VoetbalJournaal Roosendaal, voorjaar 2023

R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M welove wesearch wedeliver 5 ‘Gewoon even na schooltijd in een andere modus’ Jachtseizoen spelen, bubbelvoetbal doen of koekjes bakken. Het klinkt als een gemiddeld kinderfeestje, maar gaat in werkelijkheid over de Sport BSO in Zegge. Sinds inmiddels alweer bijna een jaar. “De kinderen vinden het geweldig.” Was getekend, Janneke Veraart. En als pedagogisch coach, beleidsmedewerker én leidinggevende bij Stichting Kinderopvang Mariadonk, kan zij het natuurlijk weten. “Oudere kinderen zijn vaak een beetje het ondergeschoven kindje bij de opvang, bij ons niet. Wij richten ons daar juist op!” Want, zo vertelt ze. “Daardoor ligt het niveau hoger, dus kun je veel sneller naar de volgende stap: wat lukt er al?” Bijvoorbeeld bij de activiteiten zelf. “Op een groter veld of met bepaalde spelregels. Bij een reguliere BSO ben je meer afhankelijk van de samenstelling van de groep.” ENTHOUSIAST Meer beweging en kennismaken met sport en spel. Hét doel van de Sport BSO, sinds september vorig jaar. “We draaien nu twee middagen, op dinsdag en donderdag. Voor een stuk of twintig kinderen.” Met kinderen vanaf zeven jaar. “Gewoon even na schooltijd in een andere modus. Op school zijn ze vooral met zichzelf bezig om daar goede resultaten te kunnen halen, hier juist met elkaar.” En met succes. “De kinderen vinden het geweldig, maar de ouders ook. Als ze dan een foto zien van een blij kind, worden ze natuurlijk enthousiast.” Hoe ze dat voor elkaar krijgen? Vooral door heel veel verschillende dingen te doen, vertelt de 36-jarige Veraart. “Die variatie maakt het zo leuk. Van honkbal, hockey of voetbal, tot jachtseizoen of een speurtocht.” Maar ook als het minder weer is, zoals bijvoorbeeld in de winterHij verloor zijn plezier bij FC Dordrecht, stopte vervolgens een stuk of vier keer, maar vond dankzij Bas Antens de liefde voor het spelletje weer terug. Want in dienst van kampioensploeg BSC Roosendaal, schijnt voor Nicky Vromans weer de zon. “Dit heeft fantastisch uitgepakt.” Nicky Vromans heeft het plezier éindelijk weer terug De jeugd van BSC, naar Dordrecht, naar RBC, toen DOSKO en dus weer BSC. Het rijtje clubs van de toch pas 26-jarige Vromans is lang. “Dat is die jongen die een seizoen niet af kan maken, een clubhopper, hoor je dan.” Stiekem misschien ergens wel een beetje terecht, weet ook hij. “Als je geen plezier meer hebt, dan is voetbal echt niks. Bij ‘Dordt’ ben ik dat verloren, toen heb ik te veel gegeven. En daarna, vond ik het eigenlijk nooit meer terug.” ANDERS GEDAAN Tot vorig jaar. Toen Antens trainer werd in Roosendaal, van vierdeklasser BSC. “Die kende ik nog van vroeger, in de jeugd. We kwamen in contact en ik kreeg toch het gevoel, dat ik het weer wilde gaan proberen. Dat heeft fantastisch uitgepakt.” Het plezier is dan ook helemaal terug bij de linkspoot. “Met de groep, de trainer. Ik zit weer op de juiste plek. Hier ken ik iedereen.” Waaronder teamgenoot Levy Schotel. “Eén van mijn beste vrienden, we proberen elkaar iedere keer te motiveren.” En dat kan de reserve-aanvoerder, zoals gezegd, af en toe best gebruiken. “Ik ben toentertijd zelf weggegaan bij Dordrecht. Had ik het nu anders gedaan? Stiekem achteraf wel. Bij de B1 heb ik veel geleerd en veel kennis opgedaan, maar in de A1 ben ik vervolgens gestopt. Een week later kreeg ik een brief: Je mag door...” Nu, heel