9 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M welove wesearch wedeliver Feijns moet bij DIOZ zorgen voor het voetbal Bij vierdeklasser DIOZ zagen ze afgelopen zomer vijf, toch wel belangrijke spelers, stoppen en afscheid nemen van het eerste. Die exodus is opgevangen met jongens uit de eigen jeugd en dus moet Guus Feijns met zijn 26 jaar de boel, vooral voetballend, op sleeptouw nemen. “Het is even doorbijten en blij zijn met ieder puntje.” Een flinke verandering ten opzichte van vorig seizoen, toen DIOZ nog op een achtste plaats eindigde. “Meedoen om een plek bij de eerste vijf zat er toen echt wel in, helaas hebben we dat in de laatste vijf potjes weggegeven. Dat zou voor ons als club een wereldprestatie zijn geweest.” Maar tijden veranderen dus, zo blijkt. “Het vertrek van zoveel spelers, is voor een dorpsclub lastig op te vangen. Laatst speelden we met drie jongens van zeventien, dat is soms best lastig.” Zoiets kost tijd en dus ligt de lat voor dit seizoen een stukje lager. “Als we ons handhaven, hebben we het goed gedaan!” BLESSURES Daar hoopt Feijns, die als vijfjarig jochie begon bij DIOZ en debuteerde op zijn vijftiende, een belangrijke bedrage aan te leveren. Al gaat dat nog niet altijd even makkelijk, moet hij toegeven. “Ik heb last van veel blessures, vooral in mijn hamstrings. Twee jaar geleden is het er zes keer in één seizoen ingeschoten...” Ook deze voetbaljaargang, tijdens een bekerwedstrijd, was het weer raak. “Dat blijft gewoon een zwaktepunt. Je wilt heel graag, voelt geen pijn, maar dan schiet het er toch weer in. Krachtoefeningen zouden moeten helpen.” Niet alleen fysiek voelt Feijns de pijn van zijn blessuregevoeligheid. “Het is heel jammer en vervelend dat je die jongens dan niet kunt helpen. We missen je, zeggen ze dan. Op zich is dat een compliment, maar eigenlijk wil je dat natuurlijk niet horen.” Want DIOZ, is voor de aanvallende middenvelder meer dan zomaar een voetbalclub. “Ik zou nooit ergens anders willen voetballen. We hebben een leuk elftal, vol met vrienden, allemaal van het dorp. Het is echt een persoonlijke dorpsclub, met een fijn familiegevoel.” Maar hoe meer je wint, hoe gezelliger het is. Wat dat betreft stond vorig seizoen bol van de gezelligheid. “De eerste drie wedstrijden verloren we nog ruim, daarna ging het lopen. Schouders eronder en weer gaan voetballen, met een vast team. Dat werkte.” EXTRA STIMULANS Handhaving is voor dit seizoen het doel. Toch is dat allesbehalve een deprimerende gedachte, volgens de ‘echte nummer 10’. “Jonge jongens krijgen veel speelminuten, dat is voor de toekomst hartstikke goed. Daar gaan we straks profijt van hebben.” Mede daardoor is zijn rol binnen de ploeg, wel een beetje veranderd. “Je moet die jongens nu meer meenemen en proberen te helpen. Met looplijnen of bepaalde situaties.” Dat niet alleen. “Sinds vorig seizoen speel ik samen met mijn broertje Jorrit. Hij is zeven jaar jonger, maar mij in de lengte en breedte al voorbij. Een extra stimulans om op zondag voor de drie punten te strijden.” Vooral aan de bal, moet Feijns zijn steentje daaraan bijdragen. “Ik geef graag een steekbal, om iemand één-opéén te zetten of het spelletje te verleggen. En natuurlijk is het leuk om te scoren of een assist te geven.” Kortom, de technicus moet voor voetbal gaan zorgen. “Dennis Slooters is gestopt, dat was onze