VoetbalJournaal Roosendaal, najaar 2023

19 R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M ‘Eén van de mooiste dagen van mijn leven’ Een goed begin, is vaak het halve werk. Een begin zonder al te veel punten, is dat duidelijk niet. En dus moeten ze bij derdeklasser Alliance na de promotie van vorig jaar, dit seizoen knokken voor wat ze waard zijn. Aan vertrouwen, ontbreekt het bij jongeling Jelle Bleij desondanks in ieder geval niet. “Voetballend kunnen we prima mee.” Maar toch, wil het in die derde klasse voorlopig dus nog niet echt lukken. Waar dat aan ligt? De pas negentienjarige Bleij heeft wel een idee. “Misschien hebben we het een beetje onderschat. Te vaak ontbreekt het bij ons dan aan felheid.” En dat kost punten. “We moeten iets beter beginnen aan wedstrijden, want een achterstand maak je niet iedere keer goed.” MANNETJE STAAN Toch is er bij Bleij, allesbehalve reden voor paniek. Vooral ook omdat hij de club inmiddels door en door kent. “Ik voetbal hier al heel mijn jeugd, sinds mijn vijfde. Toen ik mocht, ben ik meteen gaan voetballen.” Twaalf jaar later, maakte hij zijn debuut. Bij het eerste. “Vorig seizoen zat ik er voor het eerst volledig bij. Daarvoor deed ik af en toe mee.” Het hielp Bleij om de overstap naar de senioren sneller te verteren, vertelt hij. “Die jongens hadden vertrouwen in mij, dat geeft natuurlijk ook een goed gevoel. Zelf ben ik fysiek niet de grootste, dus moet ik het meer van het voetballen hebben. Dat was wennen. Dan moet je echt je mannetje staan. Ondertussen gaat dat goed!” Hoe kan het ook anders. “Alliance is een heel mooie en gezellige club, met veel vrienden. Ik heb eigenlijk nooit de drang gehad om weg te gaan. Het voelt voor mij als thuis.” Helemaal na een seizoen, als vorig jaar. Met promotie via de nacompetitie. “Halverwege, kregen we allemaal wel het gevoel dat het erin kon zitten. We begonnen niet echt goed, dus aan het kampioenschap dachten we eigenlijk niet. Daarna begon het steeds beter te lopen. Die hele beleving, was fantastisch!” Want, zo herinnert Bleij. “Ook binnen de club, begon het steeds meer te leven.” Waarom het uiteindelijk is gelukt? “Ik denk omdat we er als team echt iedere wedstrijd stonden.” TOPSCORER Iets dat ze bij Alliance ook in de derde klasse, maar al te goed kunnen gebruiken. “Het is een zware competitie, tegenstanders zijn beter. Vorig jaar had je nog wel een paar zwakkere teams, dat heb je nu niet meer. En als je een fout maakt, wordt die afgestraft.” Maar, zo is Bleij positief: “Voetballend doen we echt niet onder.” Alleen, voegt hij er daarna snel aan toe. “We moeten scherper en feller zijn. Ons doel is om niet te degraderen, daar heb ik nog steeds vertrouwen in. Maar continu verliezen, daar word je niet vrolijk van. Met die tegenslagen, moeten we goed omgaan.” Ook hij, als voetballende ‘nummer tien’. “Een creatieve speler, iemand met overzicht en een goede trap. Eigenlijk een echte verbindingsspeler tussen het middenveld en de aanval.” Maar ook één die doelpunten kan maken. “Vorig jaar werd ik topscorer. Elf goals in de competitie en twee in de nacompetitie. Daar was ik wel tevreden mee.” Tevredenheid is een bedreiging, dus ligt de lat voor dit jaar opnieuw hoog. “Ik ga voor minimaal tien! Om te bewijzen en te laten zien, dat ik dit niveau aankan.” Al moeten er dan ook nog wel een paar dingen beter, is Bleij eerlijk. “Meer rust aan Plezier maken, iets leren én natuurlijk spelen om te winnen. De voetballertjes van Alliance JO9-2 doen het allemaal. Want onder leiding van trainer Rick Jansen, loopt de boel als gesmeerd. “Vorig seizoen waren we twee fases ongeslagen.” Alliance JO9-2 is gek van voetbal Want hoewel verliezen er natuurlijk ook bij hoort, weet de 41-jarige Jansen als geen ander: “Je hebt het snelste plezier, door te winnen.” En winnen, doen ze bij de JO9-2 van Alliance, dus meer dan genoeg. “Toch moeten ze soms ook leren verliezen en omgaan met tegenslag.” Al hebben ze dat in de drie jaar dat de Roosendaler, zelf oud-voetballer