VoetbalJournaal Voorne Putten, voorjaar 2024

13 R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M Abbenbroek degradeerde in het afgelopen seizoen naar de vijfde klasse. En niet alleen dat, de club zag ook heel veel spelers vertrekken. Twaalf in totaal. Abbenbroek wacht een grote uitdaging het seizoen 2024/2025, maar één ding is wel zeker: Jordi de Looze is gewoon van de partij. Mees Brand heeft zijn eerste seizoen in de hoofdmacht van GHVV ’13 erop zitten. Samen met nog drie teamgenoten maakte de verdedigende middenvelder in de zomer van 2023 de overstap van JO19 naar het team van trainer Rob Vuik, die inmiddels is vertrokken bij de fusieclub en aan de slag gaat bij Spijkenisse. “Het had voor mij eigenlijk niet beter uit kunnen pakken”, vertelt de tiener. Jordi de Looze: ‘Genieten van de kleine dingen in het amateurvoetbal’ Middenvelder Mees Brand leert snel bij GHVV ’13: ‘Ik heb geen wedstrijd gemist’ De routinier van Abbenbroek plakt er nog een jaar aan vast. De Looze is eigenlijk niet meer weg te denken bij de vereniging. Hij kwam op zijn 22ste naar Abbenbroek. Inmiddels is De Looze 35 jaar. “Het is een onzekere fase, want we moeten echt bouwen aan een nieuw elftal”, weet ook de centrale verdediger. MOOISTE TIJD Voordat De Looze naar Abbenbroek kwam op jonge leeftijd, speelde hij bij Spijkenisse. “Ik heb daar nog in het tweede elftal gespeeld. Met een groep jongens zijn we vervolgens naar Abbenbroek gegaan. Een heel mooie tijd. De mooiste tijd voor mij als voetballer. De tranen rolden over mijn wangen van het lachen. We hadden zoveel lol, ook op de training, maar op zaterdag scholden we elkaar de huid vol als het moest”, grapt hij. Van die groep is sinds kort alleen De Looze nog over bij Abbenbroek. “Ja, dat krijg je hè. We worden allemaal ouder. In die periode kwamen ook onze vrouwen kijken bij de wedstrijden. Het was echt een hechte groep. We gingen samen uiteten. Dat is bijzonder. Tegenwoordig is dat toch anders. Zo is het nou eenmaal. In die periode speelden we ook een aantal krankzinnige wedstrijden.” GROTE BELANGEN De Looze neemt als voorbeeld duels met Overmaas en Stompwijk ‘92. “Overmaas was hier thuis bij Abbenbroek. We stonden achter in dat duel, scoorden twee keer in de laatste vijf minuten, en promoveerden uiteindelijk. Dat vergeet je niet meer. Tegen Stompwijk handhaafden we ons ooit op het laatste moment. Die wedstrijden zijn het leukst, als de belangen het grootst zijn. Maar ik heb het nu over heel wat jaartjes geleden hoor.” In het voorbije seizoen lukte er in de laatste maanden nog weinig bij Abbenbroek, met een degradatie tot gevolg. “Altijd als je gaat terugdenken, weet je waar je het hebt laten liggen. Dat is altijd zo. Voor ons is het duidelijk, want de laatste weken waren dramatisch. Door een combinatie van factoren. Als je cruciale spelers mist vanwege blessures, ga je moeizamer voetballen. We liepen achter de feiten aan.” ZEVEN KEER OP RIJ De Looze voelde de degradatie wel aan komen. “Het gekke is dat we op 23 maart, uit bij Rockanje, misschien wel de beste wedstrijd van het seizoen speelden. Die wonnen we én met goed voetbal. Reden genoeg om met vertrouwen omhoog te kijken, zou je zeggen, zeker omdat alles heel dicht op elkaar stond. Maar sindsdien hebben we niets meer gewonnen. Het waren onze laatste punten. We verloren zeven keer op rij en scoorden nog maar drie doelpunten. Dan is het klaar. Nogal simpel.” Het heeft het plezier bij De Looze niet weggenomen. “Kijk, zeven keer op rij verliezen is niet leuk, het helpt niet, maar ik geniet ook van de kleine dingen in het amateurvoetbal. Lol hebben met elkaar. De bekende voetbalhumor. Dat is voor mij het belangrijkste, gezelligheid. En leuk kleinschalig. Ik zit al lang bij Abbenbroek. Ik ken iedereen, iedereen kent mij. Ik heb nooit aanleiding gehad om