VoetbalJournaal Goeree, najaar 2022

9 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Robbie Mijnders: ‘Mijn hart is helemaal oranje’ Manusje van alles, duizendpoot of kind van de club. Robbie Mijnders is het bij Melissant allemaal. Want als er iemand betrokken is bij de vereniging, dan is hij het wel. Of zoals de zeventienjarige vrijwilliger het na weer een zaterdag van acht tot acht zelf zegt: “Als ze me nodig hebben, kunnen ze bellen!” “Ik ben heel erg betrokken en doe veel dingen.” Het is waarschijnlijk het understatement van de eeuw. Want het lijstje met taken van Mijnders is lang, heel lang. “Jeugdtrainer, scheidsrechter, grensrechter bij het eerste, verzorger bij de dames, verantwoordelijk voor ‘de media’, de muziek en allerlei klusjes.” En, zo voegt hij later nog even toe. “Oja, ik zit ook in het mascottepak van Melissant, als Gerrit de Geit. Al moet dat misschien een mysterie blijven...” GEVOEL VAN THUIS Kortom, Mijnders is een echte allrounder op het gebied van vrijwilligerswerk. Binnen het veld wilde het iets minder lukken, zo vertelt hij. “In de JO13 ben ik gestopt, door problemen met mijn knie. En eerlijk? Ik vind het ook leuker om vrijwilliger te zijn.” Die uitspraak vraagt om wat uitleg. “Voetbal is heel leuk, maar alles eromheen vind ik eigenlijk het leukste.” Eerlijk is eerlijk, hij kan het weten. “Meteen nadat ik geboren was, ging ik bij papa kijken. Die speelde toen in het eerste. Zelf ben ik ook al begonnen toen ik vier was.” En dat merk je. “Melissant is echt het gevoel van thuis, hier kom ik tot rust. Andere clubs zijn ook leuk, maar toch net niet.” Met recht een kind van de club dus. “Haha, zo noemen ze me vaak wel. En zo voel ik me ook!” Er gaat dan ook bijna geen dag voorbij, of Mijnders is niet op het sportpark te vinden. “Ik spring vaak bij, als ze bij de JO7 of JO8 een trainer nodig hebben. En straks, als ik achttien ben, ga ik meedraaien achter de bar.” Maar ook voor klusjes draait hij zijn hand niet om. “Het scorebord, het ophangen van reclameborden of de bordjes bij de kleedkamer. Als je die dan ziet hangen, denk je toch: dat heb ik gedaan. Dat is gaaf.” Waarom hij het allemaal doet? Dat is een goede vraag. “Dat heb ik mezelf laatst ook afgevraagd, ik weet het ook niet precies. Melissant ziet gewoon diep in mijn hart, die is helemaal oranje.” GOUDEERLIJK Mijnders doet het dan ook niet alleen met een lach, maar ook met veel liefde. “Ik wil iedereen die hier komt, een leuke ervaring bezorgen. Met de muziek of door het begeleiden van de ‘Pupil van de week’. Dat vertellen ze weer op school en zo krijgen we extra leden. Die hebben we keihard nodig.” Net als een grensrechter voor het eerste. “We speelden een wedstrijd, het licht was slecht, dus ik dacht bij mezelf: is dat niet vervelend voor de vlaggers? Niet wetende dat ik dat zelf zou zijn. Niemand wilde het doen, dan doe ik het wel.” En dat bevalt prima. “Al mijn vrienden waar ik normaal mee naar de disco ga, voetballen in het eerste. Op deze manier ben ik toch betrokken en aanwezig in de kleedkamer.” Hoe hij is als grensrechter? “Heel eerlijk. Vroeger had ik zelf ook van die partijdige vlaggers, daar had ik zo’n hekel aan. Ik kan niet tegen onrecht.” Dus steekt hij zijn vlag nooit zomaar de lucht in voor buitenspel, toch? “Dat heb ik één keer per ongeluk gedaan en ik heb er nog steeds spijt van. Maar het was ook echt een twijfelgeval.” Genoeg om degradatie te voorkomen, was het in ieder geval niet. “Toen we degradeerden heb ik een uur lang met mijn shirt over mijn hoofd in de kleedkamer gezeten, dat kwam wel even aan.” Maar ‘clubliefde kent geen divisie’ en dus is het koppie inmiddels weer omhoog. “Ik ben ook supporter van Willem II, dus we hadden wat degradatie betreft de dubbel. Hopelijk worden we nu twee keer kampioen!” Halverwege het seizoen staken ze de koppen bij