VoetbalJournaal Roosendaal, najaar 2024

SHOP NOW 23 Hij begon bij het tweede, maakte vlak voor de winterstop de overstap naar het eerste en verdween daarna niet meer uit de basis. Met, mede dankzij een aantal belangrijke treffers van hem, een kampioenschap in de derde klasse tot gevolg. Kortom, Rhinaldo Rockx kende een bijzonder seizoen bij SC Gastel. “Ik wilde graag nog eens kijken wat ik kon bereiken.” ‘Ik wilde nog eens kijken wat ik kon bereiken’ Want na acht seizoenen bij het tweede, ging bij de 29-jarige Rockx niet heel lang geleden de knop om. “Ik besloot om niet meer iedere zaterdagavond tot laat in de kroeg te hangen én de fitness wat serieuzer te gaan nemen. Dat betaalde zich uit.” En niet zo’n beetje ook. “Mijn prestaties waren goed, dus werd ik door Kees (de Rooij) bij het eerste gehaald, om mezelf te bewijzen. Vervolgens ben ik niet meer uit de basis gegaan.” Zijn cijfers, spreken dan ook boekdelen. “Zeven doelpunten en vier assists.” OVER DE STREEP Het leverde Gastel uiteindelijk de titel in de derde klasse op. “Het was echt een topjaar! Maar zeker geen makkie.” Want met BSC, kende de formatie uit Oud Gastel een behoorlijke concurrent. “We hebben twee keer van ze gewonnen. Dan ben je de terechte kampioen, toch?” Al dachten Rockx en zijn teamgenoten daar in eerste instantie eigenlijk nog helemaal niet aan. “Tot de winterstop draaiden we goed mee, maar hadden we nog niet echt het idee dat we kampioen gingen worden. Pas toen we een aantal moeilijke wedstrijden over de streep wisten te trekken, begon dat gevoel meer te leven.” Bij de club waar hij sinds zijn vijfde speelt. “Lekker op het dorp, veel gezelligheid en iedereen komt naar je kijken. Ik heb ook nooit verder dan Gastel gekeken en zal hier altijd blijven.” Zomaar ineens bij het vlaggenschip dus. “Ik ging van de A1 direct naar het tweede, daar heb ik acht seizoenen gespeeld.” Toch klonk jarenlang dat stemmetje ergens in zijn hoofd. “Is het eerste haalbaar?” Om op die vraag antwoord te kunnen krijgen, gooide Rockx het roer om. “Je wordt wat ouder, dan ga je vanzelf minder stappen op zaterdagavond. En daarnaast wilde ik echt gewoon nog eens kijken wat ik kon bereiken.” Een wereld ging voor hem open. “De trainingen bij het eerste zijn veel serieuzer én specifieker. Daar moet je ook fitter voor zijn, om die meters te kunnen maken.” Gelukkig is dat het allemaal waard. “Op zondag komen er nu natuurlijk veel meer mensen kijken. Dat is een stuk leuker!” SLIMMER Zelfs als het net als nu, in die tweede klasse, even allemaal iets moeizamer gaat. “We hadden op iets meer gehoopt. Voor mijn gevoel had er ook meer ingezeten.” Toch moet Rockx ook eerlijk bekennen: “Tegenstanders zijn niet alleen fitter, maar ook slimmer. Bijvoorbeeld bij het aangaan van de duels, of in de coaching. Allemaal net iets scherper.” Aan vertrouwen, desondanks geen gebrek. “Ons doel is handhaving, toch hoop ik dat we voor iets meer kunnen gaan. Een plekje in de middenmoot zou het mooiste zijn.” En niet zomaar. “We willen met goed voetbal dominant zijn en de tegenstander in moeilijkheden brengen.” Met hem als goaltjesdief. “Ik moet het hebben van in de ‘16’ zijn. Sterk aan de bal, balvast en een goed schot.” Een beetje zoals zijn voorbeeld, van zijn favoriete club Ajax. “Brian Brobbey vind ik mooi om naar te kijken. Hij is een beetje hetzelfde type spits, maar dan natuurlijk twintig klassen beter.” Duels spelen én dus doelpunten maken. Waar zet Rockx dit seizoen op in? “Als ik er tien zou kunnen maken, is dat wel een mooi aantal voor de tweede klasse!” Toen ze bij SC Gastel een mail kregen van het NOC*NSF over het creëren van een veilig sportklimaat, zorgde dat onder meer bij bestuurslid Hans van den Broek voor een behoorlijke wakeup call. En dus ging een samengestelde werkgroep vanuit het hoofdbestuur er direct mee aan de slag. “Het gaat steeds meer leven, dat is een positieve ontwikkeling.” ‘Een veilige sportomgeving bieden