VoetbalJournaal Roosendaal, najaar 2024

26 ‘Ooit hoop ik trainer te zijn in de Eredivisie’ Hij voetbalde in de jeugd van NAC Breda, tot de ziekte van Pfeiffer en een liesblessure roet in het eten gooiden. En dus moest Dominique Laros op zoek naar een nieuwe passie. Het werd training geven. Sinds dit seizoen bij RBC JO16. “Ooit hoop ik trainer te zijn in de Eredivisie.” Een uitspraak die past, bij Laros (24) als persoon. “Ik ga zelf altijd voor het hoogst haalbare, anders moet je stoppen.” Precies wat de inwoner van Oud-Gastel op zeventienjarige leeftijd zelf als voetballer deed. “Toen was het niet meer realistisch, dat doel.” Zijn doel? Profvoetballer worden. En bij NAC, was hij goed op weg. “Na een tijdje kreeg ik last van de ziekte van Pfeiffer en van een liesblessure. Daardoor ben ik na één seizoen afgevallen. Anders had ik een goede kans gehad om de top te bereiken, denk ik.” Na periodes in België, bij onder meer VACLA, en later bij Alliance en RKVV Roosendaal, kwam er dus al vroeg een einde aan zijn voetballoopbaan. “Daar heb ik heel veel spijt van...” JUISTE MOMENT Al viel dat op het moment zelf, nog wel mee, herinnert Laros zich. “Toen ben ik gewoon gaan werken en had ik andere prioriteiten. Die inzinking is pas later gekomen.” De jongeling zocht het voetbal daarna nog wel op, maar zonder succes. “Ik heb nog geprobeerd om weer te gaan voetballen, dat was alleen niet het juiste moment.” Tot hij dankzij het broertje van zijn huidige partner, in aanraking kwam met SC Gastel. “Die hadden op maandag, woensdag én zaterdag, iedere keer een andere trainer. Dat kon natuurlijk niet. Toen heb ik contact gezocht en heb ik de JO16 overgenomen. Dat was in 2022.” Sinds dit seizoen, is Laros, na tweeënhalf jaar Gastel, dus trainer bij RBC. Na contact met Jean-Paul Nuijten, de technische man bij de club. “Zo is het balletje gaan rollen.” En niet voor niks. “Ik heb altijd tegen mezelf gezegd, dat ik het tof zou vinden om trainer te worden. Toch was ik er nooit zo mee bezig, tot die kans kwam bij Gastel.” Al snel merkte Laros dat hij het leuk vond. “Om bezig te zijn met die gasten, qua ontwikkeling én plezier. Ik voelde me als een vis in het water. Toen begon het toch wel weer te borrelen.” Inmiddels in het Hij voetbalde in de jeugd bij NAC Breda met onder meer Bart Verbruggen en Boris van Schuppen, maar vertoont sinds dit seizoen zijn kunsten in de vijfde klasse. Want na omzwervingen bij SC Kruisland, RBC en Roosendaal, is Flinn Assenberg terug op het oude nest. En dus zijn de verwachtingen bij De Schutters dit jaar hooggespannen. “We willen lekker bovenin mee blijven doen!” ‘Ik denk niet dat ik het had gekund’ Hoe anders was dat afgelopen seizoen. De club speelde twintig wedstrijden in de vijfde klasse, won er geen één en eindigde met drie punten stijf onderaan. Maar mede door de komst van Assenberg én die van de makkelijk scorende Jari Voeten, is alles nu veranderd. “Als we bij de eerste vijf kunnen eindigen of een periode weten te pakken, ben ik tevreden!” Met het vertrouwen, zit het bij de 22-jarige middenvelder dan ook wel goed. “Het is allemaal een stuk serieuzer geworden. Meer jongens op de training en die gasten trekken zich toch aan ons op.” GEZELLIGHEID Vooral dat laatste, is in zijn geval niet voor niks. Want na zeven jaar bij NAC, is het talent van Assenberg voor iedereen bekend. Toch speelt hij sinds de zomer dus in de vijfde klasse. Een bewuste keuze, vertelt hij. “Ik woon in Amsterdam, dus kan maar één keer per week trainen. Daarom was ik vorig jaar in eerste instantie ook naar Roosendaal gegaan.” En eigenlijk daar, kwam voor de jongeling het besef. “Wat is het verschil tussen tweede en vijfde klasse? Dan kan ik net zo goed terug naar De Schutters gaan, dacht ik.” Zo gezegd, zo gedaan. “De gezelligheid, is eigenlijk voor mij de belangrijkste reden geweest.” In combinatie met een tot dusverre