VoetbalJournaal Roosendaal, najaar 2023

R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M 5 Sport BSO is meer dan voetbal Doen waar je zin in hebt. Het is voor eigenlijk ieder kind een soort droom. Dus is dat precies wat ze bij Stichting Kinderopvang Mariadonk twee keer per week doen. En dat is echt niet alleen maar sporten, vertelt Janneke Veraart. “Juist die afwisseling vinden ze heel leuk.” Want hoewel we het op papier nog steeds hebben over de Sport BSO in Zegge, doen ze in werkelijkheid dus veel meer. “Het wisselt heel erg”, begint Veraart met vertellen. “Kinderen mogen zelf aangeven wat ze leuk vinden en graag willen doen.” En dat gaat van pepernoten bakken en ‘kraak de code’, tot aan lasergamen of pompoenen uitsnijden. “Laatst hebben we de paperclip-challenge gedaan. Beginnen met een paperclip en dan steeds ruilen. Dat idee kwam dan weer van mij!” AFWISSELING Speurtochten of raadsels oplossen, alles komt voorbij. Zelfs zoveel. “Dat we eigenlijk al bijna helemaal volgepland zijn. We probeerden nog een paar plekjes vrij te houden, maar ze hadden zoveel ideeën.” Want, zoals gezegd. “Moet het vooral vanuit de kinderen komen.” En dat is niet voor niks, lacht Veraart. “Sommigen hebben soms wat opstartproblemen, maar als we eenmaal bezig zijn, vindt eigenlijk iedereen het leuk.” Vooral de afwisseling doet het hem. Al blijven het natuurlijk ook sportfanaten. “Dan vragen ze toch vaak: ‘Gaan we ook nog voetballen?’ Dat kan natuurlijk altijd. Er is genoeg ruimte. Maar dan moeten ze het wel zelf doen.” Veraart als pedagogisch coach, beleidsmedewerker én leidinggevende werkzaam bij Stichting Kinderopvang Mariadonk ziet dat er ook steeds meer onderlinge toernooitjes worden georganiseerd. “Bijvoorbeeld met darten of het bordspel Stratego.” Een kampioenschap op zak, en een vliegende start in de derde klasse. Bij BSC Roosendaal hebben ze op dit moment allesbehalve wat te klagen. En dus ziet Maarten Constandse (32), centrale verdediger en jongen van de club, het voorlopig nog wel even zitten. “Als het goed gaat, kan je zo nog tien jaar door!” Maarten Constandse van BSC: ‘Dit is waarvoor je in het eerste speelt’ En goed, dat gaat het dus bij BSC. Ook als derdeklasser. Constandse weet wel hoe dat komt. “We hebben meer dan genoeg jongens met kwaliteit. Spelers als Karim Didi en Tom Schipper, daar word je niet minder van. Die binden een paar man in het veld.” Dat niveautje hoger, bevalt de centrale verdediger tot nu toe dan ook prima. “Het tempo ligt iets hoger en er lopen minder schoppers. Dat is wel fijn. Als je als ‘CV’ meer schoppen krijgt, dan dat je geeft, gaat er iets niet goed. Nu heb ik geen extra paar scheenbeschermers meer nodig, haha!” BIJZONDER MOMENT Bij de club, waar Constandse eigenlijk al zijn hele leven rondloopt. Op één jaartje na dan. “Ik heb nog een seizoen bij Roosendaal gespeeld, maar was daarna snel weer terug. De gehele jeugd doorlopen en vanaf mijn achttiende in het eerste.” En dus voelt BSC voor hem inmiddels als meer dan een warm bad. “Ondertussen ken je iedereen en iedereen kent jou. Ook de ‘oude mannen’. Even een praatje maken, dat is gewoon die gezelligheid.” Gezellig is het natuurlijk sowieso, als je veel wint. Precies wat ze vorig seizoen op sportpark Vierhoeven vaak deden. “We hadden allemaal wel het gevoel dat we kampioen konden worden, maar dat word je ook niet zomaar. Als dat dan uiteindelijk lukt, zorgt dat natuurlijk voor heel veel euforie in de groep.” Sterker nog, begint Constandse te lachen. “Dit was mijn eerste kampioenschap bij de senioren. En voor BSC zelf, is het ook heel zeldzaam.” Een bijzonder moment dus. “Het is uiteindelijk iets waarvoor je in het eerste speelt. Als dat dan ook nog bij je ‘eigen club’ is...” Maar met slechts één punt meer dan Rimboe, bleef het