VoetbalJournaal Roosendaal, najaar 2024

9 SHOP NOW Aanvoerder Lars Thielen: ‘Ik denk dat we in die vierde klasse thuishoren’ Na de degradatie van vorig jaar, hebben ze bij vijfdeklasser DVO’60 dit seizoen de smaak een stuk beter te pakken. En dus is het vertrouwen in een goede afloop groot, vertelt aanvoerder Lars Thielen. “We mogen van onszelf verwachten dat we meedoen om de titel.” Want, zo heeft de 25-jarige centrale verdediger inmiddels al wel gemerkt. “Het niveauverschil binnen de competitie, is groot. De bovenste ploegen, steken er voorlopig behoorlijk ver bovenuit. Eén daarvan zijn wij.” Het doel, is voor Thielen dan ook duidelijk. “Om meteen weer terug te promoveren. Sowieso een periode en natuurlijk het liefste zo lang mogelijk bovenin meespelen.” Want de degradatie, zit de Roosendaler eigenlijk nog steeds niet helemaal lekker. “Ik denk dat we in die vierde klasse thuishoren!” VERSTERKINGEN Toch lukte het DVO’60 vorig seizoen, op dat niveau, dus niet. “We hebben ook een beetje pech gehad. Blessures, te veel kansen gemist en daardoor overwinningen weggeven. Anders waren we er gewoon in gebleven.” Met een zevende plaats, waren de resultaten dan ook zo slecht nog niet. “Toen die versterkte degradatie kwam, wisten we dat het lastig zou worden. Daardoor bleven er eigenlijk nog maar een paar plekjes over.” Plekjes die uiteindelijk dus niet voor DVO’60 waren weggelegd. “In het begin was dat best wel even een teleurstelling, omdat ons doel was om erin te blijven. Toen dat een paar wedstrijden voor het einde duidelijk werd, was dat lastig. Op dat moment viel het ook een beetje in elkaar.” De emoties inmiddels verwerkt, kijkt Thielen positief uit naar dit seizoen. “We winnen meer en hebben er een aantal spelers bij.” Echte versterkingen, vindt de verdediger. “Die jongens zijn rustiger aan de bal én spelen vaker naar de juiste kleur.” En dus durft hij het wel aan. “Als je het vergelijkt met vorig jaar, zijn we nu zeker al gelijkwaardig. Daarom mogen we van onszelf verwachten dat we meedoen om de titel. Dat is in ieder geval onze ambitie.” ENORME EER Met de club die Thielen na al die jaren maar al te goed kent. “Ik voetbal hier vanaf mijn vijfde en ben nooit ergens anders geweest. Altijd gevoetbald in leuke teams. Met sommige jongens speel ik nu zelfs nog samen in de selectie.” Maar ook daarbuiten, heeft de mandekker het uitstekend naar zijn zin. “DVO’60 is gezellig én ambitieus. Een warme en fijne club, waar iedereen elkaar kent.” En waar Thielen zich dus vol passie voor inzet. “Ik moet het hebben van mijn duelkracht. Alles geven, ieder duel vol ingaan en de spits uitschakelen. Als ik de bal dan heb, simpel inleveren.” Een fijne kwaliteit, zo weet hij. “Je hebt ook werkers nodig, hè?” Al is Thielen in werkelijkheid wel meer dan dat. “Sinds vorig jaar ben ik aanvoerder. Daarvoor as ik altijd tweede of derde, maar na de blessure van Bas (de Roy), ben ik het geworden.” Een enorme eer, vindt hij. “Dat ik die band mag dragen, laat toch zien dat de trainer vertrouwen in je heeft.” Helemaal als jongen van de club. “Daardoor kun je vooral buiten het veld, snel schakelen. Het coachen zat ook altijd al wel in me.” En niet voor niks, vertelt Thielen. “Ik ben sinds vorig seizoen trainer van de JO16.” Een mooie uitdaging. “Die jongens meegeven, wat je zelf ook hebt geleerd. Het is leuk om die stijgende lijn te zien en die gasten beter te zien gaan voetballen. Dat motiveert mij om door te gaan.” Want, je weet het maar nooit. “Het