VoetbalJournaal Voorne Putten, najaar 2024

19 SHOP NOW ‘Blij dat ik mag doen wat ik leuk vind’ Dwaite Duurham van voetbalvereniging Spijkenisse is niet zo’n prater, zegt hij zelf, maar als we bellen met de 21-jarige voetballer praat hij honderduit. “Nou, het klopt wel dat ik socialer ben geworden. Ik heb wat dat betreft wel stappen gemaakt. Maar ik ben best een stille jongen.” Een jongen die zijn voeten laat spreken. Want bij Spijkenisse is Duurham een belangrijke kracht voor trainer Peter Wubben. En dan met name op de linksbackpositie. “Het middenveld heeft mijn voorkeur, dat weet de trainer ook, maar als linksback gaat het ook hartstikke goed. Niet zo gek lang geleden scoorde ik als linksback twee keer tegen NSVV.” Duurham noemt zichzelf een werker. “Hard werken doe ik altijd, maar ik ben ook technisch vaardig en sterk. Ik ben wel iemand die de hele linkerkant bestrijkt, ik ben bij veel aanvallen betrokken, dat vind ik ook leuk. Maar als ik diep in mijn hart kijk ben ik een middenvelder. Als back sta je vooral langs de kant vastgeplakt, op het middenveld kan je passes geven, ruimtes zoeken en veel draaien. Dat vind ik mooi.” N’GOLO KANTE Het is dus ook niet gek dat Duurham een groot fan is van N’Golo Kante, oud-speler van onder meer Leicester City en Chelsea. De Fransman werd in Engeland compleet onverwacht kampioen met de eerstgenoemde club, waarna hij een lucratieve transfer maakte naar de Londense club. “Kante is heel beweeglijk, technisch sterk, én een harde werker. Ik zie veel van hem terug in mezelf, maar dan op een ander niveau. Ik ben net als hij ook niet groot. Echt een heerlijke voetballer om naar te kijken.” Duurham, product van Spijkenisse, is helemaal fit en 2024 is voor hem een mooi jaar. Heel anders was dat in 2023. “Dat was een moeilijke tijd, met een enkel en kuitbeenbreuk. Verschrikkelijk om mee te maken, maar na zes maanden stond ik weer op het veld. Eerder dan verwacht. Dat heeft denk ik ook met mijn mindset te maken. Natuurlijk was ik even aangeslagen, maar ik heb heel snel de knop omgezet en keihard gewerkt om terug te komen. Ik ben een optimistisch persoon, probeer altijd positief te blijven, en dat heeft me toen wel geholpen. Daarnaast kreeg ik ontzettend veel steun vanuit de club, mijn teamgenoten en familie. Alles bij elkaar zorgde ervoor dat ik relatief snel weer terug was.” IN HET RITME KOMEN Eenmaal terug op het veld maakte Duurham snel stappen. “In het begin was het wel lastig hoor. Je moet echt weer in het ritme komen van voetballen, het voelde alsof ik opnieuw moest leren voetballen. De techniek, momenten van lopen, het afmaken, het was in die beginperiode allemaal net wat minder. En dat is mentaal ook wel een dingetje. In je hoofd kan je alles, maar fysiek laat het even te wensen over. Als je dan 20 jaar bent, doet dat wel wat met je. Aan de andere kant: ik wist ook weer dat het goed zou komen. Gewoon blijven doorgaan!” Duurham groeide als kleine jongen op bij Spijkenisse, maar maakte als jeugdspeler wel de nodige uitstapjes naar andere clubs. “Ik ben een tweeling en mijn broer en ik wilden hogerop. Bij Spijkenisse speelden we toen in de F16, dus probeerden we het ergens anders”, lacht hij. Uiteindelijk keerde hij terug bij de club waar het allemaal begon. “Mijn tweelingbroer speelt inmiddels bij SCO ’63, en ik heb nog een voetballende broer. Een oudere broer. We willen ooit samen met elkaar voetballen. En trouwens, tegen elkaar lijkt me ook hartstikke leuk.” Met zijn sportieve ambities is Duurham minder bezig. “Ik vind het lastig om daar antwoord op te geven. Ik vind voetballen geweldig, absoluut, maar er is meer in het leven dan alleen voetbal. Voor nu vind ik het belangrijk om er met Spijkenisse het uiterste uit te halen en vooral heel veel plezier te hebben. Mijn blessure speelt zeker ook een rol in. Ik realiseer me heel