7 SHOP NOW Samen met Kevin Jurgens en Koen van Beers, is Terry Jäger dit seizoen bij RKVV Roosendaal verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de JO11-2. En daarnaast, staat de oud-speler van het eerste ook nog voor de groep bij de JO9-4. Want niks, is volgens hem eigenlijk leuker dan het trainen van de jeugd. “Als je ziet hoe ze groeien...” En dat begon voor Jäger (37) allemaal zo’n drie jaar geleden. “Toen mijn zoontje in de JO8-3 ging voetballen.” Na jarenlang zelf in het eerste van de club te hebben gevoetbald, een logische stap. Helemaal toen ook zijn dochter een aantal seizoenen later ging voetballen. “Die zit nu in de JO94. James voetbalt bij de JO11-2.” Vooral leuk, maar soms ook best wel eens lastig, lacht de trainer. “Je bent vaak toch wat kritischer én directer, voor je eigen kinderen. Thuis gaat het daardoor natuurlijk ook veel over voetbal.” INDIVIDUELE AANDACHT Want stiekem, blijft dat ook voor Jäger, nog altijd het leukste wat er is. “Als je aan het begin van het seizoen, en aan het einde, een filmpje zou maken, zie je ontzettend goed hoe die spelers zichzelf hebben ontwikkeld. Dat heb je tijdens eigenlijk niet eens zo door.” Zijn liefde voor het spelletje, is er dan ook nooit minder op geworden. “Ik ben er nu op dinsdag, woensdag en donderdag om te trainen. En zaterdag natuurlijk voor de wedstrijd.” Zondag speelt hij vaak zelf nog zijn potje, bij het derde. “Op mijn zeventiende speelde ik vast bij Roosendaal in het eerste. Na vier seizoenen, ben ik toen een jaartje naar Baronie gegaan, daarna kwam ik weer terug. Tot mijn 28ste.” Door alle drukte gestopt met selectievoetbal, heeft Jäger nu dus genoeg tijd over om de jeugd te trainen. “Je probeert ze in eerste instantie de basis te leren”, vertelt hij. “Bijvoorbeeld door ze tips en individuele aandacht te geven. Hoe je een bal aan moet nemen of juist moet schieten.” Onder meer dus bij de JO11-2, die bij RKVV Roosendaal vervroegd op een half veld speelt. “Dat is een bewuste keuze, om die jongens eerder door te schuiven. Tegen tegenstanders die een jaar ouder zijn én in grotere ruimtes, dan moet je dus sneller handelen.” Een aanpak die werkt, merkt Jäger. “Tijdens de eerste paar wedstrijden zijn ze vaak nog een beetje onder de indruk, van die grotere gasten en de snelheid, daarna zie je dat ze echt stappen maken en in een jaar enorm veel leren.” SUCCESBELEVING Mede dus dankzij zijn inzet. “Ik ben een fanatieke trainer, in de positieve zin van het woord. Enthousiasmeren als ze goede dingen doen, maar ook concreet acties benoemen of aanwijzingen geven.” Iets wat Jäger leert tijdens de pupillencursus van de KNVB. “Aangeboden door de club. Daar wordt veel in geïnvesteerd. Het is fijn dat ze dat doen.” Hoe probeert hij dat in de praktijk te brengen? “Vaak gebruiken we onze wedstrijden, om te zien wat de ontwikkelpunten zijn. Spelers zijn vooral nog bezig met het balletje en kijken daardoor te weinig naar hun omgeving, zeker nu de ruimtes groter worden. Daar proberen we dan oefeningen op te bedenken.” Maar ook de kleine basisdingetjes, worden natuurlijk niet vergeten, legt hij uit. “Aannemen, op de voorvoetjes staan. Dat soort tips moet je blijven herhalen.” Met als bedoeling, om zoveel mogelijk de basisvaardigheden te ontwikkelen. “Op de lange termijn is dat belangrijk om op voetbalgebied stappen te blijven maken. Winnen is leuk, maar dat is geen doel op zich. Toch hebben ze natuurlijk het meeste plezier als ze winnen, dat is ook succesbeleving.” De toekomst, ziet er wat Jäger betreft dan ook positief uit. “Als ik kijk naar het talent dat er rondloopt, is dat gewoon heel netjes. En in iedere leeftijdscategorie, hebben we voldoende teams. Daar maak ik mij absoluut geen zorgen om.” Ook niet bij de ‘lagere’ teams. “Vaak ga ik op zaterdag nog bij wat andere wedstrijdjes kijken, om te zien hoe die jongens zich ontwikkelen. Sommige spelers hebben van nature een bepaalde aanleg, waar anderen juist op latere leeftijd enorme stappen maken. Uiteindelijk komen die jongens weer samen als de teams groter worden in de JO13.” Met de inwoner van Klein-Brabant waarschijnlijk langs de lijn. “Als ik kijk hoe fanatiek ik ben, wil ik dit wel blijven doen. In welke rol