VoetbalJournaal Walcheren, najaar 2024

17 R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M Vrijblijvende waardebepaling? www.M2makelaars.nl Voorzitter Bob Boekema wil met SJO Serooskerke/Veere verder doorbouwen Matthias Dees hoopt opnieuw kans te grijpen onder de lat bij Veere VEERE – Hij is inmiddels bezig aan zijn vierde seizoen bij v.v. Veere nadat hij vanuit de SJO werd doorgeschoven. Als jeugdproduct van v.v. Serooskerke zag Matthias Dees veel meer kansen op speelminuten bij de vierdeklasser waar hij nu hoopt vaste doelman te worden. In de afgelopen twee seizoenen keepte Dees steeds de helft van de wedstrijden. Het eerst jaar wisselde de trainer halverwege van keeper om tactische redenen. Vorig seizoen lag er een andere reden aan te grondslag. “Toen brak mijn concurrent zijn sleutelbeen en kreeg ik de kans onder de lat. Het is voor een keeper niet ideaal om steeds maar een half seizoen te kiezen. Mijn doel voor dit jaar is dus duidelijk: een heel seizoen de onbetwiste eerste keeper worden.” In het tussenseizoen waren er de nodige wisselingen in de selectie van Veere waar jongens vertrokken naar onder meer SSV’65, SVOD’22 en Zeelandia Middelburg. “We hebben ook wat spelers voor teruggekregen maar we zijn we ervaring kwijtgeraakt. Daarbij zijn er ook nog wat spelers naar het tweede elftal gegaan en hebben we best een jonge groep. En bovendien ook een nieuwe trainer in de persoon van Joachim Cornelisse. Voor ons als spelers overigens wel een oude bekende.” Cornelisse is de opvolger van Lorenzo de Groot. Een echte clubman die in het verleden tussen 2017 en 2019 ook al eens als eindverantwoordelijke voor de selectie van Veere stond. “ Ik wil het graag de trainer zo moeilijk mogelijk maken in zijn keuze voor een vaste keeper. Alex Bakker is teruggekeerd en heeft natuurlijk heel veel ervaring. Daar kan ik sowieso veel van leren. Ik heb de afgelopen seizoenen denk ik aardig gekeept. Ik ben misschien wel meer een lijnkeeper dan een meevoetballende. Doordat iedereen onder een nieuwe trainer feitelijk weer op nul begint, zie ik ook echt kansen voor mezelf. Het is aan mij om te laten zien dat ik de beste ben en aan de trainer om te bepalen welk type doelman hij graag onder lat heeft.” Dees voelt zich op zijn gemak bij de dorpsclub en heeft geen seconde spijt van zijn keuze om Serooskerke om te ruilen voor Veere. “Ik had destijds voor mezelf een afweging gemaakt qua speelkansen. Die zag ik groter in bij Veere dan bij Serooskerke. Tot op heden heb ik als jonge keeper best al wat wedstrijden gekeept. Een keeper kan misschien langer doorgaan dan een voetballer, maar nu ik heb laten zien dit niveau aan te kunnen ga ik wel proberen om mijn huid zo duur mogelijk te verkopen in de concurrentiestrijd.” SEROOSKERKE – Hij begon het vorige seizoen nog als keeper van het tweede elftal. Daar keepte Tygo de Bruijn bijna een half seizoen tot hij vanwege een blessure bij eerste goalie Jens van de Broeke plots bij de hoofdmacht onder de lat stond. De jongeling hield zich prima staande en hoopt ook dit seizoen weer een vaste stek onder de lat te veroveren. Vaste plek onder de lat dit seizoen het ultieme doel Tygo de Bruijn In de jacht op een vaste basisplek in het keurkorps van trainer Cees Houtepen kreeg De Bruijn echter te maken met extra concurrentie in de persoon van Stephan Beekman die overkwam van v.v. Goes. “Dat zorgt ervoor dat we als keeper onze huid duur moeten verkopen wil je uiteindelijk onder de lat staan bij het eerste. Daar ging ik vol voor in de voorbereiding, tot ik in een oefenpotje tegen FC Dauwendaele een bal weg stompte. Ik raakte daarbij ook een hoofd en brak een middenhandsbeentje. Zuur maar het is niet anders jammer genoeg. Toch hoop ik wel dat ik aan de start van de competitie fit genoeg ben en dat ik de trainer heb weten te overtuigen.” Vorig jaar was het eerste jaar van De Bruijn in de senioren, nadat hij vanuit de JO19 bij de SJO Serooskerke/ Veere was doorgestroomd. “Het was de bedoeling om eerst te wennen aan het seniorenvoetbal en dat dus vanuit het tweede elftal te doen. Daar eerst wekelijks spelen, meetrainen bij het eerste en dan af en toe als reservekeeper op de bank plaatsnemen. Sneller dan verwacht moest ik echter aan de bak en denk dat ik terug kan kijken op een redelijk seizoen. Sinds mijn vijfde ben ik actief bij Serooskerke en het was