ergens anders heen te gaan. Bij Abbenbroek zit ik op mijn plek. Fysiek wordt het allemaal wat zwaarder, vooral voor mijn knieën, maar ik ben er in het afgelopen seizoen toch goed doorheen gekomen. Ja, het herstel duurt wat langer na een wedstrijd op zaterdag. Soms voel ik op donderdag nog dat er nog even flink gesmeerd moet worden. Dan heb ik nog houten knieen”, lacht hij. “Hoe lang ik doorga weet ik niet. Ik bekijk het echt van jaar tot jaar. Maar ik wil nog wel een echt leuk jaar hebben, want de afgelopen drie seizoenen waren dat sportief niet.” Foto: Ruud Vermeer Sportief gezien wel, benadrukt Brand direct, want GHVV ’13 eindigde als zesde in de competitie na een moeizaam seizoen. “Maar zelf heb ik geen wedstrijd gemist. Heel eerlijk: toen ik bij de selectie kwam dacht ik echt ook weleens op de bank terecht te komen. Maar door blessures, en ook door mijn eigen prestaties, kreeg ik direct de voorkeur. Eigenlijk top. Beter kan natuurlijk niet. Ook de andere jongens die van de JO19 kwamen, mijn vrienden, hebben veel minuten gemaakt. De een wat meer dan de ander, maar dat kwam door blessureleed.” TWEE POSITIES Naast Brand hebben ook Adisamat Orfane, Jort Seegers en Marco Landman hun eerste seizoen als seniorenvoetballer achter de rug. “Het was wel wennen”, zegt Brand. “In de JO19 liep je nog weleens twee man voorbij en gaf je een assist. Dat is in het eerste elftal gewoon anders. Logisch ook. Het was vooral ballen afpakken en weer inleveren. Het is heel anders voetballen. De trainer gebruikte mij op twee posities; centraal achterin en op mijn favoriete positie, als verdedigende middenvelder. Ik denk dat het een beetje fifty-fifty was. Ik kan op allebei de plekken wel uit de voeten, dat wel, maar ik voel me meer middenvelder.” KLEIN DUWTJE De stap van jeugd naar senioren is voor veel jonge spelers wennen. “Ook fysiek, dat heb ik wel gemerkt. Ik stond als centrale verdediger tegenover gasten van Rockanje en ZBVH die een kop groter waren. En zwaarder. Dan heeft het voor mij, als niet bepaald de grootste voetballer, geen zin om met zo’n gozer mee te springen. Daar leer je wel van, vind ik. Om op een andere manier toch een duel te winnen. Door net een klein duwtje te geven bijvoorbeeld. Het is hartstikke goed voor je ontwikkeling. Ik moet wel eerlijk bekennen dat ik door die kleinigheden wel vijf gele kaarten heb gepakt”, lacht Brand. “Ook in de laatste competitiewedstrijd. Daardoor mis ik de eerste wedstrijd van het nieuwe seizoen. Maar ik heb wel echt genoten van het eerste seizoen in het eerste van GHVV ’13 en het smaakt absoluut naar meer. Zwartewaal-uit vond ik, ondanks de nederlaag, geweldig qua sfeer. Van Abbenbroek-thuis genoot ik ook echt. We maakten tien minuten voor tijd de 1-0 en wonnen uiteindelijk nog met 3-0. Dat zijn mooie dingen om mee te maken. En bij Rijnmond Hoogvliet Sport was er vuurwerk. Eigenlijk vond ik het hele seizoen een belevenis als 19-jarige. Met veel mensen langs de kant, niet alleen meer ouders. Mensen komen echt speciaal naar de club om naar het eerste elftal te kijken. Dat was nieuw voor mij.” DOSEREN “Als het aan mij ligt blijf ik altijd bij deze club spelen, als we sportief stappen kunnen maken met GHVV ’13. Het liefst wil ik hogerop met de club waar ik opgroeide, voor de fusie, bij PFC. Ik denk dat we met de spelersgroep die we hebben in het nieuwe seizoen veel hoger kunnen eindigen in de vierde klasse. En ik hoop zelf weer meer te leren. Ik heb al wel stappen gemaakt, denk ik. Ik heb meer overzicht, speel slimmer, en maak niet te veel overbodige meters. In het begin van het seizoen was ik na de eerste tien minuten kapot, bij wijze van spreken, maar later in het seizoen kon ik na negentig minuten nog wel een sprintje trekken. Ik heb wel leren doseren.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=