VoetbalJournaal Beveland, voorjaar 2020

30 Hij is pas twintig, maar al bezig aan zijn vierde seizoen bij de hoofdmacht van Nieuwdorp. Vorig jaar was voor iedereen bij de club een teleurstellend jaar, dit jaar is er meer reden om te juichen. Ook voor Nino de Jonge. Nino de Jonge vindt zijn draai bij Nieuwdorp “In de verdere toekomst zou ik graag de KNVB-cursussen gaan verzorgen” Hij is een vaste waarde, pikt zijn doelpuntjes mee en krijgt ook vanaf de zijkant steeds vaker positieve reac- ties. “Dat is toch een bevestiging dat je lekker bezig bent.” Wie Nieuwdorp vorig jaar in de ga- ten hield, zal niet verbaasd zijn dat de ploeg uiteindelijk degradeerde. De groen-witten stonden vrijwel heel het seizoen in de onderste regionen en kwamen uiteindelijk dus tekort. Toch ziet De Jonge niet alleen maar nadelen van die degra- datie en het stapje terug naar de derde klasse. “Tuurlijk was het een teleurstelling, maar iedereen zag het wel aankomen. Ik denk dat het voor de ontwikkeling van ons team misschien wel beter is om even een klasje lager te spelen.” ‘KICK AND RUSH ’ Veel mensen verwachten dan na- tuurlijk meteen dat Nieuwdorp on- der leiding van trainer Mick Vujovic mee gaat doen voor een snelle te- rugkeer naar die tweede klasse, tot ophedenbehoort dat nog steeds tot de mogelijkheden. “We hebben best wel een goede eerste seizoenshelft gehad, ondanks dat we een paar keer dik verloren hebben. We willen graag meedoen voor promotie, dat is duidelijk.” Dat de resultaten niet altijd alleen maar met goed voet- bal komen, wil de vliegensvlugge rechtsbuiten zeker niet ontkennen. “Het veldspel is soms niet om aan te gluren, dat moet echt beter. Het is vooral ‘kick and rush’, lange bal op Kevin van Iersel en dan aansluiten.” WENNEN Vorig jaar was De Jonge op ‘10’ een vaste basiskracht, nu komt hij meer vanaf de zijkant. De eerste twee jaar bij de senioren waren wennen voor hem. “Het is heel anders. Fy- siek, maar ook qua duelkracht is het aanpoten. In de jeugd word je min- der aangepakt, nu krijg je bij wijze van spreken meteen een rotschop.” De rechtspoot begon op zijn vierde met voetballen bij zijn huidige club, vertrok toen voor twee jaar naar Kloetinge, om vervolgens weer te- rug te keren. “Bij Kloetinge speelde ik in de B’tjes, vierde divisie en wer- denwe kampioen. Dat was eenmooi niveau, maar toen vroeg Nieuwdorp of ik hier in het eerste wilde komen spelen, dat leek mij wel wat.” Ambi- ties om hogerop te gaan heeft de twintigjarige aanvaller zeker nog wel, maar hij beseft dat hij nog ge- noeg te verbeteren heeft. “Aan de bal ben ik goed, maar zonder bal kan het nog beter. Vooral diepte maken, maar ook omschakelen en meeverdedigen.” Om beter en ster- ker te worden, zit hij naast de voet- bal ook nog vier keer per week in de sportschool, maar hij denkt nog niet aan een nieuwe club. “Eerst bij Nieuwdorp laten zien wat ik kan!” Met een werkver- leden bij Defensie, waar Duitemeijer sportinstructeur was bij de Koninklijke Landmacht, is het niet verwonderlijk dat hij een trainer is die er op trainingen af en toe graag de pees op legt. ,,Maar ik wil niet van voetballers horen dat ze het spelletje niet meer leuk vin- den, behalve van wisselspelers”,, verklaarde Duitemeijer eerder in de PZC. ,,Dus plezier staat gewoon hoog in het vaandel, al vind ik het tactische gedeelte ook wel belangrijk.” Dat hij trainer wilde worden wist de ex-speler van Terneuzense Boys, Terneuzen, Biervliet en HVV’24 al vrij vroeg. Dialogen met zijn leer- meesters ging hij nooit uit de weg. ,,Super cliché, maar van iedere trai- ner neem je wel dingen mee. Danny van de Velde hamerde op de kleine dingen; extra metertje pakken, ver- ste been inspelen. Leendert Geel- hoed was weer sterk in het neer- zetten van een organisatie, Diederik Hiensch was tactisch een kei.” Na één seizoen de JO19 en twee sei- zoenen het tweede elftal van Ter- neuzense Boys te hebben getraind, stroomde Duitemeijer dit seizoen in bij kampioen Lewedorpse Boys. Een stap waar hij naar eigen zeggen aan toe was. ,,Bij Terneuzense Boys had ik niet het idee dat ik direct door zou stromen naar het eerste. En ik wilde m’n eigen weg vinden. Bij Ter- neuzense Boys kende ik alles en iedereen, was ik als trainer one of the guys. Nu is het gezellig als je er bij bent, maar je blijft wel de trainer. Je staat niet helemaal tussen de groep.” Via Lebo-secretaris Ruden Grim, die woonachtig is in Terneuzen en onder Duitemeijer speelde bij Ter- neuzense Boys, belandde hij in het Bevelandse. De Zeeuws-Vlaming, die onlangs bijtekende voor vol- gend seizoen, legde zichzelf niet te veel verwachtingen op. ,,Het doel was handhaven, het liefst zonder nacompetitie. We staan nu keurig in de middenmoot (eind februari), en als de groep net zo enthousiast blijft trainen als voor de winter dan moet het goedkomen en kunnen we een feestje vieren.” De ambitie van Duitemeijer, die vanaf 2005 deel uitmaakte van het militair elftal dat zich toen tevergeefs probeerde te kwalificeren voor het WK 2007 in India, rijkt verder dan de derde klas- se. ,,En in de verdere toekomst zou ik graag de KNVB-cursussen gaan verzorgen.” Aan ervaring in lesgeven in ieder geval geen gebrek. Inmiddels werkt Duitemeijer tien jaar op het Scalda, waar hij bijvoorbeeld sportlessen geeft aan studenten die richting De- fensie willen, of aan particuliere be- veiligers. ,,Zwemmen, looptraining, krachttraining, zelfverdediging; in die vakken geef ik les. Daar doe ik m’n voordeel mee als trainer; het bijt elkaar zeker niet.” Lex de Meester Eén van zijn teamgenoten noemde hem ooit een belangrijke speler, met name door zijn manier van coachen. Als aanvoerder wilde Kees Duitemeijer (39) zijn groep dan ook altijd graag bij elkaar houden, zoals hij dat nu ook als docent, en als trainer van zaterdag- derdeklasser Lewedorpse Boys wil. Foto: Kees Duitemeijer

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=