wat jaren later, gaat het dus weer een stuk beter met hem. Mede dankzij ‘Bas’. “Hij is heel duidelijk, ook qua regels, dat heb ik nodig. Gewoon eerlijke feedback, een trainer die zegt wat hij van me verwacht.” En dus merkt Vromans het vooral ook aan zichzelf. “Als ik geblesseerd ben, ga ik bij de training kijken. Vroeger had ik vaak niet eens zin om zelf te trainen, nu sta ik dan zelfs langs de kant... Het is gewoon heel de samenhang binnen onze groep.” GELOOF Combineer dat, met een stukje kwaliteit, én je wordt kampioen. Zo simpel is het. “Haha! We hebben een goede groep, met veel kwaliteit en weten hoe we het tactisch moeten spelen. Dat is wel een bétje onze kracht, het is heel duidelijk wat we van elkaar verwachten.” Al voelde Vromans dat vorig jaar, tijdens zijn eerste seizoen, eigenlijk al een beetje. “Toen haalden we de finale van de nacompetitie, met veel nieuwe spelers, dat was al knap. Op dat moment ben je teleurgesteld, maar hebben we ook meteen gezegd tegen elkaar: volgend seizoen gaan we kampioen worden! Dat is gelukt.” En dat geloof groeide gedurende dit jaar, meer en meer. “Het leefde binnen de groep, dat heeft er altijd ingezeten. Op een gegeven moment speelde Nieuw Borgvliet gelijk bij Achtmaal en kwamen we vier punten los, toen voelde je dat het ging lukken.” Ook voor Vromans zelf, toch best bijzonder. “Mijn laatste kampioenschap was bij Dordrecht in de B1, dat is alweer een tijdje geleden!” GRENS OPZOEKEN Eerst even tijd om te genieten, maar daarna wacht een nieuwe uitdaging. In de derde klasse. “Daar horen we, met onze kwaliteit, thuis. Dat weet ik zeker. Spelers van een hoger niveau en jongens die graag willen, dat is een goede combi.” Helemaal als ook hij, zich dus op zijn plek voelt. “Als reserve-aanvoerder probeer ik ze te helpen, door vooral positief te coachen. Om er, samen met de trainer, betere voetballers van te maken.” Met hem centraal achterin. “Voorheen was ik linksback, maar dit is toch wel meer mijn positie. Rust aan de bal, snel, een goede trap en sterk in de duels.” Of ze daar bij BSC nog lang van kunnen genieten? Waarschijnlijk wel. “Ik heb met Bas de afspraak, zolang hij blijft, blijf ik ook.” Mocht de mogelijkheid voor die stap omhoog er toch ooit nog komen voor de inwoner van Nispen? “Dan zou ik het overwegen. Het is altijd wel leuk om de grens op te zoeken, dat is ook weer een ervaring. Maar voor nu heb ik het hier naar mijn zin en hoeft het niet per se!” maanden, hebben ze natuurlijk een programma. “Laatst hebben we ‘Stratego’ gedaan, dat vinden ze dan toch ook stiekem wel heel erg leuk. Of schaken.” MEER DIVERSITEIT Wat ze bij Stichting Kinderopvang Mariadonk ook doen, Veraart is er op de velden van DIOZ negen van de tien keer bij. “Eén collega heeft een sportachtergrond, ik zorg voor de pedagogische ondersteuning.” Voor dus steeds meer enthousiaste kinderen. “De kinderen die straks aan mogen gaan sluiten, staan al te springen. Dat zijn nu vooral veel jongens, dus het aantal meiden mag wel omhoog. Dan krijg je meer diversiteit én dus ook ander soort spellen, dat komt de variatie weer ten goede.” Want dat blijft voor Veraart, na één jaar Sport BSO en acht jaar dienst bij Stichting Kinderopvang Mariadonk, toch het allermooiste. “Eigenlijk vind ik alles leuk. Maar als ik moet kiezen? Dan toch vooral lekker buiten; actieve spellen waar samenwerking belangrijk is!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=