VoetbalJournaal Roosendaal, najaar 2023

R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M 25 Driemaal scheepsrecht voor Wierikx en HSC’28 Driemaal is scheepsrecht. Ook voor Andy Wierikx en HSC’28. Want nadat gesprekken tussen beide partijen tot twee keer toe, niet tot een samenwerking hadden geleid, was het de derde keer wel raak. En dus is de inwoner van Roosendaal, sinds dit seizoen trainer van de vijfdeklasser. “Het is moeilijk uit te leggen, maar het klikte gewoon.” En dat was eigenlijk al het geval, tijdens het eerste gesprek. Een paar seizoenen geleden. “Met de mensen, de club zelf en hoe ze hier met elkaar omgaan. Ik had daar, toen al, meteen een goed gevoel over.” Toch koos de 59-jarige Wierikx destijds zelf om bij ODIO aan de slag te gaan. De tweede keer koos HSC’28 juist voor iemand anders. “Daardoor kende ik de club ondertussen al wel redelijk goed. Ik ben hier natuurlijk ook als tegenstander geweest, dan werd je altijd goed ontvangen. En je leert wat jongens kennen.” SMALLE SELECTIE Dus toen bekend werd dat Wierikx in de winterstop vertrok bij Vivoo, hingen ze in Heerle al snel aan de telefoon. En dat was maar goed ook. “Ik had tegen mijn vrouw gezegd, dat ik nergens meer zou solliciteren. Als er dan niks zou komen, nam ik lekker een jaar sabbatical.” Dat gebeurde niet, waardoor de ervaren trainer, na periodes bij onder meer ODIO, Vivoo en NSV, ook HSC’28 aan zijn rijtje clubs heeft toegevoegd. Tot tevredenheid van de hoofdpersoon zelf. “Het bevalt hartstikke goed! Helemaal als je lekker aan de competitie begint.” Al geeft dat, weet ook Wierikx, geen enkele garantie voor de toekomst. “We wisten dat de selectie smal zou zijn, want er zit maar weinig jeugd achter. Dat maakt het soms moeilijk. Daardoor moeten we slim voetballen, weinig kaarten pakken en niet al te veel blessures hebben.” Toch legt hij de lat, behoorlijk hoog. “Vooraf heb ik natuurlijk wel gesprekken gevoerd met die jongens, over hun ambities. We willen proberen bovenin mee te draaien en misschien wel voor een periode te spelen.” In een behoorlijk ‘nieuwe’ vijfde klasse. “Daardoor is het, ook voor mij, eerst toch wel een beetje kijken.” Want, zo redeneert Wierikx. “De Zeeuwse clubs, daar weet ik eigenlijk maar weinig van. Er steken altijd één of twee teams bovenuit, dat lijken bij ons Achtmaal en METO te zijn. Maar het blijft even afwachten.” OUDE PLOEGEN Aan de sfeer, zal het in ieder geval niet liggen. “HSC’28 is een beetje zoals NSV, qua accommodatie en hoe de dingen geregeld zijn. Een warme club, no-nonsense en gewoon zeggen wat je denkt.” Een kleine vereniging, met grote ambities. Al is het alleen maar, om boven zijn oude ploegen te eindigen. Want ook die, komt Wierikx dit seizoen tegen. “Dat blijft toch altijd bijzonder. Bij Vivoo heb ik tweeënhalf seizoen gezeten, dan komen er vanzelf weer herinneringen naar boven. Trainen om 05:00 uur ‘s ochtends, tijdens corona...” Toch had het, heel stiekem, misschien zomaar anders kunnen zijn. “Sinds de winterstop, heb ik HSC’28 vorig jaar intensief gevolgd. Veel wedstrijden gezien. Ik hoopte niet per se op promotie, omdat ik vind dat je daar dan ook wel het elftal voor moet hebben. Maar op termijn, willen we wel naar die vierde klasse.” Promoveren zat er afgelopen seizoen, ondanks een goede start, dus niet in. Het zorgt deze voetbaljaargang, voor een meer dan fraaie competitie. “Clubs uit de buurt, onderlinge derby’s, dat is natuurlijk wel heel leuk. En goed voor het publiek én de inkomsten van de kantine.” Zaak voor hem, om te zorgen voor de prestaties op het veld. “Ik ben een trainer die tussen, maar ook boven de groep staat, als dat nodig is. Wel rustiger, dan dat ik als voetballer was.” Bij het uitspreken van die zin, begint Wierikx al te lachen. “In het begin ben je eigenlijk nog meer speler, sta je hartstikke druk te doen langs die lijn. Nu ben ik een stuk ouder, dan wordt dat vanzelf minder.” JONG EN FIT Maar zijn passie voor het spelletje, is bij de oud-speler van onder meer Alliance, nooit minder geworden. “Via het tweede van Alliance en later Kruisland, ben ik eigenlijk een beetje het trainersvak ingerold. Dat komt, als je zelf niet meer kunt voetballen, toch het dichtste bij voetbal. Het leukste was om zelf dan af en toe nog een beetje mee te doen, maar dat gaat nu niet meer.” Toch heeft Wierikx er nog altijd net zoveel plezier in. “Het bezig zijn met een groep, jongens