VoetbalJournaal Roosendaal, najaar 2023

17 R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M Voor Koevoets is DEVO meer dan een hobby Verenigingsmens, voetballiefhebber en een hart voor de club. Michaël Koevoets is voor DEVO van onschatbare waarde. En dus is de vrijwilliger met alle liefde, zeven dagen per week in de weer voor de jeugd én de senioren. “Het is voor mij ook gewoon een stukje hobby.” Een hobby die stiekem misschien toch een klein beetje uit de hand is gelopen, zo lacht de 37-jarige Koevoets. “Ik ben nu jeugdvoorzitter, secretaris, jeugdtrainer en leider/vlagger bij het eerste. En soms draai ik ook nog een bardienst.” Drukke weken dus. “Meestal ben ik zes of zeven dagen per week op de club.” De club waar het voor hem al op zesjarige leeftijd allemaal begon. “Aan het begin van het seizoen wilde ik weer bij het tweede gaan voetballen, maar door alle vrijwilligerstaken, moet je keuzes maken. Het zijn van leider of vlagger bij het eerste én clubscheidsrechter, is niet te combineren met zelf voetballen.” Want de voormalig middenvelder, draagt nu dus vooral buiten de lijnen zijn steentje bij. “Het is een gezellige vereniging, waar iedereen voor elkaar openstaat. Iedereen is bereid om te helpen, jeugdtrainers of leiders, noem maar op.” JEUGDBESTUUR Daar doet Koevoets zelf als jeugdvoorzitter, natuurlijk aardig aan mee. “Nu sinds een jaar of vijf. Twee seizoenen geleden ben ik gestopt als jeugdtrainer, om me hier volledig op te kunnen focussen. Gesprekken met ouders voeren, praatjes maken en problemen oplossen. Naast het aanstellen van trainers natuurlijk.” Een flinke klus, zo weet hij inmiddels. “Nu geef ik toch weer training aan de JO14, dan wordt dat lastiger. We zijn, vooral bij de jongste jeugd, behoorlijk aan het groeien. Eigenlijk is het in je eentje als voorzitter, niet meer mogelijk om dat draaiende te houden. Daarom gaan we een jeugdbestuur oprichten.” Een mooie stap, vindt Koevoets. “Dat moeten uiteindelijk een mannetje of vijf worden, zodat we de taken ook kunnen verdelen. We hebben er nu al drie!” En dat is nodig ook, vindt de inwoner van Bosschenhoofd. “Natuurlijk om de jeugd een goede opleiding te kunnen geven. Als je dan soms kijkt naar andere verenigingen, ben ik daar best jaloers op.” Hoe ze dat bij DEVO net zo willen gaan doen? Koevoets heeft er wel een antwoord op. “Het zijn veelal vaders die iets doen, die willen we een cursus aan gaan bieden. Om training te geven, wedstrijden te fluiten of om te vlaggen. Via de KNVB. Hoe houd je een bespreking en hoe geef je training? Dat soort dingen.” Want, zo redeneert hij: “Uiteindelijk worden de prestaties dan ook beter en gaat het niveau omhoog.” TOEKOMST Gericht op de lange termijn. “Ons doel is om zoveel mogelijk eigen jeugd in de selectie te hebben. En wie weet weer terug te komen in die vierde klasse.” Aan zijn eigen inzet, zal het dus in ieder geval niet liggen. “Ik ben altijd een verenigingsmens geweest. Klaar staan voor anderen en je steentje bijdragen.” Ook door wedstrijden te fluiten, zelfs bij buurman DIOZ. “Als ze bellen, kom ik helpen.” En niet voor niks. “Je moet altijd met elkaar in contact staan, zeker met het oog op de toekomst. Misschien moeten we over tien jaar wel met een paar elftalletjes samengaan, om genoeg spelers te hebben. Vooral vanaf de JO12 tot en met de JO17, wordt dat steeds moeilijker.” Want voor Koevoets, die al sinds zijn vijftiende deel uitmaakt van het jeugdbestuur, staat één ding als een paal boven water: “We moeten er vooral samen voor zorgen, dat iedereen plezier heeft. Dat is uiteindelijk het belangrijkste.” Iets wat bij het eerste, meer dan aardig lukt. “De saamhorigheid, met jongens van het eigen dorp, dat vind ik mooi om te zien. Er lopen zelfs jongens, die ik vroeger zelf nog heb getraind.” Naast de functie van leider én vlagger bij de selectie, houdt Koevoets zich als secretaris ook nog bezig met het plannen van oefenwedstrijden. “Dat gaat via