dan ook.” Maar toch het liefste bij zijn kinderen. “Ik vind het té leuk om hen bezig te zien, dat ik me niet kan voorstellen dat ik een ander team zou doen...” ‘Als speler geeft dat extra motivatie’ Een goede start, veel kwaliteit in de selectie en het goede gevoel van afgelopen seizoen vastgehouden. Aan vertrouwen bij RKVV Roosendaal geen gebrek. En dus verwacht Dylan Matthijssen er veel van, dit jaar in de tweede klasse. “Alles klopt. Met de staf, maar ook de nieuwe jongens.” Want met name over de nieuwe trainer, is Matthijssen (26) meer dan tevreden. “Er is vorig seizoen veel veranderd, na de trainerswissel”, doelt hij op de aanstelling van Peter Pijpers als opvolger van Erik Nijssen. “Vanuit de spelersgroep kwam het voorstel om Peter door te schuiven. Daar hebben we geen spijt van gehad.” Onder de voormalig assistent én inmiddels dus hoofdtrainer, boekte RKVV Roosendaal dan ook de nodige successen. Al bleef promotie uiteindelijk uit. “We haalden zelfs nog de nacompetitie. Wat dat betreft speelden we de perfecte tweede seizoenshelft.” STAPJE HARDER Stiekem had er zelfs nog meer ingezeten, denkt Matthijssen. “Als Peter er vanaf het begin was geweest... Aan ons om nu het tegendeel te bewijzen en een heel jaar te knallen.” De start is wat dat betreft veelbelovend. “Ik had eigenlijk wel verwacht dat het zo goed zou gaan. Dat ging het in de voorbereiding ook al. En we hebben nu meer kwaliteit dan vorig jaar.” Naast een goede sfeer, vertelt hij. “Peter is niet alleen tactisch sterk, maar is ook een peoplemanager. Iemand die veel praat, daardoor heeft hij met iedereen een band. Als speler geeft dat toch extra motivatie en ga je een stapje harder lopen. Dat is eigenlijk het grootste verschil. Voor elkaar willen werken.” Wat dat betreft, zit het nu dus wel goed. “Onze doelstelling was top vijf, maar in mijn beleving moeten we gewoon meedoen om het kampioenschap. We hebben genoeg kwaliteit om die stap naar de eerste klasse te zetten.” Want alles klopt, volgens Matthijssen. “Met de staf én de nieuwe spelers. Daarnaast zijn de jonge gasten ook weer een jaartje verder en dus kunnen we weer meer van elkaar verwachten.” Daar zit volgens de Roosendaler dan ook de grootste valkuil, voor de ploeg van Pijpers. “We moeten vooral niet tegen onszelf gaan lopen voetballen.” Maar juist met elkaar. “Iedereen is even belangrijk en iedere speler hebben we keihard nodig, alle achttien. Dat moeten we blijven benadrukken!” CLUBLIEFDE Helemaal als je inmiddels zijn ervaring hebt. “Dit is mijn tiende seizoen bij het eerste. Een jongen van de club.” Ondanks dat Matthijssen ooit begon bij Alliance. “Vervolgens heb ik een jaartje bij NAC Breda gespeeld, tot ik op mijn dertiende in de D1 van Roosendaal terechtkwam. Daarna ben ik nooit meer weggeweest.” Een bijzonder profavontuur, zo herinnert hij. “Het heeft uiteindelijk niet zo mogen zijn, maar ik zou het niet terug willen draaien.” Want ondertussen, voelt zijn huidige club als meer dan een thuis. “Het team, de jongens. Het zijn gewoon je vrienden. Ik speel nu zelfs samen met mijn broertje (Bradley). Dat is voor mij een droom die uitkomt.” En voor de rest van de familie. “Mijn vader en opa hebben hier ook altijd gevoetbald, dus er lopen meer dan genoeg bekenden.” Toch denkt Matthijssen na over een vertrek. “Volgend seizoen zou ik graag een uitstapje willen maken. Mijn ambitie is nog steeds om zo hoog mogelijk te gaan voetballen.” Mede door de geboorte van ‘een kleine’. “Ik heb altijd clubliefde gehad, maar als je het nooit probeert, weet je ook niet of je het aan kan. En terug, kan altijd nog.” Maar eerst dus nog ‘even’ het goede voorbeeld geven bij Roosendaal. “Het begint met honderd procent geven en werken voor elkaar. Ik probeer de kar te trekken en die instelling over te brengen op de jongere generatie.” Naast zijn voetballende kwaliteiten. “Ik ben een box-to-box middenvelder, die graag vuile meters maakt.” Meer dan ooit, lacht de linkspoot. “De afgelopen seizoenen heb ik wat blessures gehad, nu ben ik weer helemaal fit. En ook mijn zelfvertrouwen heb ik terug. Ik ben klaar voor de volgende stap!” Terry Jäger kijkt bij Roosendaal naar toekomst
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=