vooruithelpen. Samen punten pakken en met z’n allen, zo hoog mogelijk zien te eindigen. Of het nou met mooi, of vechtvoetbal is.” De trainer, in het bezit van zijn UEFA B, denkt dan ook nog niet aan stoppen. “Ik voel me nog jong en fit! Zolang ze me willen hebben, blijf ik doorgaan.” Voorlopig met HSC’28. “Als we dit seizoen lekker hebben gevoetbald én er alles aan hebben gedaan, ben ik tevreden. Halen we ook nog ons doel, dan is dat nog lekkerder en reden voor een feestje!” Hij deed vanwege zijn werk een stapje terug, voetbalde een jaartje bij DVO’60 in een vriendenteam, maar is sinds dit seizoen speler van derdeklasser SC Gastel. Want toen Wesley Kotta in gesprek ging met trainer Kees de Rooij, was die klik er eigenlijk meteen. “Hij had oprechte interesse in mij als speler én als persoon.” ‘Ik wist dat ik hier weer plezier zou hebben’ En dus is de voormalig speler van RKVV Roosendaal, waar hij in de pupillen begon met voetballen, sinds deze zomer beland in Gastel. Een aangename kennismaking. “Ik kende al wat jongens en de sfeer is leuk. Het bevalt heel goed!” Iets waar de 26-jarige Kotta, stiekem toch wel aan toe was. “Bij DVO’60 speelde ik in een vriendenteam, maar ik miste toch wel een beetje dat competitieve. Toen kwam ik twee vrienden van SC Gastel tegen, of ik niet eens wilde praten met Kees de Rooij.” PLEZIER HEBBEN Waarom ook niet? Dacht de verdedigende middenvelder. Sterker nog. “Die gesprekken waren heel aangenaam. Hij had oprechte interesse in mij als speler én als persoon.” Want, zo herinnert Kotta zich nog goed. “Vorig jaar september, werd ik al gebeld door Kees. Daar spreekt toch wel vertrouwen uit. Dat was voor mij eigenlijk dé reden, om hier naartoe te komen.” Al trok niet alleen het moment van bellen, hem over de streep, vertelt hij. “De mogelijkheid om samen te spelen met bekenden uit mijn middelbareschooltijd, speelde ook een grote rol. Daardoor kende ik al wat gasten, waar ik goed mee overweg kon.” Zelfs een degradatie naar de derde klasse, bracht hem niet aan het twijfelen. “Ik had al ‘ja’ gezegd, met het idee dat we tweede klasse zouden gaan spelen. Dat was jammer, maar ik hield er misschien stiekem wel een beetje rekening mee. Dan moet je ook niet meer terugkrabbelen, vind ik.” En achteraf, is dat een goede keuze geweest, glundert Kotta. “Voor mij was het vooral belangrijk om weer gewoon plezier te hebben. Ik wist dat ik dat hier zou hebben!” Al is het, zo is hij eerlijk, behoorlijk aanpoten gebleken. “Ten opzichte van een vriendenteam... Het gaat iets sneller en ook de duels, zijn een stuk meer fysiek.” Gelukkig beschikt de derdeklasser, over meer dan genoeg kwaliteit. “Het niveau is eigenlijk wel een beetje zoals ik had verwacht. We moeten in deze competitie, zeker bovenin mee kunnen draaien.” En dat is nodig ook, vertelt Kotta. “Onze doelstelling is promoveren, terug naar die tweede klasse.” Maar vanzelf, gaat dat zeker niet. “Iedereen kan van elkaar winnen. Dan is het zaak om consistent en stabiel te zijn.” STOOM AFBLAZEN Wie hij ziet als grootste concurrenten? Kotta heeft wel een idee. “Voor mijn gevoel zijn BSC en HVV’24 wel een beetje de favorieten, maar ik hoor ook over Virtus en Zundert dat het goede ploegen zijn.” Volledige focus is dus nodig. Op zichzelf, en het team. “Het leukste is om met z’n allen te trainen en ergens naartoe te werken. De neuzen allemaal dezelfde kant op.” In een groep, waar Kotta zich nu al meer dan thuis voelt. “Hoe ik ontvangen ben, zegt veel over het team.” Maar, is hij meteen ambitieus. “Ik wil waardering voelen en een rol van betekenis spelen. Die prestatiedrang heb ik nog steeds.” Ook al zijn het, als analist bij een bank en eigenaar van een juridisch adviesbureau, soms lange dagen voor hem. “Vanuit kantoor, door naar de voetbal. Even stoom afblazen. Dat geeft altijd een voldaan gevoel.” Net als het uitschakelen van de nummer tien van de tegenstander. “Ik sta ‘op zes’, ben met name verdedigend ingesteld.” Toch probeert Kotta ook in balbezit zijn voetballende steentje bij te dragen. “Eigenlijk zou ik de bal wel iets meer moeten vragen én hebben. Ik probeer wel op te bouwen, maar heb te vaak nog de drang om terug te spelen. De veilige keuze.” Een mooi verbeterpunt voor dit seizoen dus. “Dat zou mijn spel wel ten goede komen.” Voorlopig bij SC Gastel. “Ik heb het hier ontzettend naar mijn zin!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=