goed dat ik blij mag zijn dat ik mag doen wat ik leuk vind.” Guus Voulon is bezig aan zijn zevende seizoen in de hoofdmacht van Simonshaven. Ooit begonnen als centrale verdediger, maar inmiddels al de nodige jaren de aanvalsleider van de vijfdeklasser. “Ik kwam in de aanval terecht omdat iemand anders op mijn plek stond in de verdediging’, vertelt de 25-jarige voetballer. ‘Ik durf wel acties te maken, maar het laat me nooit helemaal los’ “Onze trainer zette me als stormram in, en ineens begon ik minuten te maken, scoorde ik en gaf ik assists. Sindsdien ben ik eigenlijk niet meer weggegaan uit de spits.” De laatste seizoenen gaat het sportief weer goed met Simonshaven, met twee mooie achtervolgende jaren met periodetitels, maar Voulon maakte ook andere tijden mee bij de club. Nederlagen van 6-0 of 8-0 waren geen zeldzaamheid. Maar ondanks die harde cijfers ging het nooit ten koste van de sfeer, vertelt de spits. “Het was altijd gezellig, zelfs als we dik verloren. Onze trainer destijds, Richard van der Werff, zorgde ervoor dat we altijd plezier hadden, zowel tijdens de trainingen als na de wedstrijden. We deden ons best, maar het was vaak net niet genoeg om punten te pakken. En toch was het altijd gezellig, en lachten we veel met elkaar. Het is echt een vriendengroep. Nu nog steeds.” FRISSE IDEEËN Met het grote verschil dat Simonshaven nu wel weer meetelt. “Steeds meer vrienden van vrienden hebben zich aangemeld bij Simonshaven. Jongens die allemaal echt wel kunnen voetballen. En met een nieuwe trainer, Bjorn Jeurissen, die met frisse ideeën het spel verbeterde. We begonnen te winnen en waren in de afgelopen seizoenen gewoon heel dicht bij promotie.” Voulon vervolgt: “Bjorn stopt er heel veel tijd en energie in. Dat zie je terug op het veld. Tactisch zijn we sterker geworden en we laten echt zien dat we kunnen voetballen. Wat ook fijn is, is dat we Bjorn heel goed kennen. Hij was vroeger zelf speler en onze aanvoerder. Ik vind het mooi dat ik die hele transitie, van grote nederlagen lijden tot echt een rol van betekenis spelen, meemaak bij Simonshaven.” HOGEROP Voor Voulon is Simonshaven altijd thuis geweest. Hij begon als kleine jongen ooit bij deze club, maar was daarna ook een clubhopper. “Omdat ik hogerop wilde. Ik had zelfs de kans om naar Nieuwenhoorn te gaan in de jeugd, maar door mijn examenjaar en een knieblessure is het er nooit van gekomen.” Na een aantal omzwervingen, via SC Botlek, Hekelingen, WCR en nogmaals Hekelingen, keerde Voulon terug bij de club waar het allemaal begon. “Ik speel alweer jaren met mijn vrienden bij Simonshaven en dat voelt goed. Nee, ik ga niet meer weg. Het is hier als een familie. Iedereen kent elkaar en helpt elkaar. Of het nu gaat om een praatje maken of om een lekke band, er staat altijd iemand voor je klaar.” KNIE UIT DE KOM De knieblessure heeft Voulon nog steeds niet helemaal los kunnen laten. “Tijdens een oefenwedstrijd van Hekelingen draaide mijn knie uit de kom. Ik was er toen acht weken uit en moest langzaam opbouwen. Daarna ging het een jaar zonder problemen, maar tijdens het skiën ging het weer mis. Sindsdien is het mijn zwakke plek.” Voulon speelt zijn wedstrijden met een brace. “Deels ook wel voor mijn eigen gemoedsrust. Het zit toch altijd in mijn hoofd, die knie. Ik durf wel acties te maken, dat moet ook wel als spits, maar het laat me nooit helemaal los.” Als spits ziet Voulon zichzelf (nog) niet als een verfijnde afmaker. “Ik ben meer een harde werker. Ik probeer vooral een aanspeelpunt te zijn en het team te helpen. Het afmaken gaat niet altijd zoals ik wil. Ik mis soms de rust voor het doel. Als ik één-op-één sta met een keeper, denk ik vaak te lang na. Ik ben ermee bezig, ik train er hard voor.” 0302210.pdf 1 26-11-2024 10:31:57 Foto: Sven Tilleman

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=