VoetbalJournaal Voorne Putten, voorjaar 2023

19 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Mieke Gueye krijgt energie van haar teams Ze traint niet één, niet twee, maar drie jeugdelftallen bij Spijkenisse. En dat doet Mieke Gueye (55) met volle overgave. “Die meiden en jongens geven mij energie.” Met een beetje geluk staat Gueye op zaterdag bij drie wedstrijden langs de lijn, maar dat lukt niet altijd. “Degene die bij Spijkenisse de wedstrijdplanning doet houdt er rekening mee, maar op tijden bij uitwedstrijden heb je geen invloed. Ik ben meestal bij minimaal twee van de drie wedstrijden. We hebben bij elk team een goede groep met leiders en coaches, dus als ik een wedstrijd mis wordt dat goed opgevangen.” Gueye heeft haar 10-jarige jubileum als trainer al achter de rug. Ze is inmiddels met haar elfde seizoen in Spijkenisse bezig. “Toen mijn zoontje vanuit de voetbalschool naar een regulier team ging, werden er trainers en leiders gezocht. Ik ben toen begonnen bij het team van mijn zoon. Zes jaar geleden werden scheidsrechter Peter van Vlijmen en ik gevraagd het meisjesteam over te nemen.” Gueye was ook de stuwende kracht van de meisjestak die op het hoogtepunt vier teams had. Inmiddels is ze trainer van drie elftallen. “Ik heb van alle smaken wat”, zegt ze lachend. “Ik train de JO18-3, de MO20 en een gecombineerd jongens/meisjesteam, de JM14-5.” De teams hebben zo hun eigen geschiedenis en verhaal. “De JO18 is een echt vriendenteam, dat drieenhalf jaar geleden is ontstaan. Ze hebben jarenlang tegen elkaar gespeeld, Spijkenisse en Botlek. Ze kennen elkaar van school. Op een gegeven moment vonden ze het wel leuk om niet tegen elkaar maar met elkaar te gaan voetballen. Toen is het nieuwe team ontstaan, met acht spelers van Spijkenisse en vijf van Botlek. Intussen zijn er wat jongens afgevallen en weer bijgekomen, maar de kern is vanaf het begin hetzelfde gebleven.” De JM14-5 is een nieuw team. De MO20 bestaat uit meiden die Gueye en Van Vlijmen zes jaar geleden overnamen. “De coronatijd heeft er helaas voor gezorgd dat er nogal wat meisjes zijn afgehaakt. We hebben nu nog één meisjesteam, maar we willen groeien. De MO15 moet gaan ontstaan vanuit de huidige JO14-5 en hopen ook volgend seizoen een vrouwenteam te starten. De MO20 is de MO17 van vorig seizoen. Ze hebben het pittig in de competitie, maar je ziet dat het voetbal steeds beter wordt”, zegt Gueye. En ook de JM14-5 is de trainster wel toevertrouwd. “De helft van het team bestaat uit jongens en meisjes. In het begin was dat wel even wennen. De meiden keken tegen de jongens op, Op zaterdag geven ze vanaf een plek achter de bar commentaar op de verrichtingen van het eerste elftal, maar doordeweeks gaan de leden van de werkploeg van SC Botlek er keihard tegenaan. Van het ophangen van de nieuwe LED-verlichting tot het uitboenen van de kleedkamers, geen klusje is te veel. Werkploeg van SC Botlek mag best verwend worden “Koffie”, roept Dick van Dijk, als het tien uur is. Even later zitten zijn opgetrommelde troepen aan tafel in de commissiekamer bij SC Botlek. Van Dijk is aan het uitdelen. “Ik heb twee soorten vlaai, kruimel en kersen. Zeg het maar.” Van Dijk, bestuurslid onderhoud, zorgt er elke week wel voor wat lekkers. “Deze mannen mogen best wel verwend worden”, zegt hij. “Ze lopen hier drie ochtenden in de week. Ze zorgen ervoor dat de boel hier netjes blijft. Als