VoetbalJournaal Westland, voorjaar 2023

13 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M e Schoof 180 (078) 711 10 00 Hypotheker Maassluis Wagenstraat 31-33 | 3142 CR Maassluis | 010-5900083 Hypotheker Naaldwijk Molenstraat 37 | 2671 EW Naaldwijk | 0174-266367 0224229.pdf 1 28-1-2019 16:5 Westlandia richt zich op ‘vrienden met ambities’ Achteraf gezien kwam de degradatie van het eerste, afgelopen seizoen, stiekem misschien wel helemaal niet zo verkeerd uit. Jeugdspelers kregen nóg vaker de kans en dus was dat voor Westlandia een mooi moment, om ook nog eens wat extra aandacht te besteden aan de breedteteams. Tot tevredenheid van jeugdvoorzitter Johan Vis. “Het gat werd te groot.” Tijd om daar iets aan te doen, dachten ze bij Westlandia. En dus sloegen Vis en collega Wim Verschoor de handen ineen. “Een klein beetje ingegeven door onze eigen kinderen, die ook niet in de selectie voetballen.” De doelen die werden gesteld, waren simpel: “Meer opleidingsmogelijkheden geven, aan iedereen. Zorgen dat we overal, dus ook bij tweede teams, een uitgebreide staf hebben.” Al is dat laatste, nog niet zo makkelijk, weet de 48-jarige vrijwilliger. “We willen alle kinderen twee trainingen aan kunnen bieden, gegeven door goede trainers. Dat gaat met betaalde krachten nu goed tot de JO15, daarboven is het nog zoeken. Daar val je toch vaker terug op ouders of vrijwilligers.” VOORBEELD Maar als ze ergens weten hoe je moet opleiden, is het bij Westlandia wel. “Vijf jaar geleden, werden we verkozen tot beste jeugdopleiding van Nederland. Met de selectieteams is het goed gesteld, nu willen we zorgen dat het gat met de breedteteams niet te groot wordt.” Want, zo vertelt Vis. “We steken niet onder stoelen of banken, dat we ambitieus zijn. We willen een opleidingsinstituut zijn voor trainers, spelers, analisten of keeperstrainers. Dan moet je zorgen voor aantrekkingskracht, wat betreft talenten, maar ook dat het tweede team kwalitatief goed is.” Waarom dat belangrijk is, benadrukt hij nog maar eens. “Als ook daar goede trainers op staan, wordt de groep die de selectie kan halen, uiteindelijk alleen maar groter.” Bijvoorbeeld met de ‘train de trainer-opleiding’. “Op die manier proberen we jonge trainers klaar te stomen om training te geven aan tweede teams. Maar ook als een trainer van een eerste team stopt, proberen we die te behouden.” Uiteindelijk moet die werkwijze, zijn vruchten af gaan werpen. “Als je meer aandacht geeft op jonge leeftijd, leren ze uiteindelijk ook meer.” Een goed voorbeeld uit de praktijk, is de JO16-2, vertelt Vis. “Dat is een vriendenteam, maar wel één met ambities. Inmiddels spelen ze in de hoofdklasse, onder leiding van twee oud-spelers van het eerste, dat is een beetje hoe we het voor ons zien.” LIJN DOORZETTEN Vis, zelfooiteenflegmatiekebuitenspeler, loopt al 40 jaar met een lach op zijn gezicht rond. “Ik ben hier opgegroeid, het is echt een familieclub. Je komt allemaal jongens tegen, waar je zelf nog mee hebt gevoetbald. Die hebben nu vaak weer een vrijwilligersfunctie.” Zelf is hij inmiddels begonnen aan zijn tweede termijn als jeugdvoorzitter. “Ik wilde graag iets terugdoen voor de vereniging én dit leek me wel wat. Het is leuk om die ontwikkeling te zien, maar ook hoe ze het naar hun zin hebben. Tijdens de derde helft, feesten of activiteiten.” Want ook in dat laatste, steken ze bij Westlandia de nodige energie. “Je wilt het bezoek aan onze club, voor iedereen zo leuk mogelijk maken. We zijn nu bijvoorbeeld ook aan het kijken om een pannaveldje te realiseren.” Hoe fanatiek ook, het blijft een familievereniging, beseftVis. “Spelers moeten zich, ieder op hun eigen niveau, thuis voelen. In een veilige en gezellige omgeving. Het is leuk als dat lukt.” Toch, moet er natuurlijk ook wel gepresteerd worden. “Hopelijk kunnen onze eerste teams in de vierde divisie blijven. En dan zou het mooi zijn, als de tweede teams daar dicht tegenaan zitten. Wie weet is er dan zelfs wel onderlinge uitwisseling mogelijk.” Uiteindelijk moeten ze daar bij het eerste elftal, natuurlijk ook iets van gaan merken. “We willen graag terug naar die derde divisie en stiekem droom ik van nog een niveautje hoger. Dat mag toch? Al is dat heel lastig met allemaal eigen spelers, dat besef ik ook.” Aantrekkingskracht voor talenten uit de regio en plezier voor iedereen. De ambities zijn duidelijk. “Het