VoetbalJournaal Roosendaal, voorjaar 2023

19 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M welove wesearch wedeliver Coban geniet bij Alliance van zijn ‘monstertjes’ Een ‘klein monstertje’ als aanvoerder, een supervoetballer op het middenveld en een aanvaller met paardenlongen. Het klinkt als een slechte mop, maar blijkt voor Alliance JO10 een succesvolle formule. Tenminste onder leiding van Deniz Coban. “Die kinderen geven zoveel energie.” Assistent bij een s e n i o r e n t e am , ambities als hoofdtrainer én vol met fanatisme. De 30-jarige Coban staat letterlijk en figuurlijk te trappelen. Ook toen ze hem vorig jaar namens de club eens vroegen. “Ik heb vroeger altijd in de jeugd bij Alliance gevoetbald en via een bekende van mij, bij zijn zoontje zochten ze een trainer, ben ik hier weer beland. Je moet ergens beginnen!” Want, dat moge duidelijk zijn, de jeugdtrainer barst van de ambitie. “Op dit moment heb ik nog geen papieren, maar die wil ik zeker gaan halen.” PLEZIER HEBBEN Maar ook zonder papieren, gaat het hem voorlopig goed af. Want behalve assistent-trainer bij Rimboe, is Coban dus vooral druk met de JO10 van de club uit Roosendaal. En met succes. “We zijn al een klasse omhoog, en ook in de tweede fase, hebben we nog niet verloren. Als we dit volhouden, worden we weer kampioen.” Toch is dat, natuurlijk niet het belangrijkste. “Ze moeten lekker plezier hebben en allemaal genoeg spelen. Het kind staat voorop.” Maar, zo is de Roosendaler wel eerlijk. “Ik win natuurlijk liever, dan dat ik verlies.” Gelukkig gaat dat dit seizoen dus vrij aardig, merkt hij ook aan de reacties. “Positieve feedback van de ouders, we maken ook echt stappen. Die kinderen hebben zo’n positieve vibe en energie, de ontlading en vreugde als we winnen...” En dus gaat Coban steeds een stapje verder. “Je ziet ze gewoon beter worden. De dingen die ik leer bij de senioren, pas ik ook toe bij die kleintjes. Makkelijk voetballen, de goede keuzes maken en niet haasten. Ze zoeken elkaar echt op, door veel over te spelen.” Met het talent, zit het dan ook wel goed. “Onze aanvoerder is echt een ‘klein monstertje’, centraal achterin. Daar komt niemand voorbij. Die neemt ook al de boel op sleeptouw, voor bijvoorbeeld de warming-up.” EEN TOETJE En dus kan Coban, het eerste half uur van de training, eigenlijk aan zijn aanvoerder overlaten, lacht hij. “Die weet het precies! Vaak beginnen we met loopoefeningen, dan een pass- en trapvorm met meestal wat lopen, een tactisch positiespelletje of dribbelen en daarna partij.” TenHeel even en misschien wat stiekem, hoopten ze dit seizoen bij vierdeklasser Alliance na een goede reeks op een kampioenschap. Maar nadat er werd verloren van VVC’68 kon de blik gericht worden op de nacompetitie. Ook die van Bob Rijpert. “Sommige ploegen waren kwalitatief gewoon beter, dat is niet erg.” Alliance gaat met goed gevoel voor promotie Heel eerlijk dan meteen: “Ik heb zelf geen seconde aan de titel gedacht...” Maar ondanks dat, spreekt de 27-jarige jongen van de club, van een prima seizoen in de vierde klasse. “Het valt zeker niet tegen! We doen in ieder geval leuk mee.” Met een derde plek in eindrangschikking, heeft Rijpert wat dat betreft alle recht van spreken. “De trainer ging voor top zes, ik zelf dacht wel aan de eerste drie of vier. De nacompetitie is nu zeker, daar werken we met een goed gevoel naartoe.” Waar dat goede gevoel vandaan komt? De Roosendaler legt het uit. “We weten van elkaar heel goed wat we kunnen, dan moet je dat vertrouwen ook hebben. Anders kun je net zo goed niet meedoen. Dus gaan we voor promotie!” FAMILIEBAND De middenvelder, hij noemt zichzelf allesbehalve een technicus, past het elftal als gegoten. “Het is echt een team, dat strijdt voor elkaar. Ook als we een keer achter staan, laten we de koppies niet hangen.” Een goede ontwikkeling. “De laatste jaren hebben we een verjongingsslag gemaakt, in positieve zin. Dat kost wat tijd, seniorenvoetbal is heel anders dan de jeugd, maar we zitten wel in die stijgende lijn.” Al plaatst Rijpert meteen een