we als club alle werkzaamheden moeten uitbesteden is dat niet te doen.” Geen beter vermaak dan leedvermaak. Arend Meijer, jaren geleden vanuit Enschede ‘geëmigreerd’ naar Spijkenisse, is het eerste mikpunt van hoon. “We zetten ‘m zo weer op de trein naar Enschede.” Meijer houdt zich Oost-Indisch doof en vertelt stoïcijns dat hij bij Shell werkte en Shell niet in Twente zat maar wel in de Botlek. Meijer was jarenlang de doelman van het eerste elftal. Ook Bert Goedendorp speelde voor de hoofdmacht van SC Botlek. “Ze hebben mij op mijn 42ste nog teruggevraagd in de strijd tegen degradatie”, glimt hij nog steeds van trots. “En toen bleven we erin.” Vijf van de in totaal acht man zijn aanwezig op deze donderdag. Wil Breskers is afwezig, hij heeft volgens zijn maten thuis een klus te doen. “Wil is verliefd op zijn laminaat”, zegt Bert. “Hij ligt er plat mee.” Frans Stadhouders is de oudste van het stel. Hij is 84, maar klust en doet nog naar liever lust mee. In zijn jonge jaren was hij lid van de bemanning van een Nederlandse onderzeeboot, vertelt hij. “De Zeeleeuw. Ik deed de administratie in een hokje van één bij één meter.” Als marinier was hij uitgezonden naar Nieuw-Guinea, dat toen nog Nederlands bezit was. “Toen ik thuiskwam zei mijn vader dat ik maar bij hem moest gaan werken. Hij had een stukadoorsbedrijf.” Frans wil maar al te graag de kantine laten zien. “Deze ruimte was helemaal wit”, vertelt hij, terwijl hij naar de muren wijst. “We hebben ‘m wat gezelliger gemaakt. Die poppetjes heb ik ook getekend en geschilderd.” De werkploeg is van alle markten thuis, want eenmaal buiten wijst Van Dijk op het uitgebreide terras met houten banken. “Dat is ons werk.” De mannen hebben net een andere klus afgerond, het vervangen van confessionele verlichting door LED-verlichting. “Twaalf lampen”, zegt Jan Costers. “De club probeert zoveel mogelijk energie te besparen”, vult Van Dijk aan. “Maar we moeten keuzes maken en kunnen het geld maar één keer uitgeven.” Van Dijk vertelt dat er plannen zijn voor uitbreiding van het clubgebouw. De bestuurskamer is klein, het aantal kleedkamers verdient uitbreiding. Die kleedkamers overigens worden twee keer in de week volledig schoongemaakt. “Ze zien er soms erger uit dan een varkensstal”, zegt Bert. “Zeker met dat vochtige weer is het één grote modderbende.” andersom wisten de jongens ook niet wat ze aan de teamgenotes hadden. Inmiddels weten ze niet beter en heeft iedereen elkaar geaccepteerd. We hebben in de eerste maanden wel veel aandacht geschonken aan die integratie. Als er een oefening gedaan moest worden in kleine groepjes stonden de meiden bij elkaar en jongens ook. We hebben ze vanaf het begin gemixed. Dat ze samen voetballen is nu de normaalste zaak van de wereld, dat is wel mooi om te zien. Sommige tegenstanders zie je nog wel eens raar opkijken als wij het veld opkomen, maar die meiden gaan er net zo hard in als die jongens. We zijn echt een team.” Het hebben van een juiste teamgeest vindt Gueye sowieso belangrijk. Ze houdt er ook niet van als er bij de training de kantjes vanaf worden gelopen. “Ik hou van pittig, dat weten ze.” Tegelijkertijd geniet ze van haar pupillen. “Ik krijg echt een energieboost van het trainen. Ik vind het zelf belangrijk dat jeugd sport en beweegt, maar ook dat ze dat kunnen doen in een veilige omgeving.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=