maakt ons uiteindelijk ook trots als jeugdtrainers van ons, ergens anders terechtkomen bij de senioren. Of jongens uit de jeugd, naar een BVO gaan. Die lijn moeten we doorzetten!” Meedoen is belangrijker dan winnen. Vanaf vandaag is dat niet alleen meer de Olympische gedachte, maar ook het motto van Westlandia JO7. Want of ze nou verliezen of winnen, het plezier wordt er niet minder om. “Ze hebben het bij 0-4 achter net zo naar hun zin!” ‘Trots dat hij hetzelfde pad bewandelt’ Was getekend, Sonny Kastelein. Begeleider op de zaterdagochtend. Dus hij kan het weten. “Lekker de wei in, iedereen aan het voetballen. Het is heerlijk om ze zo te zien huppelen.” Om die Olympische gedachte meteen nog maar een beetje meer kracht bij te zetten, neemt de betrokken ouder ons in gedachte mee naar het veld. “We spelen vier tegen vier, soms vijf tegen vijf, ligt eraan hoeveel er zijn. Maar heel af en toe, hevelen we ook spelers over naar de tegenstander. Als die er niet goed genoeg hebben. Laatst speelde mijn zoontje, tegen zijn eigen team. Die waren wel blij met ‘die lange’. Het gaat om het plezier, niet om de puntjes.” SPECIAAL LIEDJE Plezier dat de jeugdspelertjes van de JO7 ook maken op woensdagmiddag, maar dan zonder de 41-jarige Kastelein. “We hebben zes ouders die training geven, aan in totaal dertig kinderen. Vier begeleiders zijn er zeker altijd.” In het weekend, wordt de groep gesplitst. “Ik ga met vijftien spelers de deur uit én iemand anders ook: JO7-A en JO7-B.” Maar eigenlijk, is die hele wedstrijd in principe van ondergeschikt belang, lacht de trainer. “De penalty’s, na afloop, vinden ze eigenlijk het leukste!” Sterker nog, bij Westlandia hebben ze er zelfs een speciaal liedje voor bedacht. “Dan zingen ze: ‘Deurtje open, of deurtje dicht’, afhankelijk van of wij moeten scoren of keepen!” Ook Kastelein, kent zijn klassiekertjes inmiddels. “Ik ben betrokken sinds mijn zoon vier is, hij is nu zes. Eerst als trainer. Dan doe je met die kleintjes tikkertje, schieten, op de bal zitten, dat soort dingen.” En het mooiste van allemaal, voor het voetbaldier: “Ik heb hier zelf ook altijd gevoetbald en rondgelopen. Westlandia is echt een familieclub. Ondanks dat het één van de grootste clubs van Nederland is, is het heel erg hecht.” En dat heeft hij gemerkt. “Een periode kwam ik er minder, dan kom je na acht jaar weer terug en voelt het alsof je maar één dag bent weggeweest: ‘Leuk dat je er weer bent’. Alsof je gister de deur dichtdeed.” Want voor Kastelein, voelt het als een soort reünie. “Je geeft nu eigenlijk training, met oude voetbalmaten. Hun kinderen, voetballen hier dan ook weer allemaal.” SOORT DROOM En wat is er mooier, dan om dat samen met je zoon te beleven. “Elke zaterdag is een feestje! Ik ben best wel trots, dat hij nu eigenlijk hetzelfde pad bewandelt.” De sfeer thuis, laat zich dan ook raden. “Daar gaat het natuurlijk veel over voetbal, over de wedstrijd. Tegen wie we moeten, of dat ‘ie vorige keer een hattrick had gescoord.” Het doet hem terugdenken aan zijn eigen tijd, als jong ventje. “Het is leuk om zijn plezier te zien, omdat ik dat zelf vroeger ook altijd had. Dan is het mooi voor hem, als ik dan langs de kant sta. Mijn ouders waren gescheiden, dan is dat toch minder.” Herkent hij iets van zichzelf als voetballer, in zijn zoon? “Die kleine scoort veel en vooral die lange benen, heeft hij wel van mij. Ik was van origine een aanvaller, dat spel zie ik soms al een beetje terug in hem.” Een fanatieke voetbalcoach, in de goede zin van het woord. Want uiteindelijk, draait het natuurlijk allemaal om plezier. “Ik geniet dat mijn zoon er, samen met die andere jongetjes, loopt en dat ze het ongelooflijk leuk vinden. Het enthousiasme van die voetballertjes, maar ook hun ouders, die er staan in weer en wind... Dat is toch een soort clubgevoel.” En, zo beseft Kastelein zich tegelijkertijd. “Het is ook een beetje kneuterig, maar dat maakt het leven mooi.” De inwoner van Naaldwijk kan er geen genoeg van krijgen. “Het is toch een soort droom, als je zelf twintig jaar gevoetbald hebt, dat je zoon het dan ook heel leuk vindt. Maar als hij op ballet gaat, ga ik ook mee hoor!” Voorlopig houden ze het samen nog maar even bij voetballen. “Zolang hij voetbalt, blijf ik meegaan. Als trainer of om ballen op te pompen, ik ben er toch!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=