VoetbalJournaal Roosendaal, najaar 2023

11 R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M Hij is voor zijn werk al jarenlang actief in de bouw, dus toen ze bij de voetbal iemand zochten om het onderhoud van het sportpark op zich te nemen, wisten ze Tonny Haverkamp bij NSV snel genoeg te vinden. En gelukkig zag de oudjeugdvoetballer van RSV, dat zelf ook wel zitten. “Eerst de handjes uit de mouwen, daarna samen een pilsje drinken.” ‘Eerst hard werken, daarna een pilsje’ Want hard werken, dat is het, lacht de 58-jarige Haverkamp. “Op maandagmorgen en woensdagavond is er een groenploeg van vaak een man of vijf, die het snoeiwerk doet en eigenlijk alles wat groen betreft rondom het sportpark onderhoudt. Gewoon om het park netjes te maken én te houden.” Dat laatste, lukt best aardig. “We krijgen veel complimenten van andere clubs, dat het er mooi bij ligt. Daar zijn we trots op! “ Maar dat doet hij dus zeker niet alleen. “De gehele ploeg bestaat uit ongeveer achttien vrijwilligers.” VRIENDENGROEP Haverkamp, die op zijn achtste begon met voetballen bij RSV, is sinds ongeveer tien jaar verantwoordelijk voor het onderhoud. Geboren in de gemeente Rucphen, raakte hij in Nispen verzeild. “Het is ons kent ons, dus ze weten waar je kundig in bent. Dan word je vanzelf benaderd. Ik ben al jaren werkzaam bij een woningcorporatie, maar heb jarenlang in de bouw gewerkt als timmerman.” Als voetballer kwam hij niet verder dan de jeugd, maar als vrijwilliger, scoort Haverkamp nu dus alsnog. “Het staat er allemaal strak en netjes bij!” En heel gek, is dat ook niet. “We hebben een vaste ploeg om de velden te maaien. Het is inmiddels ook echt een vriendengroep geworden.” Ooit begonnen met het aanpakken van de kleedkamers. “Daarna hebben we weer gespaard en is de kantine gekomen.” Net als de keuken en de entree van het complex. “Nu richten we ons op het verduurzamen. Muren isoleren en over twee jaar het dak.” En daarna? “Is de hoofdtribune aan de beurt. Voor het nodige schilderwerk!” IN HET ZONNETJE Het klinkt allemaal veel, maar valt volgens Haverkamp best mee. “Iedereen kent elkaar. Dus als je vraagt: ‘Heb je tijd?’ Dan komen ze!” Want, zo vertelt hij. “In het dorpje Nispen, hebben heel veel mensen een hart voor de club.” Net als hijzelf. “Ik woon bijna in de straat. Kom altijd op het fietsje.” Een vriendenclub, die weet waar ze voor staan. Met vrijwilligers die zo nu en dan in het zonnetje worden gezet. “Tijdens de vrijwilligersavond.” Gewoon als dank. Bijvoorbeeld voor het helpen bij het plaatsen van de nieuwe pannakooi en het aangelegde speeltuintje. “We hebben het kunstgras laten doen, maar het grondwerk en de keerwanden, deden we zelf”, vertelt Haverkamp. “Als club zijn we heel tevreden met het resultaat! Er wordt ook nu al veel gebruik van gemaakt.” Het is de voldoening, die hem als vrijwilliger en bestuurslid genoeg energie geeft om door te blijven gaan. “Zolang ik het kan, en het leuk is, blijf ik het doen. Ze hebben vanuit het bestuur al gevraagd of ik mijn termijn met drie jaar wil verlengen. Daar heb ik volmondig ‘ja’ op gezegd!” Hij was jeugdtrainer bij NAC Breda en Willem II, ging fulltime aan de slag voor de KNVB, maar staat nu weer als hoofdtrainer voor een groep senioren. Want sinds dit seizoen, is Erik Nijssen trainer van tweedeklasser RKVV Roosendaal. ‘Roosendaal stond hoog op mijn lijstje’ Heel gek is dat gezien zijn met de paplepel ingegoten liefde voor het spelletje, dan ook niet. “Altijd samen met mijn vader. Sinds de D’tjes bij Internos, vond ik het al heel leuk om met die jonge mannetjes op pad te gaan.” Via het CIOS en ‘keuzevak voetbal’, stond de nu 37-jarige Nijssen vervolgens bij de C1 van de club uit Etten-Leur, voor