VoetbalJournaal Goeree, najaar 2022

Van der Have rommelt lekker bij Stellendam Van het één kwam voor Jeroen van der Have het ander. Want wat hij bij Stellendam allemaal doet? Je kunt beter vragen wat niet. Maar de geboren Zeeuw doet het vrijwilligerswerk inmiddels alweer ruim twintig jaar met alle liefde en plezier. “Het is voor een goed doel, hè?” De 56-jarige Van der Have moet zelf al meteen lachen. “Je begint als assistent. Dan is het: doe je nog even dit? En nog dat? Dan gaat het balletje rollen, haha!” Al klinkt dat in eerste instantie logischer, dan het daadwerkelijk is. “Ik kom eigenlijk van Renesse, daar heb ik ook altijd gevoetbald. Lange tijd werkte ik op een SRV-wagen, tot diegene een winkel kocht in Stellendam. Of ik niet met hem mee wilde.” Dat gebeurde en toen ging het snel. “Je leert mensen en een leuke vrouw kennen, inmiddels woon ik hier al 30 jaar.” Hij trapte zelf nog een balletje, maar zag zijn rol toch vooral buiten het veld. “Mijn zoon ging voetballen, al snel merkte ik dat het qua trainers nog niet zo lekker liep. Daar wilde ik graag bij helpen.” En als Van der Have zegt helpen, bedoelt hij ook echt helpen. “Ik werd jeugdtrainer, leider, scheidsrechter en zit nu in het ‘onderhoudsteam’.” ENTHOUSIASME Dat alles met nog altijd evenveel plezier als vroeger. “Het is gewoon de sfeer bij de club, de jongens die er lopen. Zelf woon ik op drie minuten fietsen, dat is ideaal.” Jongens van vroeger, vertelt hij. “Die doen hier vaak ook wat, dan blijf je toch automatisch hangen.” Al is hij daar zelf misschien wel een klein beetje in door geschoten. “Ik doe eigenlijk alles wat er moet gebeuren. Tribunes schoonmaken, snoeiwerk, tegeltjes vernieuwen, noem maar op.” Alhoewel, alles? “Haha, elektrisch is niet zo mijn ding. Een lampje ophangen gaat nog, maar meer niet!” Ondanks het enthousiasme waarmee Van der Have praat over zijn ‘werk’, dacht hij een aantal seizoenen geleden toch echt aan stoppen. “Vier jaar geleden was dat, het werd allemaal iets te veel. Maar dan is er een trainersprobleem, blijf je toch nog een jaartje en uiteindelijk komt er daar steeds weer eentje bij. Nu zijn we er nog steeds.” Inmiddels als trainer van de JO16. “Je doet het ook voor die kinders. Het omgaan met ze, de spontaniteit en de wil om iets te leren. Dat is voor mij wel het belangrijkste, dat ze iets van je willen aannemen.” Voorlopig lukt dat best aardig. “Als je dan van ouders hoort dat ze weer lekker getraind hebben, dan is het voor mij goed. Daar gaat het toch om?” GOED GEVOEL Iedereen tevreden, dat sowieso wel een beetje zijn motto. En daar slaat hij soms best een beetje in door. “Af en toe word ik wel op mijn vingers getikt, dat ik te veel alleen doe. Maar als ik op tijd klaar ben met werken en ik weet dat er nog iets moet gebeuren, dan vlieg ik naar de voetbal.” Een makkelijke keuze. “Moet ik dan thuis op de bank gaan liggen? Dan kan ik toch beter lekker rommelen op de club. Dat geeft mij een goed gevoel.” Van stoppen moet de Van der Have dan ook voorlopig nog niks weten. “Ik roep al jaren dat ik minder ga doen, maar het is nog steeds heel leuk. Zolang ik het naar mijn zin heb, waarom niet.” Want de clubman geniet met volle teugen. “Eigenlijk van alles. Met die jongens langs het veld, toernooitjes of activiteiten organiseren, gewoon het sociale.” De vrijwilliger is dan ook bijna dagelijks op de club te vinden. “Zeker drie of vier dagen doordeweeks en altijd op zaterdag. Vanaf ‘s ochtends zeven, tot ‘s middags half twee. Dan vinden ze het thuis ook wel leuk als ik een keertje naar huis kom.” En dus kan een extra handje om te helpen, geen kwaad. “Ze doen het niet