VoetbalJournaal Walcheren, najaar 2020

21 VLISSINGEN – Seizoenlang combineerde Rogier Veenstra een rol als hoofdtrainer bij v.v. GOES met het trainerschap bij Jeugd Voetbal Opleiding Zeeland (JVOZ). Sinds zijn overstap naar Tweede Divisionist ASWH uit Hendrik-Ido-Ambacht ging dat niet langer. Toch bleef hij behouden voor JVOZ in een andere rol, als technische coördinator. “En dat bevalt me uitstekend moet ik bekennen.” Net als de grote buurman Zeelandia-Middelburg is Sportpark De Veerse Poort de thuisbasis van zaterdagvierdeklasser MZVC. KOUDEKERKE – Het is niet altijd een gebruikelijke combinatie, dat een vader en zoon de trainersstaf vormen van een eerste selectie. Sinds 2019 vervult Veenstra de nieu- we functie binnen JVOZ en sinds die tijd zijn er flink stappen gemaakt. “Ik sta niet meer zelf als trainer op het veld, maar toen ik voor ASWH koos was het noodzaak te kijken wat de opties waren. Want ik wil- de wel graag bij JVOZ betrokken blijven. Daaruit kwam dus de rol van technisch coördinator. In die hoedanigheid ondersteun en be- geleid ik de jeugdtrainers en con- centreer mij heel erg op de manier van trainen en het integreren van spelprincipes. Want daarin vond ik dat we binnen JVOZ nog wel de nodige stappen te maken hadden. Daarmee zijn we hard aan de slag gegaan en dat loopt nu vrij aardig.” JVOZ, opgericht in 2007, heeft als missie dé kwalitatief hoog- Dat is echter wel zowat de enige overeenkomst tussen beide clubs. Met Stéphane Cépèro keert er dit seizoen een oude bekende terug als hoofdtrainer. Afgelopen seizoen was hij al en- kele maanden interim-trainer, maar na het vertrek van Jac- ques Blijlevens staat hij weder- om als eindverantwoordelijke voor de groep.. Toen de club in april 2000 werd opgericht was Cépèro er ac- tief als speler, terwijl hij tussen 2011 en 2014 als trainer voor de groep stond. Hij promoveer- de destijds twee keer en bracht MZVC van de vierde- naar de tweede klasse. “En helaas zat er ook één degradatie bij in mijn vorige periode. Het mooie aan de club is, dat iedereen graag voor MZVC wil voetballen, dat het er erg gemoedelijk aan toe- gaat. Als je resultaten boekt is dat mooi meegenomen, maar de basis van alles is dat er een goede sfeer moet zijn, spelers met plezier naar de club komen en vooruitgang boeken. Dat zijn elementen die ik ook als trainer Sinds begin dit seizoen staan bij zaterdagderde- klasser VCK uit Koudekerke Huib en zijn zoon Al- oys Meerman als eindverantwoor- delijken voor de jonge Koudekerk- se spelersgroep. Huib Meerman was een van de betere Zeeuwse voetballers van zijn generatie en speelde onder meer voor Arne- muiden en Kloetinge, terwijl hij voor VCV Zeeland ook het profavontuur meemaakte. Nadat hij als speler stopte, was hij als trainer actief voor tal van Zeeuwse clubs. Onder meer bij Domburg, Vlissingen, Zeelandia Middelburg, Kapelle, Oostkapelle, Nieuwland en Nieuwdorp was hij Nieuwe technische rol bij JVOZ bevalt Rogier Veenstra uitstekend Trainer Stéphane Cépèro roemt de identiteit van zijn club MZVC Vader en zoon Meerman genieten van trainersrol bij VCK waardige jeugdvoetbalopleiding in Zeeland te zijn, die zoveel mogelijk Zeeuwse talenten laat doorstromen naar het betaalde voetbal. Talenten die het niet ha- len tot een Betaald Voetbal Orga- nisatie keren over het algemeen terug naar Zeeuwse clubs en zijn daarmee een verrijking voor het Zeeuwse amateurvoetbal. JVOZ heeft een nauwe samenwerking qua voetbal en studie met het Vlissingse Scheldemond College en is kent in Sparta Rotterdam een gerenommeerde opleidings- partner. Zorgen voor een vaste weekin- deling werken met een vastge- stelde jaarplanning aan de hand van tien uitgeschreven spelprin- cipes, dat is waar Veenstra zich als technisch coördinator sterk voor heeft gemaakt. “Daarmee willen we veel meer uniformiteit krijgen in het aanbod van oefen- stof richting de spelers. Het gaat om zowel de individuele- én de teamontwikkeling in de ruimste zin van het woord. In het verleden waren te trainingen veel te vrij- blijvend en deed elke trainer het naar eigen inzicht. Nu proberen we dat veel meer gestructureerd aan te bieden. En daarbij geef ik de huidige trainers, wat stuk voor stuk jongens zijn die al een flinke voetbalkennis bezitten, de nodi- ge handvatten.” Er wordt sindsdien nog veel meer maatwerk geboden aan de spelers en daarin speelt ook Veenstra een voorname rol. “We hebben qua trainers heel veel contact. Via What’s App bijvoor- beeld. Dan stuur ik een verhaaltje wat het spelprincipe inhoudt. Wat Je huis verkopen? www.M2makelaars.nl we terug willen zien in de trainin- gen bij de verschillende leeftijds- groepen. Trainers worden dan uitgedaagd om daarbij passende oefenstof te