SHOP NOW 23 Davey van Velzen staat snel op eigen benen, dat is zeker. Wanneer? Dat moet de tijd nog even uitwijzen, maar het moment van het hoofdtrainerschap komt na een rol van zes jaar als assistent bij Spijkenisse steeds dichterbij. “Ergens in de winter van 2025 hoop ik mijn UEFA A-diploma binnen te hebben, daar ben ik momenteel nog druk mee bezig. Dan is het logisch dat ik wel een stap wil maken.” ‘Onze familie ademt voetbal, ook de vrouwen zijn voetbalminded’ Van Velzen, 30 jaar, startte in zijn rol als assistent bij Spijkenisse toen hij 24 jaar was. “Ik heb even met Marco van Rijn samengewerkt, maar vooral met de huidige trainer Peter Wubben. Ik leer ontzettend veel van hem. Vooral hoe je als coach voor een groep staat. Hoe je dingen managet. Peter is verbaal zo sterk, en het gaat hem ogenschijnlijk makkelijk af. Zeker in de eerste jaren nam ik alles op als een spons, tegenwoordig hebben we veel meer voetbalinhoudelijke discussies. Ik heb inmiddels al wat jaren ervaring als assistent, dus veranderen ook die gesprekken.” De Zuidlander - oud-speler van PFC, Rockanje, OHVV en OVV - stopte al op jonge leeftijd zelf met voetballen. “Ik had een vervelende knieblessure en had een dag na de wedstrijd altijd pijn. Ik vond het genoeg en ben me volledig gaan focussen op het trainersvak, omdat ik daar dacht meer te kunnen bereiken. Ik was al jeugdtrainer, onder meer bij de jeugd van Dordrecht. Daar begon ik ooit als stagiaire, tijdens mijn opleiding op het CIOS in Goes, maar uiteindelijk bleef ik hangen. In mijn laatste actieve voetbaljaar speelde ik bij OVV, onder trainer Rob Vuik.” INSPIRATIEBRONNEN En Rob Vuik is tegenwoordig ook assistent van Spijkenisse. Dat maakt de hernieuwde samenwerking niet perse bijzonder voor Van Velzen, maar wel iets anders. “Rob is mijn oom. Net als Arjan Vuik, ook een bekende amateurtrainer in deze regio. Zij zijn mijn inspiratiebronnen. Toen ik klein was en zij trainer waren bij PFC, stond ik altijd langs de kant te kijken in de hoop ooit in hun voetsporen te treden.” “Onze familie ademt voetbal”, vervolgt Van Velzen. “We praten altijd over voetbal. Bij alle familiemomenten gaat het er wel over. En we hebben het geluk dat al onze vrouwen ook voetbalminded zijn, ha ha.” Van Velzen werkte ook samen met Arjan. “Toen hij trainer was van Rockanje, voetbalde ik daar. En nu werk ik dus weer samen met Rob, alleen zitten we samen op de bank. Ja, daar ben ik stiekem best trots op. Rob is er sinds dit seizoen bij. Ik ben vanwege mijn opleiding bij de KNVB wat minder op de club. Ik loop ook stage bij ASWH, maar veel tijd gaat nog steeds in Spijkenisse zitten. Het is echt leuk om samen met Rob te werken. We voelen elkaar wel aan, en qua karakter lijken we ook wel op elkaar. Ook voor mijn oma is het hartstikke leuk dat we allebei op de bank zitten bij Spijkenisse.” DERDE OF VIERDE DIVISIE De vraag is hoelang het nog duurt voordat Van Velzen zelf hoofdtrainer wordt. “Peter Wubben en ik hebben twee jaar geleden allebei met twee jaar verlengd. Dat contract loopt aan het einde van dit seizoen af. We zullen zien. Kijk, als ik naar mezelf kijk over bijvoorbeeld vijf jaar, dan hoop ik wel trainer te zijn van een club in de derde of vierde divisie.” En Wubben opvolgen bij Spijkenisse? “Nou, laat ik het zo zeggen: ik wil als die mogelijkheid er is zeker ooit hoofdtrainer worden van Spijkenisse. Maar alleen als Peter zelf besluit om te stoppen. Ik wil niet ten koste van hem op de bank zitten, daar is hij me veel te dierbaar voor. Peter is echt mijn mentor. Maar stel, hij gaat met trainerspensioen en ik krijg de kans…. Ja, dan grijp ik die met beide handen aan. Zeker.” Jansen: ‘Ik denk nog vaak aan het kampioensjaar’ Menno Jansen is bezig aan zijn negende seizoen in het eerste elftal van Hekelingen, de club waar hij als kleine