elkaar, werden er goede afspraken gemaakt en zagen ze het bij Melissant weer helemaal zitten. Maar na de nederlaag tegen Flakkee, zakte ook bij Tom Rosmolen de moed opnieuw in zijn schoenen. En dus volgde degradatie. “We moeten geen ‘vijfdeklasseclub’ worden!” Melissant moet geen ‘vijfdeklasseclub’ worden Terug naar de basis, duidelijke regels en volledige focus. Nog één keer zouden ze er bij Melissant met zijn allen voor gaan. “En iedereen hield zich er ook aan”, vertelt Rosmolen. “Thuis winnen van Flakkee, dan zouden we weer in die ‘flow’ komen. We verloren en zijn er daarna eigenlijk nooit meer bovenop gekomen.” De spreekwoordelijke genadeklap. “Toen wist iedereen wel dat we zouden gaan degraderen, maar dat is natuurlijk nooit leuk.” Toch zag de negentienjarige middenvelder annex verdediger nog wat lichtpuntjes. “We hebben inzet getoond en de competitie goed afgesloten, maar te laat.” EVEN WENNEN Met achttien punten uit 26 wedstrijden en een dertiende plek op de ranglijst, komt Melissant als één van de vier degradanten volgend jaar uit in de vijfde klasse. Al vertellen die cijfers niet het hele verhaal, weet de negentienjarige Rosmolen. “Het was een rommelig seizoen. De trainer lag er een tijdje uit vanwege problemen met zijn gezondheid, werd vervangen en kwam later weer terug. En we hadden een enorme selectie. Die moest op elkaar ingespeeld raken.” En dus was het wennen, ook voor hemzelf. “Drie jaar geleden kwam ik vanuit de jeugd bij het eerste, dit seizoen stroomden er opnieuw zes jongens door. Ik denk dat we niet één keer achter elkaar met dezelfde elf hebben gespeeld, dat is soms best lastig.” En dat terwijl Melissant voor Rosmolen toch behoorlijk bekend terrein is. “Op mijn zesde ben ik hier begonnen. Het is een hechte club, waar iedereen goed met elkaar op kan schieten.” Tussendoor twijfelde hij nog even over een overstap naar Dirksland of De Jonge Spartaan. “Bij Melissant kwam ik al als vijftienjarige in het eerste, een jaar later zat ik bij de selectie. Die stap is vrij groot. Daar had ik nog in de jeugd kunnen spelen, maar uiteindelijk heb ik dat niet gedaan. Door al vroeg bij de senioren te spelen, heb ik wel veel geleerd.” Wat vooral? “De balsnelheid ligt hoger en je moet sneller handelen, want het is veel meer fysiek.” KRIEBELEN Voor Rosmolen was het sowieso een bijzonder seizoen, zo vertelt hij. “In het begin had ik aangegeven dit jaar eigenlijk niet voor het eerste te willen spelen, vanwege mijn studie. Daardoor kon ik nauwelijks trainen en dus begon ik in het tweede.” Maar nadat hij was gestopt met studeren, begon het toch weer te kriebelen. “Ik maakte mijn rentree, we wonnen, dus ik dacht: nu moeten we doorpakken!” De laatste wedstrijden was Rosmolen zelfs aanvoerder en dus is hij er ook dit seizoen weer bij. Een doelstelling plakt de jongeling er nog niet meteen op. “Het is een nieuwe competitie, dus dat is lastig te zeggen. Gelijk promoveren, is denk ik een te groot iets om te zeggen. Maar we willen natuurlijk wel bovenin meedoen. We moeten geen ‘vijfdeklasseclub’ worden.” Vanaf welke positie hij daar een bijdrage aan gaat leveren, dat moet nog blijken. “Dat is ieder jaar weer een discussie. Wel altijd in de as van het veld, maar soms in de verdediging en dan weer op het middenveld.” Rosmolen heeft zelf in ieder geval een duidelijke voorkeur. “Het liefste op het middenveld. Dan kun je er toch meer energie in leggen en ook aanvallen. Achterin ga ik soms iets te veel en te gevaarlijk dribbelen, haha! Als het goed gaat is dat leuk, maar het gaat te vaak fout...” Maar voorlopig kunnen ze bij Melissant nog wel even genieten van die dribbels. “Op het fietsje naar de club, lekker samen een biertje doen. Ik zit prima bij ‘mijn cluppie’!” Foto: Eelco Versaevel Foto: Rinus van der Klooster

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=