mij, anders ontbreekt de structuur. Als iedereen zomaar wedstrijden gaat regelen.” Geen tijd om stil te zitten dus. “Teams intact houden en zorgen dat spelers blijven. Dat is onze voornaamste taak. En als mijn gezondheid het toelaat, blijf ik dat nog heel lang doen. Ik vind het hartstikke leuk!” Bij Rimboe hadden ze zich hun eerste maanden in de derde klasse op zondag, ongetwijfeld iets anders voorgesteld. Want na een moeizame start, is het voorlopig vooral nog even wennen. Maar aanvoerder Jeffrey Jurgens, maakt zich nog lang geen zorgen. “We zijn zeker weten goed genoeg!” Jeffrey Jurgens van Rimboe: ‘We zijn goed genoeg voor de derde klasse’ Al kost dat, misschien even wat tijd. “Dit is natuurlijk niet de start waar we op hadden gehoopt. Het gaat allemaal een stapje sneller dan de vierde klasse, dat is het grootste verschil. We moeten nog even wennen aan het niveau.” Maar dat wennen, kan natuurlijk niet te lang duren, weet ook de 34-jarige Jurgens. “De punten zullen volgen! Ik verwacht dat we er wel in gaan blijven.” Waarom? “Omdat we gewoon een goed elftal hebben. Goed genoeg voor die derde klasse.” DOOR HET VUUR Een elftal waar de Roosendaler al sinds jaar en dag onderdeel van uitmaakt. “Vanaf het begin, ben ik erbij. Sinds we allemaal over gingen naar ‘Rimboe zaterdag 1’. Dat is nu elf of twaalf jaar geleden.” Hij was er onderweg één jaartje tussenuit naar DVO’60, maar keerde dus al snel weer terug. “Het voelt als familie. In al die jaren, leer je de mensen natuurlijk ook wel kennen. Het is ook niet zo’n grote vereniging. Gezellig én met vrienden.” Helemaal als je, net als afgelopen seizoen, heel vaak wint. Toch kijkt Jurgens met een dubbel gevoel terug, op dat promotiejaar. “Het duurde even voordat het goed ging lopen, maar het laatste deel was fantastisch. Toen we uit bij Nieuw Borgvliet met 0-1 wonnen, wisten we dat het erin zat.” De lat lag vooraf dan ook hoog. “Het doel was kampioen worden, daar net onder kwam promoveren. Stiekem wisten we op een gegeven moment al wel dat het kampioenschap niet meer ging lukken, dus echt een teleurstelling was dat niet.” Maar een tweede plek, met slechts één punt minder dan kampioen BSC, bleek dus uiteindelijk voldoende voor promotie naar de derde klasse. Jurgens weet wel waarom. “We hebben redelijk wat kwaliteit in de ploeg en zijn echt een team. Dan ga je voor elkaar door het vuur.” CIJFERTJES Iets wat ze dit jaar, ook weer nodig zullen hebben. “Ik vind het verschil tot nu toe nog wel meevallen. Eigenlijk is het een beetje hetzelfde als die vierde klasse.” Maar, zo is hij eerlijk: “Tegenstanders maken minder fouten en het tempo ligt hoger. Daardoor zijn veel spelers ook conditioneel beter.” Even aanpoten dus. Helemaal voor hem als middenvelder. “Meer een passer, iemand met inzicht. Geen loper. Lopen laat ik liever aan anderen over, haha!” Centraal op het middenveld, lukt hem dat als aanvoerder prima. “Mensen neerzetten en de lijnen uitzetten.” Onder leiding van Yasin Cayir. Voor hem een bijzonder goede bekende. “Sinds hij zijn papieren heeft, voetbal ik onder hem. Misschien al wel tien jaar.” Een gelukkig huwelijk, lacht Jurgens. “Yasin is duidelijk én eerlijk, daar houd ik wel van. En hij weet het goed weg te zetten. Dan groeit het vertrouwen vanzelf.” Bij een club die voor Jurgens inmiddels meer is dan voetbal. Sinds afgelopen maart, is hij namelijk ook penningmeester. “Eigenlijk moet ik zorgen dat het financieel goed gaat met de vereniging. Bijvoorbeeld door de uitgaven en inkomsten in kaart te brengen. Ik ben best goed met cijfertjes, dus dat vind ik leuk om te doen.” En belangrijk, vertelt de elektromonteur. “Vooral om de club te helpen, ze hebben toch iemand nodig. Dan ben ik de beroerdste niet.” Voorlopig blijft hij dat, ook binnen het veld, nog wel even doen. “Ik heb al eens aan stoppen gedacht, maar het is nu nog te vroeg. Dus ik bekijk het per seizoen!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=