zomaar uit zichzelf, je moet het toch vaak vragen. Meestal zijn het dezelfde jongens en meisjes.” Toch begint het nieuwe seizoen bij hem alweer te kriebelen. “Als je dan die kinders hoort, krijg je er meteen weer zin in!” Begonnen bij De Jonge Spartaan, overgestapt naar Flakkee en een kans laten liggen om samen met zijn broer bij Melissant te gaan voetballen. De twintigjarige Sico Wielaard zit in Middelharnis helemaal op zijn plek. Zelfs na de degradatie van zijn ploeg. “Nu kijken hoe snel we weer terug kunnen komen!” ‘Knokken en zo snel mogelijk weer terug’ 19 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Want hoe gezellig het ook altijd is bij Flakkee, dat stapje terug naar de vijfde klasse, kwam ook daar toch wel aan als een flinke klap. “Degraderen is gewoon ‘klote’, dat was wel even een domper op de sfeer.” Helemaal omdat Wielaard en zijn teamgenoten daar aan het begin van het seizoen toch echt niet vanuit waren gegaan. “We zouden kijken wat de doelstelling ging worden, maar dit hadden we denk ik allemaal niet verwacht...” JONGE SELECTIE Maar na 26 wedstrijden en meer dan honderd tegentreffers, is dat de realiteit. Wielaard probeert zijn vinger op de zere plek te leggen. “Vorig seizoen zijn er heel wat jongens met ervaring gestopt, dat helpt natuurlijk niet mee. En we hadden flink last van blessures.” Hijzelf incluis. “Ik denk wel vier keer achter elkaar. Eerst aan mijn hamstring, toen een gekneusde voet en later nog mijn enkel.” Mede daardoor droeg de jongeling dit seizoen de aanvoerdersband om zijn arm, na het uitvallen van Mees Groenendijk. Met een kruisbandblessure. “In de jeugd ben ik het al eens eerder geweest, maar het is toch wel even wennen. Er worden andere dingen van je verwacht. En ik ben zelf ook nog maar twintig.” Het zegt veel over de gemiddelde leeftijd, denkt Wielaard. “We hebben echt een jonge selectie. Ik speel vaak, dus dan komen ze automatisch bij jou uit.” Veel moeite heeft hij met die nieuwe rol overigens niet. “Als aanvoerder ben ik niet anders, ik trek toch altijd wel mijn mond open. Dat is geen probleem verder, haha!” OP ZIJN PLEK En dus is de verdediger inmiddels niet meer weg te denken uit het elftal van hoofdtrainer Kees Breen. Maar hoe anders was dat een aantal jaar geleden. “Ik heb vanaf mijn vijfde eigenlijk altijd bij ‘Spartaan’ gezeten. Tot ik als B-junior naar hier ging.” Waarom? “Het was daar niet gezellig meer en ik zou in de B2 komen, dat zag ik niet zitten. Bij Flakkee kende ik de trainer van de A1 en er speelden al een paar vrienden.” Een moment van bezinning later, besloot hij de stap te maken. Tot volle tevredenheid. “Het is hier hartstikke gezellig. We kunnen het allemaal goed met elkaar vinden en ik zit hier heel goed op mijn plek.” Toch probeerden ze hem bij Melissant op andere gedachten te brengen. Met broer Nino in het veld en vader Huib als teammanager heel aanlokkelijk, maar Wielaard besloot het toch niet te doen. En dus speelt hij dit seizoen met Flakkee in de vijfde klasse. De vraag is voor hoelang. “We moeten gewoon gaan knokken en kijken hoe snel we terug kunnen komen. Het liefste natuurlijk meteen, maar ik weet niet zo goed wat ik moet verwachten.” Aan hemzelf zal het in ieder geval niet liggen. De ‘back’ geeft altijd alles. “Wat dat betreft ben ik wel een echte teamspeler.” En gedegradeerd of niet, zijn familie is er altijd bij. “Die komen eigenlijk altijd kijken, die support is natuurlijk heel leuk.” Wielaard kan niet wachten. “Die gasten weer zien en zin om te voetballen, dat blijft toch je passie. Een nieuw begin, we gaan er wat van maken!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=