die zelf aan judo, wedstrijdzwemmen en volleybal deed – zich snel aan. Toen de jon- gens van de JO-7 ouder werden, bleef hij aan als trainer. “Dat ging heel goed, mede door de leuke samenwerking met de andere trainers. Op een gegeven moment werd ik ook benaderd om jeugdco- ordinator te worden. Ik heb het pri- ma naar mijn zin bij Heerjansdam en ben op dat voorstel ingegaan. Het trainerschap verschilt natuur- lijk best van het werk als coördina- tor. Maar ik doe het allebei met veel plezier.” Van Eck vindt het boeiend om ge- tuige te zijn van het proces dat jon- ge kinderen als mens en voetballer doorlopen. “Elke leeftijdscategorie heeft zijn eigen karakteristieken. Je ziet echt dat ze zichzelf ontwik- kelen en ik help ze graag daarbij. De spelers van ons team gedragen zich nu heel anders dan vier jaar terug. Ze hebben zich als voetballer ontwikkeld, maar zijn ookmondiger geworden.” De werkzaamheden die hij verricht als coördinator hebben vooral een organisatorisch karakter. Heel in- teressant ook, zegt Van Eck. “Maar trainer zijn is wel heel bijzonder. Heerjansdam in voor- en rampspoed voor Peter de Vries Ooit heette zijn functie ‘elftalleider’, maar Peter de Vries (65) mag zich bij Heerjansdam dankzij de KNVB tegenwoordig ‘teammanager’ noemen. De in Rotterdam opgegroeide clubman kan wel lachen om die ontwikkeling. Inhoudelijk blijft het werk gewoon hetzelfde voor De Vries, die vergroeid raaktemet de voetbalvereniging en inmoeilijke tijden veel warmte van zijn clubgenoten ervaarde. Christaan van Eck (40) is een echte Heerjansdam-man. Daarnaast, vertelt de in Zuid-Limburg opgegroeide jeugdtrainer, kan hij enorm genietenvanmooivoetbalspelinzijnalgemeenheid.VanEckcombineert het trainerschap van de JO10-1 met de functie van jeugdcoördinator. Hij maakt daarbij dankbaar gebruik van hulpmiddelen. Christiaan van Eck is helemaal op zijn plaats Of De Vries het dorpje Heerjans- dam inmiddels als volledig ver- trouwd ervaart? “Zonder meer”, zegt de man die zijn jeugd in Rotterdam in het Oude Noorden doorbracht. “Ik ben van origine een echte Rotterdammer en heb met veel plezier in die stad ge- voetbald. Eerst bij HOV, later bij Xerxes. Bij Xerxes heb ik voorna- melijk in het tweede gespeeld en kwam tot één officiële wedstrijd voor het eerste. Maar helaas: een fatale kruisbandblessure in 1978 op 22 jarige leeftijd zorgde ervoor dat ik moest stoppen.” De Vries trouwde begin jaren tach- tig met Karin en streek neer in het relatief bescheiden Heerjansdam. Toen zijn dochter Daniëla wel wat voelde voor een lidmaatschap bij de plaatselijke voetbalclub, kreeg ze natuurlijk toestemming. “Da- niëla vond het erg leuk bij Heer- jansdam. Via lokale scholen was er een actie geweest om meisjes enthousiast te maken voor het voetbal. Ik ging als teamleider in de zomer van 1991 bij de F2 aan de slag en voelde me al snel thuis. Het eerste voetbalde in de jaren tachtig standaard in de eerste klasse, destijds nog het hoogste amateurniveau. Ik kwam in 1992 in het jeugdbestuur terecht en was daar tot begin 2004 actief.” Ook zoon Ricardo de Vries maak- te heel wat meters en plezier op sportpark De Molenwei. Het leven lachte Huize de Vries toe, maar in 2004 kwam de rampspoed over het gezin. Bij de toen zestienjarige Ricardo werd een tumor in het her- senvlies vastgesteld, wat niet al- leen veel leed tot gevolg had, maar ook een bestaan dat werd bepaald door ziekenhuisbezoek. “We heb- ben een heel moeilijke tijd gehad”, zegt De Vries, die 42 jaren lang bij een verzekeraar op de