van DVO’60, trainer is, nog maar weinig gedaan, vertelt hij. “Uiteindelijk speel je om te winnen. Als we verliezen, baal ik zelf ook wel even. Maar dat is ook zo weer weg.” GROEIEN Zijn fanatisme begon, zo rond corona, begint Jansen met vertellen. “Joris, mijn zoontje wilde op voetbal, we wonen vlakbij Alliance en ik kende iemand van de jeugd daar.” Toen hij als vader, netjes buiten de hekken stond te kijken, wierp toch maar iemand een keer die vraag op: “Of ik niet ook eens wilde helpen bij de training, ik was er toch altijd al.” En zo geschiedde. Drie seizoenen later, is Jansen er dus nog steeds. “Ik vind het hartstikke leuk om naar te kijken én natuurlijk met je eigen zoon bezig te zijn.” Al is dat nog niet altijd even makkelijk, lacht Jansen. “Je bent toch altijd wat strenger of kritischer. Op de training ben ik trainer, daarbuiten weer gewoon papa.” Gelukkig delen ze dezelfde liefde voor het spelletje. “Hij is helemaal gek van voetbal. Laatst keek ik in zijn schoolboeken, dat gaat alleen maar over voetbal. Dat is toch leuk?” Helemaal als je ze als spelertjes dan ook daadwerkelijk ziet groeien. “Vanaf de JO7, ben ik met ze meegegaan. Als je ze dan vergelijkt met tweeënhalf jaar geleden. Dan zijn ze allemaal enorm vooruitgegaan. Als team, maar ook individueel, qua balvaardigheid.” De trainer weet wel waarom. “Ze zijn nu nog redelijk gehoorzaam, haha!” Misschien ook wel mede dankzij hem. “Ik probeer ze toch altijd op een bepaalde manier te stimuleren. Vorig seizoen waren we twee fases lang ongeslagen, toen heb ik ze aan het einde allemaal een medaille gegeven. Groeiden ze tien centimeter van trots.” FANATIEK In een team, dat inmiddels bestaat uit een hoop vrienden. “Ze komen allemaal uit verschillende wijken, sommigen zitten bij elkaar op school, maar ze spreken nu ook buiten de voetbal af.” Toch zit je uiteindelijk op voetbal, om wat te leren. Dus moet er goed getraind worden. “Twee keer in de week, 75 minuten. Altijd een warming-up, wat conditie, balvaardigheid, passen, schieten, positiespel en partij. Daar zijn we het meeste mee bezig. En vooral, veel herhalen!” Met hem als fanatieke trainer langs de lijn. “Die jongens zijn net zo fanatiek! Het is voetbal voor, en voetbal na. Soms zijn ze natuurlijk afgeleid, dan moet je ze er weer even bij roepen. Als ze hun best maar doen.” Geselecteerd wordt er bij Alliance dan ook pas vanaf de JO11. “Het gaat vooral om plezier én samenspelen. Op deze leeftijd weet je nog helemaal niet hoe goed iemand gaat worden. Ze groeien nog zó snel, gaan met stappen vooruit. En je wordt natuurlijk ook beter, als je met betere spelers speelt. Die balans moet je een beetje zoeken.” Ook als het aankomt op verschillende posities. “Ze hebben allemaal een natuurlijke positie, maar staan soms ook ergens anders.” En zijn zoon? “Die is fan van Xavi Simons en Cody Gakpo, dus staat het liefste op links.” Met zijn vader voorlopig nog als trainer. “Ik heb ook de ambitie om mijn trainerspapieren te halen, dus ik ben aan het kijken welke opleidingen ik kan volgen. Uiteindelijk word je daar weer een betere trainer van.” Iets wat zijn eigen vader, eigenlijk altijd al in hem had gezien. “Hij zei dat ik trainer moest worden. Als voetballer, was ik niet zo’n talent.” En zoals wel vaker, had ‘ie gelijk. “Het is voor mij ook een soort uitlaatklep, om de drukte van het werk te vergeten. Ik vind het heel leuk, krijg er energie van en ga altijd met plezier naar de voetbal toe!” de bal én bepalender zijn. Een uitdaging, maar het zit er wel in!” Want aan ambities, geen gebrek. “Als het op het juiste moment komt, zou ik in de toekomst graag hoger willen spelen. Bij welke club of op welk niveau, is lastig te zeggen.” Voorlopig zit het talent, wonend op tien minuten fietsen van de club, prima op zijn plek. Sterker nog. “De promotie was één van de mooiste dagen van mijn leven. De sfeer tijdens die wedstrijd... Daar mogen we nog steeds trots op zijn!” Foto: Henk Jansen

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=