jongen ooit ook begon met voetballen. Na een uitstap bij Spijkenisse, waar hij een groot deel van de jeugd doorliep en uiteindelijk het tweede team haalde, keerde hij op 19-jarige leeftijd toch terug bij Hekelingen. “Inmiddels zit ik al negen jaar op dezelfde plek in de kleedkamer. Ik ken alle gezichten, dat vind ik een heel fijn gevoel. En we hebben leuke tijden meegemaakt. Dit seizoen hebben we het lastig, en ook vorig jaar, maar ik kijk nog steeds met ontzettend veel plezier terug op de mooie tijden met Hekelingen.” En dat is helemaal niet zo gek lang geleden – drie jaar. Hekelingen pakte de titel in de vierde klasse en vooral de manier waarop dat gebeurde zal Jansen altijd bijblijven. “Het is een bekend verhaal, de kampioenswedstrijd tegen WCR die we over moesten spelen. We dachten na een 1-0 overwinning al kampioen te zijn, dat vierden we ook, maar uiteindelijk moest die wedstrijd opnieuw gespeeld worden vanwege een relatie van de scheidsrechter met Hekelingen. Er kwam protest van onze concurrent Overmaas en dus moesten we weer opdraven tegen WCR.” ONTZETTEND NERVEUS Het is een periode waar Jansen nog steeds met veel plezier over praat. “Omdat we die tweede wedstrijd ook wonnen natuurlijk, ha ha. Nee, het was wel een vreemde situatie, want ons hoofdveld had inmiddels al geen lijnen en doelen meer, en was opnieuw ingezaaid. Het was einde seizoen, dachten we. Dus moesten we die wedstrijd spelen op het tweede veld, op kunstgras. Het was ongelofelijk druk die dag en ik kan me nog goed herinneren dat ik ontzettend nerveus was. Dat begon al in de ruimte bij de kleedkamers. We stonden daar, voor mijn gevoel, heel lang en we voelden de spanning.” Ook in de tweede kampioenswedstrijd tegen WCR maakte Hekelingen destijds geen fout. Het werd 5-3. “We stonden 4-1 voor, maar binnen no-time maakte WCR er 4-2 en 4-3 van. Dat was zo’n tien minuten voor tijd. Dan denk je wel even: het zal toch niet! Maar we maakten zelf de bevrijdende 5-3 en toen ging het echt helemaal los. Het was zo’n mooi moment. Eigenlijk werden we dat jaar twee keer kampioen. Dat maakte de vreugde alleen maar groter. Het is met afstand het mooiste voetbaljaar in mijn carrière.” TE VEEL GEDOE Het contrast kon een seizoen later niet groter zijn. In de derde klasse lukte er weinig bij Hekelingen. “De ploeg was helemaal uit elkaar gevallen, onze trainer Guy Duijm vertrok, en dat heeft er bij mij wel ingehakt zeg ik eerlijk. Er was te veel gedoe. Zo zonde, want we waren echt aan het bouwen aan iets moois. Om een stabiele derdeklasser te kunnen worden. Het liep allemaal anders na dat topjaar. Maar ik denk nog vaak aan het kampioensjaar. Aan hoe mooi het was, met de jongens waarmee we toen speelden. De sfeer was geweldig, er stonden veel mensen langs de kant. Dat is wat je wil.” Jansen speelt wel nog steeds bij Hekelingen - al was een overstap naar SC Botlek een keer zo goed als in kannen en kruiken – maar de 28-jarige centrale verdediger sluit een zomers vertrek niet helemaal uit. “Hekelingen is mijn thuis, dat is echt zo, maar soms moet je ook verder kijken. Die tijd van toen komt niet meer terug, en ik ben wel een winnaar. Ook al is het op amateurniveau, en spelen we vierde klasse, ik wil wel altijd voor het hoogst mogelijke gaan. Dat is momenteel lastig met Hekelingen. Ik heb er wel moeite mee om onderin te bungelen.” Jansen is in de afgelopen jaren veranderd als voetballer, zegt hij. “Ik sta bekend om mijn mentaliteit, maar vroeger konden bij mij de stoppen weleens doorslaan. Ik pakte veel kaarten. Dat is wel minder geworden, eigenlijk onder Guy Duijm al. In het kampioensjaar speelde ik in totaal 40 wedstrijden, zonder gele kaarten. Ik besefte zelf ook wel dat het anders moest. Dat is gelukt.” Foto: Edwin Bijlsma
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=