VoetbalJournaal Westland, voorjaar 2023

7 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M ‘Met een jonge groep, naar die tweede klasse’ Betrokken geraakt door zijn zoon, jarenlang trainer geweest en nu technisch coördinator van de bovenbouw. Want ondanks dat René van Elswijk zelf nooit voetbalde bij derdeklasser Verburch, is er voor hem maar één ‘cluppie’. “Als je wat voor me hebt, wil ik wat betekenen!” Dat lieten ze zich bij Verburch geen twee keer zeggen én dus is de 58-jarige Poeldijker sinds dit seizoen technisch coördinator bij de club. Verantwoordelijk voor het eerste, tweede en de O23. “Ik houd van dit cluppie. Dus had ik aangegeven graag iets te willen betekenen, toen vroegen ze of ik interesse had.” En dat had Van Elswijk wel. “Vanuit mijn werk, vind ik managen en organiseren sowieso al leuk!” Na jaren als jeugdtrainer en vier seizoenen bij het tweede, dus een heel andere rol voor de vrijwilliger die in het bezit is van zijn UEFA C. Sowieso is zijn avontuur bij Verburch een bijzonder verhaal. “Ik heb hier zelf nooit gevoetbald, wel bij ADO Den Haag. Op mijn 29ste ben ik gestopt, vanwege fysieke ongemakken.” SUPERMARKT Hoe hij dan toch in Poeldijk terechtkwam? Via zijn zoon! “Die is nu 31, dus 25 jaar geleden ben ik hier begonnen. Vervolgens heb ik heel de jeugdopleiding doorlopen, als trainer.” Een bijzondere tijd. “Toen wij kwamen, was het heel dorps, echt Poeldijks. Nu heb je veel meer mensen van buitenaf, de club staat echt goed aangeschreven.” Of, zoals Van Elswijk het noemt: een ‘sleeping giant’. “Qua accommodatie, aantal leden en kantine, is het hier gewoon divisiewaardig.” Toch, hoe groot ook, blijft het altijd ons kent ons. “Je komt elkaar tegen in de supermarkt, dan is het toch altijd even praten over de voetbal. Dat maakt het zo leuk.” En sinds dit seizoen, heeft hij dus meer dan genoeg te vertellen, als technisch coördinator van de bovenbouw. “Ik moet eigenlijk het selectiebeleid bewaken. Je voert gesprekken met trainers, over de manier van trainen. Hoe doe je dat, hoe communiceer je en wat voor discussies voer je?” Want, zo is Van Elswijk van mening. “Je moet goed trainen, om goed te kunnen spelen.” En dus hebben ze bij Verburch een duidelijke visie. “Daarvoor heb je een goede communicatie nodig. Organiseren, overleggen en met het spelletje bezig zijn, is voor mij het mooiste wat er is.” Dit jaar voor het eerst met een O23-selectie. “We hebben nu geen JO19, dus dat is een behoorlijk jonge groep.” KLAARSTOMEN Met het idee om de stap naar de senioren soepeler te laten verlopen. Als ervaren jeugdtrainer, weet Van Elswijk namelijk als geen ander hoe groot die vaak is. “Meer duelkracht, meer prestatiegericht. De O23 is nu een opleidingselftal voor het eerste, na één of twee jaar, kunnen die jongens hopelijk de overstap maken.” Sneller klaarstomen voor het vlaggenschip van de club, met als ultiem doel: “Binnen drie jaar een vrij jonge groep kweken, die kwalitatief mee kan in de tweede klasse.” In de toekomst moet die nieuwe werkwijze Verburch een hoop op gaan leveren én dus steekt Van Elswijk er met alle liefde en plezier veel tijd in. “Je moet weten wat er speelt in de senioren. Zoveel mogelijk wedstrijden bekijken, luisteren, aankloppen en overleg voeren.” Een functie die hem op het lijf geschreven is, denkt hij. “Mijn kracht zit hem in het organiseren en verbinden, een soort ‘peoplemanager’. Dat is hartstikke leuk!” Want een club op de kaart zetten, doe je niet zomaar. “Hoe ga je selecteren? Het belangrijkste is dat iedereen speelminuten maakt. Wij praten zelf over één selectie, met drie teams. Die gaan ook samen op trainingskamp. Daardoor heb je verschillende belangen: met het eerste naar die tweede klasse, het tweede moet zich handhaven en de O23 willen we naar de derde divisie.” Toch staat persoonlijke ontwikkeling natuurlijk altijd voorop. “Soms moet je spelers sneller mee laten trainen of misschien zelfs wel doorschuiven. Om ze uit te kunnen blijven dagen.” Met een nieuwe JO19 in aantocht, loopt alles in ieder geval op rolletjes. “Ik ben een controlfreak, die houdt van het spelletje. Ik ben hier nog lang niet klaar!” Voorkomen is natuurlijk altijd beter dan genezen. Ook bij voetbalblessures. Maar als een speler dan toch een keer geblesseerd