lang spannend. “Op een gegeven moment, gingen we ook slechte wedstrijden winnen. Toen kreeg ik wel het gevoel dat het niet meer fout kon gaan.” Toch moesten Constandse én zijn teamgenoten, gefocust blijven. “Iedereen leeft op zijn eigen manier toe naar die wedstrijden. Hoe dichter bij die titel, hoe serieuzer iedereen werd. Dan staan jongens niet meer met een halve kater op het veld, op zondag.” VOETBALLES Die instelling, in combinatie met voldoende kwaliteit, bleek uiteindelijk dus precies genoeg, voor het kampioenschap. Al was het maar nipt. “Veel teams hadden een stuk of twaalf jongens die meekonden, bij ons waren dat er misschien wel achttien. Daardoor konden we veel makkelijker blessures of schorsingen opvangen. Een brede selectie, dat is vooral het verschil geweest.” Maar is dat ook genoeg voor die derde klasse? Constandse heeft er in ieder geval vertrouwen in. “We willen ons zo snel mogelijk handhaven en daarna als het kan meedoen voor een periode.” Tot nu toe, lukt dat best aardig. “Je ziet dat we ook in deze competitie, dominant kunnen zijn. Hontenisse zei na de wedstrijd tegen ons: ‘We hebben gewoon voetballes gekregen’. Met ons team, kunnen we iedere tegenstander pijn doen.” Dus droomt hij stiekem, al een heel klein beetje van meer. “Aan een halve kans hebben we genoeg, we scoren zo ontzettend makkelijk.” Scoren doet Constandse zelf, overigens nauwelijks tot nooit. “Ik speel centraal, ergens anders moet je mij ook niet zetten. Ze zeggen altijd dat ik heel traag ben, maar dat valt wel mee. De bal inleveren, positioneel sterk en kan goed koppen.” Over zijn crosspass, zijn de meningen verdeeld, lacht de linkspoot. “Laat ze maar lekker twijfelen, voorlopig speel ik nog altijd alles!” GEMOTIVEERD Onder aanvoering van Bas Antens dus. “Bas is een trainer die van een groep jongens, echt een team kan maken. Iedereen gaat voor elkaar door het vuur, dat is belangrijk. Ook wisselspelers moet je tevreden en gemotiveerd zien te houden, anders vallen ze af en krijg je juist een smalle selectie. Hij houdt alles bij elkaar.” Al weet de inwoner van Etten-Leur, natuurlijk ook wel hoe het werkt. “Als je vaak wint, is dat minder moeilijk”, merkt Constandse zelf ook. “Ik heb drie jaar geleden al gezegd dat ik er mee zou kappen, toen draaiden we een slecht seizoen en hadden we weinig spelers. Maar als het net als nu goed gaat, dan kan je zo nog tien jaar door. Vroeger liet je er alles voor, ging je ook niet op vakantie. Nu is dat een beetje de middenweg. Als je op zondag maar kunt vlammen!” SPELNIVEAU Hoe kijkt ze in het algemeen terug, op ruim een jaar Sport BSO? “Het is wel een beetje zoals we hadden verwacht, maar misschien niet zoals gehoopt.” Want, zo gaat Veraart door met haar redenatie. “We zitten natuurlijk in een klein dorp. In een stad laten mensen hun kinderen minder makkelijk alleen thuis, hier wel. Ouders zijn hartstikke enthousiast en hun kinderen willen vaak niet naar huis, maar de aanvragen blijven vooral bij wat ze nodig hebben. En nog minder bij wat ze leuk vinden.” Toch wil Veraart, met tien kinderen op dinsdag en zes op donderdag, absoluut niet klagen. “In de basis hebben we genoeg kinderen. En vaak sluiten kinderen van de gewone BSO dan ook nog aan. Maar die zouden zich dan ook echt aan kunnen melden voor de Sport BSO.” Waarom dat toch niet gebeurt? “Je merkt een stukje angst, of terughoudendheid. Ouders die bang zijn dat hun kind moe is aan het einde van de dag, maar dat is niet zo. Kinderen zijn bij ons niet actiever, alleen het spelniveau ligt hoger. Ze moeten hun hoofd meer gebruiken.” Een tip dus voor alle ouders: “Kijk wat past bij je kind. Het zou mooi zijn voor de kinderen die het ook fijn vinden bij ons, dat ze vast in deze groep komen!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=