bedenken, waar- bij de rode draad gewaarborgd blijft. Dat werpt ook zijn vruch- ten af en op termijn wordt het doorselecteren ook makkelijker. Spelers raken gewend aan de vormen en moeten veel minder wennen als ze naar een leeftijds- categorie hoger gaan. In dat hele verhaal werk ik heel nauw samen met hoofd jeugdopleiding Niels Slager om dat vorm te geven, uit te werken en richting trainers uit te dragen. In individuele gesprek- kenmet de trainers gaanwe daar dan dieper op in. Je merkt dat dit veel energie geeft bij iedereen en dat de kwaliteit van onze oplei- ding daardoor stijgt. En dat is het uiteindelijk groter doel.” nastreef.” De kleinschaligheid, ge- koppeld aan plezier en gemoede- lijkheid is een identiteit die Cépèro enormwaardeert enwaarin hij pret- tig kan werken als trainer. “Ik heb bij twee soortgelijke clubs als trainer gewerkt en ik moet zeggen dat ik me in zo’n omgeving enorm prettig voel. Spelers hebben een grote be- reidheid ook naar elkaar toe en we hebben een goeie groep. Er is rou- tine in de persoon van Geert Bos- schaart en er zijn jonge talenten die nog stappen kunnen en moeten maken. Samen met medetrainer John Bentschap-Knook probeer ik hen daarin te ondersteunen en door middel van een persoonlijke aanpak in oefenstof en coaching ze te laten groeien.” Cépèro ziet zichzelf als een stimu- lerende trainer en wil in zijn aanpak en voetbalvisie altijd uitgaan van het positieve. “Spelers doen dingen in mijn ogen niet expres fout. Dus wat heeft het voor zin om te gaan schreeuwen of ze negatief te be- naderen. Daar is nog nooit iemand beter van gaan spelen. Dat past ook niet bij mij. En zeker nu na die hele corona-periode is het gewoon fijn dat we met elkaar weer op het veld kunnen staan. Dat zal wennen zijn, aanpassingen vergen ook. In benadering, maar ook qua inrichting van trainingen, kleed- kamers, met besprekingen en ga zo maar door. Iedereen heeft grote bereidheid om ervoor te gaan. Iedereen wil ook. Met VC Vlissingen is er een ploeg uit de buitencategorie bijgekomen. Waar wij onszelf uiteindelijk nestelen, dat zal afhankelijk zijn van de start én of iedereen fit blijft. Als het meezit, dan kunnen we misschien wel voor een ver- rassing zorgen. Maar, als na af- loop van het seizoen de spelers kunnen terugkijken op eenmooi jaar en ze hebben genoten, dan is me dat nog veel meer waard.” hoofdcoach. En nu dus bij VCK, waar hij zijn zoon Aloys naast zich krijgt als assistent. De 24-jarige assistent was ook vorig seizoen al trainer bij de JO19 van VCK, een functie die hij nu combineert met het assisteren van zijn vader bij de hoofdmacht. “Een geweldige klus. In tegenstel- ling tot mijn vader, was ik geen hoogvlieger als speler en koos daarom al snel voor het trainer- schap. Ik heb mijn UEFA-C behaald en wil ook UEFA-B behalen. Maar ik wil vooral vlieguren maken als trai- ner en heb nog veel te leren. Dat ik dit nu samen met mijn vader kan en mag doen, dat is mooi en vooral bijzonder.” Als trainer begon Aloys al vroeg bij de E-tjes van v.v. Nieuw- land. Vanaf de JO13 tot en met de JO19 was hij hoofdcoach en sloot hij het Nieuwlandse hoofdstuk af met een prachtig kampioenschap. “Toen combineerde ik het trainer- schap van de JO19 met het trainer van de JO15 bij v.v. Arnemuiden. Door omstandigheden kreeg ik de kans bij VCK om daar de JO19 te gaan doen. Die uitdaging wilde ik wel aangaan en keek ik af en toe al mee bij de vorige trainer Wesley Visser. Toen hij aangaf weg te gaan, benaderde het bestuur mijn vader. Hij wilde het wel doen, maar wel met mij als assistent. Een mooie kans en prachtig om er hier de ko- mende jaren wat neer te kunnen zetten. Ik vind het vooral bijzonder om dit samen te kunnen doen en samen te delen als vader en zoon.” Ze bespreken alles samen, van tactiek tot trainingsvormen en van voorbereidingen tot de opstelling. “Maar mijn vader is de eindver- antwoordelijke en het aanspreek- punt van de groep. We zijn van een andere generatie en hebben als trainers elk onze eigen kijk. Het is vooral ook mooi om van elkaar te leren. Ik van hem hoe hij omgaat met spelers en hoe hij bijvoorbeeld ‘slecht nieuws’ brengt naar spelers die niet spelen of afvallen. Dat as- pect daarin moet ik nog groeien. Mijn vader beheerst dat van natu- re, en dat is leerzaam. Anderzijds breng ik voor hem weer nieuwere en eigentijdse trainingsvormen in, waarvan hij weer leert. Zo vullenwe elkaar aan en willen we proberen deze jonge groep naar een hoger niveau te brengen en ze in alle op- zichten van het voetbal proberen beter te maken. We gaan zien wat het seizoen brengt, maar zolang mogelijk meedoen voor de prij- zen is wel wat we als doel hebben gesteld.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=