financiële administratie werkte. “Een jaar la- ter kreeg ik zelf een hartstilstand. Er kwamzoveel op ons af dat Heer- jansdam op een lager pitje kwam te staan. Gelukkig steunden de mensen op de club ons enorm. Hun warme reacties hebben ons heel goed gedaan. Ricardo heeft de ver- wijdering van de tumor overleefd, maar is in een rolstoel terecht ge- komen. Het kostte best wat tijd om dat een plaats te geven.” Langzaam maar zeker werd De Vries weer actief bij Heerjansdam, waar hij jeugdscheidsrechters ging begeleiden. Zeven jaar terug werd hem gevraagd of hij teammanager van de A-selectie wilde worden. “Elftalleider dus”, lacht De Vries breeduit. ‘’De KNVB houdt van mooie termen, dus sta ik als ‘team- manager’ op het wedstrijdformu- lier.” De inmiddels gepensioneerde De Vries vertelt dat hij met veel toewijding ervoor zorgt dat de spe- lers van het eerste en het tweede over heerlijk frisse voetbalkleding kunnen beschikken. “Die kleding blijft achter op de club. Het was- sen is best veel werk, maar ik ben graag onder de mensen en ben voor een goed doel actief.” De Vries bouwde vanaf 2014 een goede band op met zowel spelers, stafleden als dewasmachine. Het is per club verschillend wat de team- manager precies doet, weet hij. “Bij sommige verenigingen regelt hij ook de oefenduels. Dat wordt bij ons door de technische commissie gedaan. Door het hartinfarct kan ik mijzelf ook niet meer zoveel belas- ten als vroeger. Maar het gaat op zich goed en we zijn ook dankbaar dat Ricardo zijn weg heeft gevon- den. Als het eerste speelt, werkt hij de sociale media bij.” Ricardo ontmoette een leuke part- ner en werd onlangs voor de twee- de keer vader. “Is dat niet mooi? Het leven is soms keihard, maar er zijn altijd waardevolle dingen. Ook Daniëla is actief bij Heerjansdam, zij is leidster van deMO-11 en levert ondersteunend werk op het gebied van communicatie. Mijn vrouw ten- slotte is actief in de kantine. En ja, thuis doet zíj altijd de was.” R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Ik vind het ook mooi om mezelf te ontwikkelen. Ik heb geen opleiding bij de KNVB gedaan, maar Heer- jansdam biedt de jeugdtrainers de mogelijkheid om aan zichzelf te werken. We hebben een app die ons helpt om trainingen degelijke voor te bereiden en veel inzicht geeft. Daarnaast heeft Jonathan Jonk ons trainingen en een stuk begeleiding gegeven. Hij is trai- ner van het eerste team, dat in de eerste klasse uitkomt. Helaas gaat Jonathan volgend seizoen weg.” Van Eck besluit met de woorden dat er ‘heel veel mooie dingen’ bij Heer- jansdam gebeuren. “We zijn niet de grootste club met onze 562 leden. Maar we ontwikkelen ons volop. Het doel is om uiteindelijk jeugdleden te laten doorstromen naar het eerste team. Maar de weg om het doel te kunnen bereiken is veel belangrijker dan het doel zelf. Hierdoor word je als vereniging gedwongen te blijven investeren in de ontwikkeling van de accommodatie, trainers en spelers. Momenteel heeft de aanleg van een nieuw kunstgrasveld plaats en is er ook een Pannaveldje gerealiseerd, speciaal voor de jeugd. Tevens zijn er initiatieven als een door eerste elftalspelers georganiseerde trai- ningsdag voor de jeugd en een trai- ningsdag met balkunstenaar Soufi- ane Touzani. Maar ook in techniek wordt nadrukkelijk geïnvesteerd. Er is een digitaal spelersvolgsysteem op komst waarmee de ontwikkeling van spelers gemonitord kan worden en spelers zichzelf op individueel gebied kunnen verbeteren.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=