VoetbalJournaal Beveland, voorjaar 2020
13 In het kampioensjaar mocht hij als A-junior al eens ruiken aan het eerste, nu is Rick Kramer niet meer weg te denken uit de basis bij Yerseke. De negentienjarige linksback is een vaste waarde in het elftal van Alexander van Keulen, maar snel tevreden is hij absoluut niet. Dit jaar moet het dan ook nog beter dan vorig seizoen. Rick Kramer wil altijd meer en beter Hij is pas bezig aan zijn tweede volledige seizoen bij de hoofd- macht van zijn club, maar dat is aan het aantal minuten dat hij heeft gemist nauwelijks te zien. Kramer werd door Van Keulen definitief bij het eerste elftal gehaald en krijgt dan ook het vertrouwen van zijn trainer, hij had zelf ook niet verwacht dat hij direct een basisplaats zou krijgen. “Het bevalt heel goed, want ik speel bijna alles. Het is toch wel een grote stap van de jeugd naar de senioren, maar geluk- kig heb ik mij snel weten aan te passen.” Toch merkt hij nog steeds duidelijke verschillen met het jeugdvoetbal. “Het gaat allemaal een stuk sneller. Bij de A’s heb je rustig de tijd om te kijken, nu moet je al gekeken hebben en moet je veel sneller handelen. Maar ook fysiek en conditioneel is het anders, dit is gewoon 90 minuten volle bak gaan.” LANGS DE LIJN De jeugdige verdediger kan met recht een kind van de club genoemd worden. Op zijn vier- de stond hij voor het eerst op het veld van de vissersclub, hij bleek toen nog te jong, maar vanaf zijn vijfde trok hij het rode tenue daadwerkelijk aan en dat doet hij dus nog steeds. Ondertussen deed hij nog wel twee jaar op rij mee aan de se- lectiedagen van JVOZ, maar tot een overstap kwam het niet. Men kent hem nu vooral als linksback, maar dat is niet altijd zo geweest. Wat voor linkervleugelverde- diger is hij dan? Een gemaak- te, zoals hij zelf zegt. “Vroeger stond ik altijd op het midden- veld of centraal achterin. Ik ben snel en kan redelijk goed ver- dedigen, dus dit past mij wel. Op het middenveld gaat het nog een stuk sneller, op deze plek voel ik mij thuis.” Als klein jon- getje begon hij dus met voet- ballen bij Yerseke, ging er tot op heden nooit weg en stond als ventje van zes langs de lijn toen teamgenoten van nu al in het eerste elftal speelden. “Ik ging altijd kijken. Arjen de Koeijer zat er toen ook al bij, nu spelen we samen. Dat is wel erg leuk.” GRETIG Yerseke kende een lastig begin van het seizoen, moest lang wachten op de eerste overwin- ning op eigen veld, maar de mo- tor begint langzaam te draaien. Inmiddels staat de ploeg in de bovenste regionen en is een plaats in de nacompetitie voor promotie binnen handbereik. De doelstelling is duidelijk. “Vorig jaar werden we in ons debuutseizoen in de tweede klasse vierde, nu willen we het beter doen. Hopelijk heb je dan ook een periode.” De club wil dus altijd beter, maar dat geldt ook voor de linkspoot zelf. “Ik ben niet zo snel tevreden. Je moet gretig zijn om altijd maar te kunnen verbeteren. Als ik een grote kans heb gemist, baal ik daar van. Ik ben jong, dus kan nog veel leren. Alles moet eigenlijk nog beter.” Ambities heeft de negentien- jarige Kramer die bezig is met zijn studie Marketing/Com- municatie en doordeweeks werkt bij Transportbedrijf Kotra, dan ook zeker. “Ho- ger spelen lijkt mij heel leuk, maar dan moet ik hard blijven werken en nog beter worden. En dan is het altijd nog maar de vraag of je het aankan na- tuurlijk.” Voorlopig heeft de inwoner van Yerseke het nog uitstekend naar zijn zin, maar dan moet er wel gewonnen blijven worden. “Het draait uit- eindelijk om de punten, maakt niet uit hoe. We komen uit Yer- seke, dus dan kan je er ook voor knokken.” Tevreden is hij mogelijk pas aan het einde van het seizoen. “Dan weten we of we echt beter waren dan vorig seizoen!” Wolfaartsdijk JO19 als kampioen naar eerste klasse Bijna de senioren speel je altijd één competitie, maar bij de jeugd