kanttekening. “We missen wel een stukje ervaring, dat is toch wel lastig in deze of de derde klasse. Ik ben 27 en één van de oudere jongens binnen de selectie, dat zegt genoeg.” Met Dirk Godrie hebben ze in ieder geval een trainer, die daarbij past, vindt Rijpert. “Hij voelt de groep heel goed aan, dat is voor mij ook een reden om te blijven.” Redenen die de Roosendaler in de afgelopen 23 jaar sowieso altijd wel wist te vinden. “Ik was vier toen ik bij Alliance begon. En heb nooit ergens anders gezeten.” Sterker nog. “Op 12 september geboren en vanaf 1 oktober, heeft mijn opa mij hier al lid gemaakt.” Gek is dat laatste ook overigens niet. “Mijn opa én vader, zijn voorzitter geweest en mijn broertje en neefje, hebben hier ook altijd gevoetbald. Onze familie heeft een goede band met de club, kan je wel zeggen!” Het leverde de familie Rijpert, dan ook het nodige succes op. “Precies tien jaar geleden, werd ik met de jeugd Brabants kampioen. Exact dertig jaar na mijn vader.” BETROKKENHEID En die gezamenlijke liefde, is niet voor niks. “De gemoedelijkheid die je voelt, als je het sportpark op loopt. De sfeer die daarbij hoort. Negen van de tien mensen, ken je hier.” Dus is Rijpert, hoe kan het ook anders, meer dan voetballer alleen. “Als bestuurslid ben ik verantwoordelijk voor de sponsoring en PR, zoals het bijhouden van de website.” Daarnaast is hij ook nog betrokken bij het organiseren van de Leo Rijpert Cup, kortom: “Samen probeer je de club levendig te houden. Dat is het idee of doel van een vereniging. Voor mij is dat een familiegevoel, daarom vind ik die betrokkenheid ook leuk. Iedereen moet met plezier naar Alliance toekomen.” Tegenwoordig dus op zaterdag. “De grootste verandering van de laatste jaren. De zondag was het leven wel een beetje uit, terwijl het op zaterdag altijd druk was met jeugd. Ook qua vrijwilligers en kosten, was het veel verstandiger om alles op één dag te doen.” Met succes, merkt Rijpert. “Ik zou nu niet meer terug willen. De gezelligheid op zaterdag; eerst samen strijden voor de overwinning, dan blijven hangen en misschien nog naar de stad. Dat doe je toch minder snel als je de volgende dag weer moet werken. Dat draagt allemaal bij aan het teamgevoel.” Al win je met teamgevoel alleen, natuurlijk geen wedstrijden. Daar heb je, zoals in zijn geval, echte teamspelers voor nodig. “Een hardwerkende verdedigende middenvelder, die speelt in dienst van anderen. Zodat die aan de bal kunnen komen.” Weten wat je wel of niet kunt, het moet Alliance promotie op gaan leveren. “Dat is voor mij nog wel een hoogtepuntje waar ik naar uit zou kijken, derde klasse spelen.” Met hem er, als zijn inmiddels herstelde kruisband het blijft houden, natuurlijk bij. “Voor mij is er geen andere vereniging!” minste. “Als ze het verdiend hebben. Bij mij bestaat de training vaak uit drie dingen: warm worden, werken en een toetje. Als ze de eerste twee goed hebben gedaan, krijgen ze een partijtje. Maar dat is niet altijd.” Een klein beetje, zoals hij is als trainer. “Als persoon ben ik rustig, maar langs de kant ga ik soms best mee in de emotie. Noem het ‘meeschreeuwen’, die coaching hebben ze ook nodig. Tijdens trainingen ben ik kalm en heb ik vooral mijn aandacht erbij. Om alles zo goed mogelijk te doen.” Het liefste ook volgend seizoen, vertelt Coban. “Ik heb met de club en ook de ouders, wel een beetje de afspraak gemaakt dat we het team bij elkaar houden én ik dan meega. Met dit groepje wil ik graag door, dat lijkt me zeker leuk!” Met zijn supervoetballer op het middenveld en een aanvaller met ‘niet normale’ longen, dus. “Die kan jagen, dat is ongekend. Daardoor komen teams moeilijk op onze helft, pakken we vaak al snel de bal af en kunnen we scoren.” Voor nu smaakt zijn eerste seizoen als jeugdtrainer dus zeker naar meer, toch is zijn doel uiteindelijk nog veel groter. “Ik heb zeker de ambitie om door te gaan en uiteindelijk trainer te worden bij de senioren!” Maar dus eerst nog even genieten van zijn ‘kleine monstertjes’.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=