VoetbalJournaal Voorne Putten, najaar 2024

SHOP NOW 5 Leen van Es. Vraag bij voetbalvereniging Rozenburg wie hij is, en iedereen kent hem. De oud-voetballer, inmiddels 64 jaar en eigenaar van een loodgietersbedrijf, heeft een legendarische status binnen de club. Volgens de huidige hoofdtrainer, Erik van de Ridder, is Van Es zelfs de beste speler die ooit het shirt van Rozenburg heeft gedragen. Wanneer we Van Es met die uitspraak confronteren, moet hij lachen. “Nou ja, de beste, dat weet ik niet”, zegt hij bescheiden. “Maar ik kon wel een aardig balletje trappen.” Leen van Es: ‘Waar we ook speelden, ik ging altijd zonder mokken’ Het gaat goed met Van Es, al werkt het lichaam niet altijd mee, vertelt hij. “Ik heb twee kunstknieën. Een al een jaar of drie, de andere sinds vorig jaar. Het is af en toe best tobben, maar ik mag niet klagen. Ik ben niet gek lang uit de roulatie geweest, alleen mag je in de eerste negen weken niet autorijden. Dat is lastig met een eigen bedrijf. Ik moet een bétje uitkijken, het gaat niet allemaal even soepel. Maar ik werk lekker door. Ik ben zzp’er en heb nooit een hekel gehad aan werken.” Het is inmiddels al enige tijd geleden dat Van Es naam maakte in het shirt van Rozenburg. “Ik ben gestopt op mijn 32ste, inmiddels dus 32 jaar geleden. Op mijn achttiende debuteerde ik in het eerste elftal. Dat was tegen het eind van de competitie, kan ik me nog herinneren. In de laatste zes wedstrijden. We degradeerden dat jaar, maar ik heb daarna altijd in Rozenburg 1 gespeeld.” ALTIJD KAMPIOEN Een tijd waar Van Es met heel veel plezier op terugkijkt. “We hadden toen een geweldige lichting. Ik werd met de elftallen waarin ik speelde in de jeugd, van de E-tjes tot de A-tjes, altijd kampioen. Van die jongens toen zijn er veel naar het eerste elftal gegaan. We begonnen in de vierde klasse, maar promoveerden uiteindelijk naar de eerste klasse, toen het hoogste amateurniveau. Dat ging eigenlijk heel snel. Ja, een geweldige tijd. Een totaal andere tijd ook.” Van Es vond het vooral mooi omdat Rozenburg speelde met spelers van de club of uit de omgeving. “In de tijd werd er ook al veel betaald aan spelers bij veel clubs. Sommige spelers van tegenstanders verdienden meer dan ik verdiende bij mijn werkgever, ha ha. Wij speelden met eigen gasten, en als we een wedstrijd wonnen ging er honderd gulden in de pot en van dat geld gingen we aan het eind van het seizoen uit eten. Ja, dat was wel genieten.” Rozenburg reisde het hele land door om wedstrijden te spelen. “We speelden op hoog niveau, dus moesten we ook veel reizen. Ook naar het noorden. Ik heb dat altijd zonder mokken gedaan. Ja, natuurlijk was je de hele dag weg, maar wij gingen zo goed met elkaar om. We hadden allemaal dezelfde leeftijd. Maar dat laatste is uiteindelijk ook een probleem geworden. Een beetje de teloorgang. Toen wij allemaal stopten viel er een enorm gat, en veranderde ook de samenstelling van de selectie. Er kwamen meer spelers van buitenaf.” MOOIE GENERATIE Rozenburg is in de jaren die volgden langzaam afgegleden naar een lager niveau. “Dat is ook helemaal niet erg. Het eerste team speelt nu in de vierde klasse, maar de selectie bestaat wel weer uit jongens van de club. Zoals in mijn tijd. Dat vind ik dus heel mooi. Dat is toch het