én blijven bieden’ Hoe anders was dat een kleine twee jaar geleden, vertelt Van den Broek (61). “Het NOC*NSF toetst sportverenigingen in Nederland, om te kijken of er voldoende aandacht wordt besteed aan een veilige omgeving. Zeker na een aantal situaties in de afgelopen jaren.” Conclusie na het bezoeken van de site van SC Gastel? “Ze vonden dat we te weinig deden, er was nog wel wat werk te doen. En dat klopte ook wel. Daardoor dreigden we onze mogelijkheid tot het gratis aanvragen van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te verliezen.” GOUDEN REGELS Een behoorlijke wake-up call, noemt Van den Broek het. “Vervolgens zijn we onszelf er met een werkgroep van een man of vijf eens in gaan verdiepen, wat ze nu precies bij het NOC*NSF bedoelden. Daarna ben ik met een opzetje gekomen.” Want, zo vertelt hij. “We kregen drie maanden de tijd om met een plan te komen, zodat we verbetering aan konden tonen. Pas dan zouden we onze machtiging weer terugkrijgen.” Project ‘Veilig sporten bij SC Gastel’ was geboren. “Het was heel interessant, maar ook meer dan gedacht. Hoe meer ik mezelf erin verdiepte, hoe ingewikkelder het werd.” Zo heb je als club bijvoorbeeld een vertrouwenspersoon nodig. “En daarnaast hebben we tien gouden regels opgesteld, over gedrag in de kleedkamer of hoe je met elkaar om hoort te gaan. Die hebben ze bij het NOC*NSF gelezen, daardoor kregen we onze mogelijkheid tot het gratis aanvragen van een VOG weer terug.” Een mooi steuntje in de rug, merkte Van den Broek. “Het is fijn om een soort beloning te krijgen voor al het werk, dat motiveert weer.” Want klaar, was het hoofdbestuurslid daarna nog niet. “We hebben in kaart gebracht hoeveel vrijwilligers we bij de club hebben. Dat bleek een kleine 150 man te zijn. Die hebben we allemaal benaderd en geprobeerd uit te leggen hoe belangrijk het is om een VOG te hebben.” En daarnaast, introduceerde Gastel zes vertrouwens- en contactpersonen. “Die hebben een cursus gevolgd, samen met de voorzitter. Want die is uiteindelijk eindverantwoordelijk.” COMPLIMENT Ook Van den Broek, draagt op dat gebied meer dan zijn steentje bij. “Ik ben vertrouwenspersoon én aanspreekpunt voor een veilige sportomgeving.” Hij ziet dat de nieuwe aanpak werkt. “Het afgelopen jaar is het een meer vanzelfsprekend onderwerp geworden tijdens de bestuursvergadering, het gaat meer leven. Mensen vragen er nu ook zelf naar.” Desondanks is het volgens hem een nooit afgerond proces. “We hebben nu een goed protocol, maar dat passen we ieder jaar aan. Net als de tien gouden regels. Onder meer voor de nieuwe vrijwilligers en trainers. Zo komen de vertrouwenspersonen ook minimaal twee keer per jaar bij elkaar, om te weten wat er speelt.” Want iedere melding, van een onveilige situatie, wordt op papier gezet. “Wij overleggen samen en brengen vervolgens een advies uit aan de voorzitter.” En dat helpt, heeft Van den Broek gemerkt. “Mensen weten nu waar ze moeten zijn, dus we hebben geconcludeerd dat er nu sneller melding wordt gedaan. Onze contactpersonen zijn drie mannen én drie vrouwen, dat hebben we bewust gedaan. Zodat ze gemakkelijker kunnen worden aangesproken.” En daar gaat behoorlijk wat tijd in zitten. “Het is vooral flink wat administratie. Maar als we daardoor misstanden kunnen voorkomen, is dat het allemaal waard!” Op die manier is de club een voorbeeld voor andere verenigingen, vertelt de inwoner van Oud Gastel. “Die komen bij ons vragen, hoe we dat hier doen. Dat zie ik toch wel als een compliment!” Want met een groeiend ledenaantal, moeten ze bijna wel. “We willen iedereen een veilige sportomgeving kunnen bieden én blijven bieden.” Ook voor ouders. “Die zien dat er ook daadwerkelijk wat gebeurt, dat is voor hen natuurlijk wel heel fijn.” Maar zoals gezegd, stopt het proces nooit. “We leren er iedere keer zelf ook weer van!” Foto: BennoElsenaar/BELFotoServices

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=