SHOP NOW 25 Jeugdig HSC’28 zit in een opbouwfase Meedoen voor de bovenste plekken. Daar gingen ze bij vijfdeklasser HSC’28 voorafgaande aan dit seizoen voor. Maar na een valse start, maakt de ploeg van Omid Chaab voorlopig even een pas op de plaats. Toch ziet de nieuwe trainer voldoende aanknopingspunten. “Ik ben trots op de reactie van die jongens.” Want ondanks drie nederlagen op rij om het seizoen te beginnen, blijft de groep hard werken, vertelt Chaab (47). “En ook de trainingsopkomst is nog steeds goed!” Een verklaring voor de slechte start, heeft de oefenmeester desondanks wel. “Met name de vele wisselingen in de achterste linie. Vanwege de afwezigheid van een aantal jongens, waren we onze hele achterhoede kwijt.” Naast het ontbreken van ervaring, een flinke uitdaging dus. “Barry Perk is gestopt en een paar andere spelers zijn in een lager team gaan spelen. Daardoor hebben we best een jeugdige ploeg nu...” VOLLE BAK Toch barst Chaab nog altijd van het vertrouwen. Helemaal na de eerste winstpartijen. “Ons doel was om voor de bovenste plekken mee te doen. En dat blijf ik zeggen. Top middenmoot, eerste vijf, moet lukken!” Ondanks het gebrek aan routiniers, dus. “Veel jongens komen net van het jeugdvoetbal, dat is een groot verschil. Vooral in duelkracht. Maar iedereen werkt ontzettend hard.” Complimenten te over, en dus zit Chaab voorlopig prima op zijn plek. “Ik zat een seizoen zonder seniorenvoetbal, toen kwam HSC’28 op mijn pad. Dat voelde meteen goed. Binnen een dag was het geregeld.” Die klik, voelt de inwoner van Roosendaal ook nu nog steeds. “We maken progressie en ik heb het uitstekend naar mijn zin.” Mede door de instelling van zijn spelers. “Het zijn gretige en jonge jongens, die echt beter willen worden. Daar geniet je als trainer van. Ze gaan altijd volle bak.” Zelfs tijdens een wedstrijdbespreking, lacht Chaab. “Dan hangen ze aan je lippen.” PASSIE Helemaal nieuw, was de club uit Heerle voor de voormalig trainer van onder meer Advendo en Alliance dan ook niet. “Ik heb drie seizoenen lang tegen HSC’28 gespeeld. Dus wat dat betreft kwam ik niet helemaal binnen als een onbekende.” Ondanks zijn ‘sabbatical’, zat Chaab de afgelopen maanden dan ook niet stil. “Anders had ik gewoon nog lekker alleen de jeugd bij RKVV Roosendaal getraind. Dat doe ik nu nog steeds.” Kortom, voetbal is zijn passie. “Ik sta zeven dagen per week op het veld. Dit is écht mijn ding, dat heb ik altijd al gezegd. Hier krijg ik power van.” En dat merk je. Ook als hij over zijn geliefde spelletje praat. “Je moet altijd kijken wat een groep nodig heeft. Daar moet je jezelf als trainer aan aanpassen. Anders verdwalen ze in je verhaal.” Bijvoorbeeld op het trainingsveld. “We zijn veel bezig met positiespel en kijkgedrag. Als die jongens aan het gamen zijn, kijken ze continu om zich heen in het spel, om niet af te gaan. Dat moet je op het voetbalveld ook doen. Naar de bal, de ruimte, de tegenstander, medespelers en oplossingen zien. Altijd een stap vooruitkijken.” RUSTIG BLIJVEN Hoe probeert hij dat zelf tijdens een wedstrijd te doen? “Aan de hand van de tegenstander, kun je altijd de speelwijze aanpassen. Hoger of juist wat lager drukzetten. Wat dat betreft ben ik veel met tactiek bezig. Zelfs in de vijfde klasse.” Want, zo vindt Chaab. “Als je over kunt brengen wat je in je hoofd hebt, pas dan ben je een goede trainer. Hoe leg je het uit? Daar draait het om. En iedereen snapt het, hoor.” Toch blijft de UEFA B-trainer, met beide benen op de grond. “We zijn goed bezig, maar zitten met HSC’28 nog wel altijd in een opbouwfase.” Hoe zit dat met hemzelf? “Ik heb niet echt de ambitie om op het allerhoogste niveau trainer te zijn. Hoe hoger, hoe meer verantwoordelijkheid én druk. Ik moet écht plezier hebben. Niet te