dus goede start. “Het voelt extra lekker om te winnen met je vrienden en je dorpje. Gewoon om de club omhoog te helpen.” Ondanks dat Assenberg het ook bij RBC, goed naar zijn zin had. “Ik hoor nu regelmatig van tegenstanders: Wat doe je hier? Ga hoger voetballen, je hoort hier niet.” Geeft hij daar gehoor aan? “Tuurlijk hebben ze daar gelijk in, maar voor mij hoeft het niet meer. Het liefste ga ik met De Schutters omhoog.” De club waar het voor hem ooit allemaal begon. “Op mijn tiende ben ik vervolgens naar BSC gegaan, liep ik stage bij Feyenoord en daarna kwam ik bij NAC terecht.” Na zeven jaar, eindigde zijn avontuur in Breda. “Ik denk ook niet dat ik het had gekund, profvoetballer worden. Qua kwaliteiten misschien wel, maar daar buitenom niet. Met de druk en het zenuwachtig voor een wedstrijd zijn.” MOOIE ERVARING Een wereld van verschil natuurlijk, met hoe het nu bij De Schutters is. “In het begin was het best wel even wennen aan het niveau. Daarom ben ik blij dat Jari (Voeten) ook terug is.” Samen met de voormalig spits van Victoria’03, neemt Assenberg de ploeg op sleeptouw. “Je merkt dat de voetbal nu meer leeft! Andere spelers steken er nu ook meer moeite in.” Desondanks blijft voetballen in de vijfde klasse, wezenlijk anders. “Je stelt jezelf in op het niveau, qua volwassenheid, maar ook het slim zijn in de duels. Iedereen kan echt goed voetballen, maar teamgenoten zien het spelletje misschien niet altijd zoals jij het ziet, daardoor krijg je minder snel de bal of durven ze hem niet in te spelen.” Spijt heeft Assenberg, die de social media van de club voor zijn rekening neemt, dan ook allerminst. Ook niet als hij voormalig teamgenoten spreekt, die het wel hebben gered. “Boris van Schuppen spreek ik bijvoorbeeld nog wel eens. Voetballen bij NAC is gewoon een mooie ervaring geweest. Ik ben blij dat ik dat mee heb mogen maken.” Maar voor nu, focust de inwoner van Amsterdam zich dus op heel andere dingen. “Ik volg een opleiding om barbier te worden.” Gelukkig is hij het voetballen, daarnaast nog niet verleerd. “Bij De Schutters speel ik nu vaak op vier, of op zes. Iemand met goede passing, inzicht, rust en kalmte. Ik raak niet zo snel meer in de stress...” bezit van zijn UEFA C, kijkt hij al vooruit. “Komend jaar ga ik de volgende cursus doen!” ONTWIKKELEN Want zijn nieuwe passie, heeft Laros als trainer dus wel gevonden. “We trainen drie keer per week, maar ik merk dat ik er zeven dagen per week mee bezig ben.” Met alle liefde, vertelt hij. “Je ziet dat die spelers zich steeds meer ontwikkelen, het naar hun zin hebben en blij zijn. Dat is leuk om te zien.” Naast het eigen bedrijf, dat Laros heeft met zijn vader. “Dat is druk, maar op de club én op het veld, vergeet ik alles. Dan ben ik alleen maar met die gasten bezig.” Met wat zoal? “Veel pass- en trapvormen, afwerken, kansen creëren en positiespel. Spelers moeten continu in beweging zijn en scannen. Om zich heen kijken.” En dat alles, op het hoogste niveau. “Als ik ergens aan begin, wil ik het hoogst haalbare halen. Ook in het trainersvak. Dus wil ik uiteindelijk doorstromen naar de Eredivisie.” Toewerken naar een eerste elftal, maar eerst zo lang mogelijk leren bij de jeugd, vertelt Laros. “Ik kan mezelf bij RBC absoluut verder ontwikkelen. De club investeert veel in de jeugd en timmert hard aan de weg. Bijvoorbeeld op het gebied van verzorging, techniektraining, maar ook keeperstraining.” Ook op dat gebied, wil de stadionclub dus graag hogerop komen. “Bijna alle teams spelen nu divisievoetbal, die stap omhoog hebben we al met z’n allen gemaakt. Mede dankzij fantastische vrijwilligers. Dat blijft toch de drijvende kracht.” Ook op hem, kunnen ze bij RBC voorlopig rekenen. “Ik heb een hartstikke leuk groep nu, dus het is de bedoeling dat ik met die jongens mee naar de JO17 ga!” SHOP NOW

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=