zou leuk zijn als ze doorbreken bij het eerste en we ooit nog samen kunnen spelen!” Vertrekken bij DVO’60 zal Thielen, die op zes minuten fietsen van het sportpark woont, in ieder geval zelf nooit. “Ik denk dat ik hier straks als oude man nog steeds op de club rondloop. Mijn vriendin zegt altijd dat ze mij hier ooit weg moeten dragen. Dat zou goed kunnen!” Met een vader die vroeger zelf ook altijd in het eerste van DIOZ speelde, was het een kwestie van tijd voordat Nick en Sven Monsieurs, in de voetsporen van vader Corné zouden treden. Inmiddels gebeurd, spelen de twee broers voor het derde jaar op rij samen. “Op het veld zeg je toch iets meer tegen elkaar.” ‘We hoopten het eerste ooit zelf ook te halen’ Helemaal als het net als vorig seizoen, toch niet helemaal lekker loopt, in die vijfde klasse. “We werden uiteindelijk zevende, maar er zat voor mijn gevoel veel meer in”, vertelt Nick (20). “Een paar oudere jongens waren gestopt, dus het werd echt een jonge groep.” Hoe is dat nu? “Eigenlijk is het team nu nog jonger...” Mede door zijn twee jaar jongere broertje Sven. “Het had zeker beter gemogen, al hadden we ook regelmatig te maken met blessures en schorsingen.” RUZIE De start van deze competitie, geeft hoop, vindt Nick. “Het valt zeker niet tegen!” En dat is maar goed ook. “Onze doelstelling is om minimaal bij de eerste vijf te eindigen. Dat moet denk ik wel lukken.” Denkt ook Sven. Al moet het volgens hem dan ook een beetje meezitten. “De selectie is krap. Dus dat wordt kijken hoe het loopt. Anders hoop ik dat we gewoon bovenin mee kunnen doen.” Met de club waar ze allebei al sinds hun vijfde spelen. “Op zondag gingen we altijd bij onze vader kijken én natuurlijk zelf voetballen. Inmiddels speel ik nu drie jaar bij het eerste.” Broer Nick zat op zijn zestiende al voor het eerst op de bank bij de senioren. Sinds drie seizoenen, spelen ze ook bij het vlaggenschip samen. “In de jeugd hebben we dat ook al vijf jaar gedaan. Het is heel gezellig, ook omdat het thuis veel en vaak over voetbal gaat. En op het veld, zeg je toch altijd net wat meer tegen elkaar.” Beaamt ook Sven. “Je bent iets harder en duidelijker, zonder dat we ooit echt ruzie krijgen.” Op elkaar lijken, doet het duo qua voetballen dan ook niet. “Sven is aanvaller en staat overal, ik ben meer een verdediger.” Eén die het simpel moet houden, vertelt Nick. “In verdedigend opzicht ben ik prima, opbouwend gaat het niet zo soepel.” VROEGER Sven heeft daar als aanvaller een stuk minder last van. “Ik stond vroeger altijd voorstopper, nu vaak in de spits. Ook omdat we achterin veel mensen hebben en ik het allebei leuk vind.” Sterker nog. “Laatst stond ik nog op doel...” Welke kwaliteiten zou hij graag van zijn broer over willen nemen? “Vooral zijn duelkracht, maar ook de rust aan de bal en het overzicht houden.” Hoe zit dat andersom? “Zijn fanatisme, maar ook zijn techniek.” Voorlopig, zitten ze bij DIOZ allebei nog prima op hun plek. “Het is gewoon echt een gezellig dorpsclubje. Met nog altijd veel vrienden van de basisschool.” En dus elkaar. “Zolang het kan, hoop ik dat we samen blijven spelen”, zegt Nick. Een beetje zoals de twee inwoners van Zegge vroeger altijd al hoopten. “Als we dan bij onze vader gingen kijken, leek het ons leuk als we het eerste ooit zelf ook zouden halen. Het is mooi dat dat is gelukt!” Op naar die vierde klasse. “Met een beetje meer ervaring, gaat dat hopelijk een keer lukken.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=