heb je steeds vaker te maken met een ‘dubbele competitie’. Eentje voor de winteronderbreking en eentje daarna. Wolfaartsdijk pakte dus de titel in de tweede klasse en mag zich daardoor gaan meten met eersteklassers. Volgens de achttienjarige Flipse een goe- de zaak. “Dit is beter, omdat je anders nog een half jaar tegen mindere tegenstanders had ge- speeld. De tweede klasse was te makkelijk, nu krijg je te maken met een hoger niveau. Daar leer je weer nieuwe dingen van.” KLOETINGE Bij de JO17 van de club zitten ook spelers van Colijnsplaatste Boys, maar in het hoogste jeugdelftal is dat niet het geval. Volgens hem is Voor de winterstop was de JO19 vanWolfaartsdijk bijna onverslaanbaar. Het team van Mark Tak won acht van de tien wedstrijden, verloor slechts één keer en kroonde zich overtuigend tot kampioen van de tweede klasse. Daardoor speelt de ploeg in 2020 in de eerste klasse, aanvaller Jasper Flipse merkt meteen dat het allemaal een stukje sneller gaat. diemaatregel er vooral een voor de toekomst. “We hadden zelf genoeg spelers om een team te maken. De samenwerking is alvast voor later, als er wel te weinig spelers zijn.” Het team bestaat uit veel jonge jongens. Een paar zijn er zelfs pas zestien jaar, maar ondanks dat werden ze dus toch kampioen. “We zijn terecht kampioen geworden. Er zaten een aantal makkelijke wed- strijden tussen, maar zeker ook een aantal moeilijke.” Zelf kwam hij ook pas net kijken bij Wolfaartsdijk, want hiervoor speelde hij altijd in de jeugd bij Kloetinge. “Ik wist niet zo goed wat ik hier moest verwachten, want vorig jaar waren ze niet zo hoog geëindigd.” Het feit dat hij opge- groeid is in Wolfaartsdijk, maar speelde bij Kloetinge, behoeft de nodige uitleg. “Ik woon nu in Kloe- tinge en heb daar vanaf mijn acht- ste gespeeld. Ik kon het daar nog een jaartje proberen, maar het eerste elftal van Kloetinge is te hoog gegrepen. Hier spelen mijn vrienden, maar kan ik ook nog se- rieus trainen.” Bij de Bevelandse club voetbalde hij in de A2, het niveau waarop hij nu speelt vindt hij vergelijkbaar. Door zijn ervaring in de eerste klasse en het meetrainen met de A1 van Kloetinge, probeert hij het teamtehelpen. “Wewillener graag vol voor gaan en hebben veel ple- zier samen. Dat we kampioen zijn geworden is dan ook wel echt een teamprestatie.” Eerste klasse is voor een dorpsclub als Wolfaarts- dijk behoorlijk hoog, het aantal doelpunten van Flipse en zijn colle- ga-aanvallers hadden daarin een belangrijk aandeel. “Met zijn drie- ën hebben we 50 goals gemaakt. Dat komt ook omdat we altijd zo aanvallend mogelijk proberen te spelen.” Of dat aantal in de eerste klasse ook gehaald gaat worden, is nog maar de vraag. Het verschil is meteen te merken, vertelt hij. “Het gaat een stuk sneller en teams zetten veel meer druk. Danmoet je sneller handelen, kijken en spelen.” Toch heeft hij er vertrouwen in. “We kunnenmee op dit niveau. De doel- stelling is om niet te degraderen, als we in de middenmoot eindigen ben ik heel tevreden.” DEBUUT In de eerste seizoenshelft stop- te de teller voor de linksbuiten bij zeventien treffers, maar dat is voor hemzelf niet het belang- rijkste. “Winnen staat voorop, ik probeer te helpen met doelpun- ten of assists.” Dat het goed ging met de rechtsbenige aanvaller, bleef ook bij het eerste elftal niet onopgemerkt. Daar maakte hij namelijk al zijn debuut en kwam hij zelfs tot scoren. “Dat is echt ‘mannenvoetbal’. Je leert veel van de ervaring van die jongens.” Hij omschrijft zichzelf als iemand die doelgericht is, diepgang heeft en houdt van acties maken. Hij wil vooral plezier hebben, maar heeft voor volgend jaar een dui- delijk doel. “Dan hoop ik de stap naar het eerste te maken, maar als ik nog een jaar met dispen- satie in de A’s moet spelen, is dat ook goed. Het moet vooral leuk blijven!”
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=