altijd mijn doel om bij het eerste te kunnen spelen. Dat heb ik vorig seizoen weten te realiseren, al was dat nog vanwege een blessure bij mijn collega-keeper. Nu hoop ik dat ik puur op kwaliteit door de trainer wordt verkozen tot eerste keeper.” De blessure is een vervelende streep door de rekening, al houdt de 19-jarige vertrouwen in zijn kwaliteiten. “De tegenstanders zijn sneller, harder en slimmer ten opzichte van de jeugd. Ik heb me daarin vrij snel ontwikkeld. Goede wedstrijden gekeept, maar ook wel een aantal mindere. Ik heb wil in alle facetten beter en completer worden. Daar werk ik hard aan Ik was aanvoerder bij de JO19 en coachte heel makkelijk. Nu kost dat nog veel meer energie en dat moet een automatisme worden.” En dat coachen zal De Bruijn dan moeten gaan doen in de derde klasse na de degradatie vorig seizoen. Al ziet de goalie dat Serooskerke niet zomaar vanzelfsprekend weer bovenin gaat meedraaien. “Er zijn een groot aantal ploegen met heel veel kwaliteit in de selecties. Wij hebben ook een goeie groep, heel jong ook met enkele ervaren krachten. Gelukkig voor ons is ook Ruben Hollemans weer bijna volledig fit. Zo’n speler is voor ons als ploeg van onschatbare waarde. Qua spel, maar zeker ook in de coaching en de rust die hij uitstraalt. De trainer krijgt daardoor meer opties om uit te kiezen. Ook qua keepers heeft de trainer een luxeprobleem. Mijn doel is om uiteindelijk eerste keus te worden hier bij Serooskerke. Daar ga ik in elk geval dit seizoen alles aan doen.” SEROOSKERKE/VEERE – Hij was al enkele jaren betrokken bij de SJO Serooskerke/Veere, maar Bob Boekema is pas sinds enkele weken de nieuwe voorzitter van de samenwerkende jeugdopleiding. ‘We zitten in een positieve flow met elkaar en we willen nu graag verder doorbouwen en professionaliseren.’ “De standaard moet verder omhoog. In het beginsel was er sprake van twee verschillende identiteiten, maar inmiddels zijn we als SJO écht wel één vereniging. We hebben in de beginperiode vooral ingestoken op goede samenwerking tussen de clubs. Dat loopt uitstekend. Nu is het zaak om verdere stappen te zetten en te professionaliseren. Dan bedoel ik nóg meer investeren in kwalitatief kader, maar ook actief nieuwe aanwas en leden werven. Je moet de boel op peil houden met de blik gericht op de toekomst.” Boekema woon inmiddels al meer dan twintig jaar in Veere, al heeft hij verder geen enkele voetbalachtergrond. Maar toen zijn zoontje ging voetballen kwam hij in aanraking met de SJO en voor hij het wist had hij een rol als trainer en leider ‘te pakken’.. “Zo gaat dat vaak, maar het is ook prachtig om te doen en onderdeel van uit te maken. Nu ben ik nog wel leider van het jeugdteam, terwijl ik ook betrokken was en blijf bij ons jeugdtoernooi. Dat heeft een stevige reputatie opgebouwd en teams hebben zich nu al ingeschreven voor 2025. Dat zegt veel over hoe de zaken worden geregeld en opgepakt binnen de SJO.” De SJO is actief bij beide verenigingen en dat is een voordeel volgens de nieuwbakken jeugdvoorzitter. “Absoluut! Want zo blijf je reuring houden op beide clubs en is er plezier, beleving en kunnen ook de ouders en grootouders blijven supporteren. Dat is belangrijk. Plezier moet altijd de boventoon voeren. Binnen het bestuur en het verdere kader heeft ieder zijn eigen taken en verantwoordelijkheden. Je maakt ze daarmee ‘mede-eigenaar’ van het succesverhaal. We proberen iedereen in zijn of haar kracht te zetten en samen de SJO naar een hoger plan te brengen.” “De komst van oud-speler Marco Dieleman als Technisch Coordinator binnen de SJO is een mooi voorbeeld daarvan. Duidelijke aanspreekpunten, een goed jeugdplan en dat continue toetsen en bijsturen. Op die manier moet je jongens perspectief bieden. Ook richting de toekomst. We hebben weer een verlenging om met de SJO de komende vijf jaar weer verder te gaan. Maar het blijft moeilijk om dat vol te houden met beide verenigingen als zelfstandige club. Jongens in de JO19 moeten nu steeds keuzes maken terwijl ze al jarenlang gewend zijn om één te zijn. We moeten als clubs met elkaar aan tafel en met een open blik richting de toekomst kijken. Met realisme, maar ook om de gevoelskant en de sentimenten daarin aandacht te geven. We hebben nog een flinke weg te gaan, maar dat gaat ongetwijfeld lukken.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=