leukste? Lekker met eigen jongens voetballen op zaterdag. Ook leuker voor de mensen langs de kant, een stukje herkenning. Ik vind het echt een leuke ploeg. Een mooie generatie.” Een van die spelers is de zoon van Van Es, Stefan. “Hij is 32 jaar inmiddels. Ja, op die leeftijd stopte ik met voetballen. Daar heb ik het nooit met hem over hoor. Eigenlijk praten wij samen weinig over voetbal. Waarom niet? Ja, er zijn meer dingen. Met Erik, de huidige trainer en mijn oud-ploeggenoot, praat ik wel vaak over het spelletje.” Van Es is ook lang betrokken geweest in allerlei functies bij Rozenburg. Dat staat tegenwoordig allemaal op een lager pitje. “Eigenlijk sinds ik mijn kunstknieën kreeg. Vooral na die tweede, want vorig jaar was ik nog leider van het eerste elftal. Ik heb er ook weinig tijd meer voor. Qua voetbal ben ik nu hartstikke werkloos”, lacht hij. “Maar in het verleden heb ik voldoende gedaan bij Rozenburg, het is mijn club. Ik was jeugdtrainer, met Erik heb ik het tweede team gedaan, jeugdleider ben ik ook nog geweest en zelfs grensrechter. Bij het eerste elftal ook. Hoofdtrainer ben ik nooit geweest, had ik ook totaal geen behoefte aan. Dat zit echt niet in mij, ik heb het geen moment overwogen.” ECHTE VOETBALLERS Even terug naar de voetballer Van Es. Wat voor voetballer was hij? “Ik was eerst jaren een middenvelder. Dat was mijn beste periode kan ik wel zeggen. Ik schuwde geen duels, maar daar moest ik het niet van hebben, ik was meer een echte voetballer. Maar heel eerlijk, mijn teamgenoten waren dat ook. Er zat zo ontzettend veel voetbal in de ploeg.” Uiteindelijk nam Van Es afscheid van zijn positie op het middenveld. “Toen ik een opleiding ging volgen voor loodgieter, en bij mijn schoonvader werkte, moest ik een paar keer per week naar de avondschool. Ik kon dus niet altijd meer trainen. Toen ben ik laatste man geworden. Nee, dat was niet mijn positie, maar het scheelde wel wat meters lopen”, lacht hij. “En op dat moment hadden we ook echt een verdediger nodig. Ik sprong maar in dat gat.” Daarvoor, in zijn gloriejaren begin jaren tachtig, kreeg Van Es een keer de kans om bij Feyenoord aan de slag te gaan. Of in ieder geval om zichzelf te bewijzen. Het liep allemaal anders. “Rozenburg had een brief gehad van Feyenoord met de vraag of ze mij konden benaderen. Ze hadden mij zien voetballen tegen het tweede van Feyenoord, met Mario Been onder meer. Ik werd dus daadwerkelijk benaderd. Ik kon meedoen met een vriendschappelijke wedstrijd tegen Haarlem. Ze dachten dat onze wedstrijd van Rozenburg was afgelast, maar dat was niet zo. Toen had ik zoiets van: als je echt geïnteresseerd bent, weet je dat ik gewoon moet voetballen. Ze wisten niet eens op welk niveau ik speelde. Ik was er direct klaar mee en daar heb ik nooit spijt van gehad.” FIETSCLUB Rozenburg betekent veel voor de zestiger. “Het betekent ontspanning, bijkletsen met bekenden. Je komt altijd zoveel mensen tegen, je maakt met iedereen een praatje. En we hebben een leuk fietsclubje. Ook met oud-teamgenoten. Dat zijn mooie dingen. En verder ben ik vooral supporter.” ROBEYSPORTSWEAR.COM CONTROL THE GAME Ontdek hoe de wereld rookvrij wordt op rookvrij.nl De wereld wordt rookvrij Wen er maar aan

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=