snel, gewoon op het gemakje.” En dus zit de oud-speler van Baronie, VV Breda en TVC’39, die opgroeide in Breda, voorlopig prima op zijn plek. “Bij mijn vorige clubs, ben ik altijd lang gebleven. Als trainer moet je vertrouwen uitstralen en vooral rustig blijven!” Een valse start, maar nog altijd genoeg vertrouwen. Na de degradatie van vorig jaar, mikken ze bij vierdeklasser Rimboe op een snelle terugkeer een niveautje hoger. En als het aan Narek Mekojan ligt, gaat dat lukken. “We gaan sowieso voor promotie, anders is het een mislukt seizoen.” ‘Dan had ik het profvoetbal gehaald’ Al moet het dan dus wel beter, vertelt de 29-jarige inwoner van Bergen op Zoom. “We zijn ons nu, na een valse start, aan het herpakken.” Een verklaring, heeft Mekojan dan ook wel. “Ik denk eerlijk gezegd dat we er een beetje te gemakkelijk over dachten. Zo van we doen het wel even.” Gemakzucht dus, iets wat ze bij Rimboe eigenlijk niet kunnen gebruiken. “Onze doelstelling is om kampioen te worden. Of in ieder geval te gaan voor promotie. Anders is het een mislukt seizoen.” FITTER Zeker na de degradatie van afgelopen jaar. “Dat was een grote teleurstelling. We moesten ons aanpassen aan een nieuwe competitie en dat duurde eigenlijk te lang. Daardoor kwamen we te laat op gang.” Mede door het moeizaam maken van doelpunten. “We kregen weinig goals tegen, maar scoorden er zelf ook niet veel. Dat was één van de redenen.” In de nacompetitie, ging Rimboe terecht onderuit, vindt Mekojan. “Maar we waren wel goed genoeg voor die derde klasse.” Hoe zit dat met de vierde klasse? “Kwalitatief valt het verschil mee. Teams zijn in de derde klasse alleen wat fitter. Conditioneel vooral.” Zaak om daar dus van te profiteren. “Het belangrijkste, is dat we met meer gif gaan spelen. Dat vond ik afgelopen seizoen te vaak ontbreken. En daarnaast, moeten de linies korter op elkaar en soms wat sneller de lange bal spelen. Dan willen we te graag opbouwen.” Mekojan kan het in zijn vierde seizoen bij de club, als geen ander weten. “Hiervoor heb ik bij Halsteren in de jeugd en later tot mijn achttiende bij NAC Breda gevoetbald.” Via MOC’17, kwam hij bij Rimboe terecht. “Het klikte meteen met de trainer, dus ik dacht: dat gaan we doen!” ENKELBLESSURE Voorlopig zonder spijt. “Het is gewoon een gezellige club en we willen allemaal winnen. Als je verliest, heb je geen plezier. Kwaliteit leveren, staat bij ons altijd voorop.” Helemaal bij Mekojan zelf, na zijn verleden in het profwereldje. “Tuurlijk was het een teleurstelling, dat ik geen profvoetballer ben geworden. Helemaal door de manier waarop”, doelt hij op een hardnekkige enkelblessure. “Daar ben ik drie keer aan geopereerd, maar het is nooit meer beter geworden.” Een jaar lang lag Mekojan destijds na een flinke tackle uit de roulatie, toch is zijn enkel dus nog altijd niet honderd procent. “Ze konden niet goed zien wat het probleem was. Daardoor is het nooit goed hersteld.” Intensief trainen, zit er dan ook niet meer in, voor het voormalige talent. “Op een lager niveau, lukt dat nog wel. Misschien zou ik maximaal tweede of eerste klasse kunnen spelen, maar dan is de kans dat het terugkomt, ook weer groter. Daar heb ik geen zin meer in.” En dus kunnen ze in de Wouwse Plantage nog wel even genieten van de middenvelder. “Ik ben een harde speler. Hard op de bal, fel en agressief, op een goede manier. Altijd rechtvaardig.” Naast zijn voetballende kwaliteiten. “Als ik niet geblesseerd was geraakt, had ik het profvoetbal wel gehaald. Denk ik. Mentaal was ik sterk en ik gaf er altijd alles voor. Was alleen maar op voetbal gefocust.” Die focus ligt nu op Rimboe, vertelt de eigenaar van een transportbedrijf. “Ik ga nergens anders meer heen!” Foto: Ahmet Akakca
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=