raakt, is goede behandeling van onmisbare waarde. Weet ook Wouter de Kok, als fysiotherapeut bij Verburch. “Met onze ervaring kunnen wij veel voor voetballers betekenen.” Bij Verburch is voorkomen beter dan genezen En als er iemand is, die dat kan weten, dan is het de 44-jarige De Kok wel. Met zijn eigen praktijk in fysiotherapie, inclusief keurmerk, barst de inwoner van Poeldijk van de ervaring. “Ik ben er rond 2007 eigenlijk een beetje ingerold. Het begon in 1997 met het CIOS, toen werkte ik als bijbaantje in een sportschool bij twee fysio’s, raakte ik besmet en ging ik weer studeren.” Drie jaar na zijn afstuderen, begon de fysiotherapeut in 2010 voor zichzelf. Sinds 2015 zit hij voor Verburch op zijn vaste locatie aan de Arckelweg. Door aanwezigheid van de praktijk op het sportpark zelf, was een samenwerking onvermijdelijk, eentje waar de derdeklasser nadrukkelijk de vruchten van plukt. “Met onze ervaring door de jaren heen, kunnen we veel voor voetballers betekenen. We zijn nu met zes man, een echt topteam! Op die manier is er ook altijd een fysio aanwezig.” ECHOGRAFIE Mocht er dan onverhoopt toch iemand geblesseerd raken, ligt het stappenplan al klaar. “Ze komen eerst bij ons voor een diagnostiek, om te kijken wat er aan de hand is. Mocht het nodig zijn, volgt er dan aanvullend onderzoek. Middels echografie.” Vooral van dat laatste, maken De Kok en Laura Nederpel dankbaar en veelvuldig gebruik binnen hun praktijk. “Je merkte voorheen, als we alleen de testjes deden, dat er altijd een bepaalde foutmarge in zat. Dan wist je het nooit helemaal zeker. Om dat uit te kunnen sluiten, hebben we ons gespecialiseerd in echotherapie.” Waar dat voor zorgt? “Meer zekerheid! Op zo’n echo kun je fracturen en vocht zien, dus is het makkelijker om het letsel in te schatten. Deze manier van werken geeft de speler én trainer meer duidelijkheid. Door betere diagnostiek, kunnen we een goed en persoonsgericht plan van aanpak maken.” Waar hij dat eerder al voor andere clubs verzorgde, doet hij dat nu dus ook in samenwerking met Verburch. De fysiotherapeut licht de werksituatie nader toe. “Op maandagavond hebben we een inloopspreekuur voor de jeugd en de selectie. Spelers die ergens last van hebben kunnen langskomen én krijgen voorrang met inplannen.” Daarnaast sponsort De Kok de club een verzorger, maar dat is nog lang niet alles. “Aan het begin, tijdens en aan het einde van het seizoen, doen we verschillende conditietesten. Om blessures te kunnen voorkomen.” Heel gemakkelijk is dat overigens niet, vertelt hij lachend. “Zeker na de zomer, haha. Dan hebben ze allemaal goed vakantie gevierd...” MONITOREN Toch proberen ze daar, samen met Verburch, stappen in te maken. “Het wordt steeds serieuzer en fanatieker, dat merk je. Ieder jaar begint dat weer opnieuw, het is moeilijk om de periodisering goed te krijgen. Hoe kun je een groep belastbaarder maken, zonder dat het spierblessures oplevert? Daar geven we advies in.” Want, zo weet De Kok uit zijn jarenlange ervaring. “Sporters balen als ze een blessure hebben, dus dat moet je zien te voorkomen. Dat heeft ook met een bepaalde levensstijl te maken.” Maar de aanhouder wint. “Ik denk dat het uiteindelijk wel gaat lukken. Je probeert ze toch iedere keer weer een stukje wijzer te maken. Veel factoren spelen daarbij natuurlijk een rol: leeftijd, stress, werk, voeding. Noem maar op. Ook het biertje op vrijdagavond, heeft een negatieve invloed op je herstel. En toch doet iedere speler dezelfde training...” Vooral dat laatste, vindt De Kok meer dan interessant. “Hoe komt die trainingsprikkel aan? Dat zou je eigenlijk willen monitoren. Of dat reëel is bij een derdeklasser? Misschien ben ik daar iets te fanatiek in.” Of toch niet. “Er wordt wel degelijk over gesproken. Camera’s, een volgsysteem en apparatuur om alles te kunnen meten. Grote kans dat het gaat gebeuren!” Tot tevredenheid van hem, natuurlijk. “Het is ook voor die jongens een soort stok achter de deur; ik word straks weer getest, dan moet ik wel fit uit de zomer komen.” Wat dat betreft kunnen ze bij Verburch aan de bak. “Als wij daar een rol in kunnen spelen, is dat toch top?” 0282855.pdf 1 4-4-2023 15:38:09 0282642.pdf 1 4-4-2023 15:32:33

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=