het eerst op eigen benen. “Werden we kampioen in de hoofdklasse, en daarna ook in de derde divisie. Dan ga je toch een beetje in jezelf geloven.” Tot het moment kwam dat hij toe was aan een nieuwe uitdaging. “Willem II/ RKC zocht toen in oktober een jeugdtrainer, daar ben ik ingestapt. Dat was een compleet andere wereld.” PRAKTIJK Een leerzame periode van vier jaar volgde. Eén waarin de inwoner van Etten-Leur zijn UEFA A haalde en later via het jeugdtrainerschap bij NAC, terechtkwam in de organisatie van de KNVB. “Daar kreeg ik de kans om fulltime aan de slag te gaan. Op de afdeling voetbalontwikkeling. Heel mooi, maar daardoor kon ik geen hoofdtrainer meer zijn. En na drie jaar, miste ik de praktijk enorm. Ik zat, voornamelijk door de coronaperiode, vooral achter een laptop.” Als gevolg daarvan, kwam zijn periode als hoofdtrainer van Internos misschien wat vervroegd tot een einde. “Dat waren mijn eerste stappen in het seniorenvoetbal. Vlak voor corona. Ook om iets terug te doen voor de club.” Maar combineren met zijn baan bij de KNVB, lukte dus niet. Tot dit seizoen. “Tegenwoordig ben ik werkzaam als docent op het CIOS, dus kon ik weer gaan kijken naar een club in de regio. Een toch wel langgekoesterde wens.” En die kwam uit, bij RKVV Roosendaal dus. “Ik had een lijstje gemaakt van clubs en waar ze aan moesten voldoen. Werken met jeugd, ambitie en perspectief. Roosendaal stond heel hoog op dat lijstje.” Het telefoontje kwam, de gesprekken waren positief, en dus is Nijssen sinds dit seizoen trainer van de Roosendaalse tweedeklasser. Een prettige kennismaking. “Ik kende de club natuurlijk al wel. Ook vanuit de KNVB. En vroeger ook veel tegen gespeeld. Maar nu leer ik hem pas echt kennen. Het beeld van veel eigen jeugd én verzorgd voetbal, kan ik beamen!” Daar is voor hem een belangrijke rol weggelegd, vertelt de oefenmeester. “Je denkt ook mee over de doorstroming. Ik hoop dat ze vinden dat ik benaderbaar ben. Tussen en boven de groep sta. En op het veld, moeten we een duidelijk plan hebben in hoe we willen spelen.” METERS MAKEN Een klein tipje van de sluier, wil Nijssen wel oplichten. “Veel druk, verzorgd, maar ook altijd kijkend nar ruimtes en kansen. We willen dominant zijn aan de bal. Veel positiespelletjes, kort spel en een hoog baltempo.” Om daarna snel door te gaan naar de grotere vormen. “Echt vanuit de positie, zodat het voor die jongens herkenbaar wordt. Samen toewerken naar een plan en dat terugzien, is het mooiste wat er is. Dat zorgt uiteindelijk voor het gewenste resultaat.” Wat dat dit seizoen is? “Meedoen om de bovenste plekken. We hebben een jonge groep, dus de focus ligt op ontwikkeling. Desondanks willen we zo hoog mogelijk eindigen. Het kampioenschap zal enorm lastig worden, maar nacompetitie voor promotie is wel echt een doel.” Aan zijn eigen voorbereiding, zal het in ieder geval niet liggen. “Ik wist in december, vlak voor kerst, dat ik trainer zou worden van Roosendaal. Daarvoor had ik toen al drie wedstrijden gezien en na de winterstop nog een stuk of acht. Ik ben een persoon die zich graag wil mengen. Spelers individueel spreken en mensen leren kennen. Vooral door betrouwbaar en open te zijn.” Want ook voor Nijssen, blijft het een ontdekkingstocht. “Eigenlijk is dit pas écht mijn eerste klus als hoofdtrainer, bij een andere club dan Internos. Laat mij eerst maar meters maken en daarna kijken wat mijn plafond is.” Dat plafond, ligt bij Roosendaal in ieder geval hoog. “Het seizoen is geslaagd, als we minimaal nacompetitie halen én die jongens zich verder ontwikkeld hebben. Individueel en als team. Want dat blijft wel de essentie: met die gasten aan de slag gaan!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=