beste middenvelder. Daardoor is mijn verlengstuk in het veld een beetje weg en moet ik de bal sneller gaan halen.” Dat allemaal onder de bezielende leiding van trainer John van Aert. “John is echt een DIOZ-trainer, met veel strijd in de wedstrijd de punten proberen te pakken. Als we verloren hebben, is het even zuur, maar daarna komt er Hij begon zelf ooit met voetballen bij Roosendaal, maar voelt zich inmiddels helemaal thuis bij DVO’60. Zelfs zo erg dat Yannick Beverloo vorig jaar besloot om in te stappen als bestuurslid. En daar heeft de oud-doelman van de selectie, allesbehalve spijt van. “Een beetje verjonging kan nooit kwaad!” Beverloo hoopt jongeren bij DVO’60 aan te sporen Want met zijn 24 jaar, is Beverloo inderdaad nog een ‘jonkie’. Maar dus wel al onderdeel van het bestuur van vierdeklasser DVO’60. “Het is een mooie club, die niet verloren mag gaan. Als ik dan mijn steentje kan bijdragen, om hem toekomstbestendig te maken, is dat alleen maar mooi.” Toch was dat niet de enige reden voor hem om penningmeester te worden. “Het is ook een klein beetje bedoeld om andere jongeren aan te sporen wat meer voor de vereniging te doen.” En dus, kon Beverloo eigenlijk niet anders dan ‘ja’ zeggen toen ze hem vroegen. “Ik zat er al langer over na te denken, wilde graag iets doen voor DVO. Waar kan ik iets toevoegen? Toevallig zochten ze een penningmeester, daar vond ik mezelf wel geschikt voor.” IETS BIJDRAGEN Ook in de praktijk bleek dat gevoel te kloppen. “Eigenlijk ben je bezig met het dagelijks bestuur, brandjes blussen en natuurlijk de financiele zaken.” Al is dat nog niet alles. “We hebben veel verschillende werkgroepen en commissies binnen de club, die pakken allemaal een andere taak op. Zo doe ik zelf ook nog het selectiebeleid bij de senioren en help ik met het organiseren van activiteiten.” Een druk bestaan, maar Beverloo doet het met liefde. “Het is echt een vereniging waar iedereen zich thuis voelt. Mensen staan voor je klaar, het is gezellig en er is aandacht voor ieder lid. Dat is anders dan bij een grote club.” Ook voor de keeper voelt DVO’60 inmiddels als ‘familie’. “Als tweedejaars-B kwam ik over, gestart in de A1 en daarna door naar de selectie. Inmiddels in een vriendenteam, het elfde. Het laagste team, maar wel heel gezellig!” Maar naast doelman, is Beverloo dus vooral fanatiek vrijwilliger. En niet voor niks. “Ik vind het persoonlijk belangrijk om iets bij te dragen aan de vereniging. Daarnaast is het ook gewoon hartstikke leuk.” Al was het in het begin wel even wennen, geeft hij toe. “Dan is het wel even uitzoeken hoe alles werkt, ook wat betreft afspraken en alles eromheen.” ONTMOETINGSPLEK Spijt heeft hij zeker niet. “We hebben een grote seniorenafdeling, met tien elftallen en ook ons eerste laat mooie dingen zien.” Mede dankzij hoofdtrainer Ronald van Oeveren. “Ronald zit vol met ambitie en overal zit een gedachte achter, hopelijk kunnen we een volgend stapje maken.” Ook buiten het veld worden die stappen gezet, vertelt de Roosendaler. “Het is bij ons altijd druk en gezellig. Veel mensen komen hier ook echt voor de gezelligheid.” Beverloo geeft een voorbeeld. “Activiteiten, maar ook maatschappelijke betrokkenheid. Een Walking Football toernooi of de ‘Derde Helft’. Om senioren in beweging te krijgen. Bewoners van het verzorgingstehuis komen dan naar hier, voor een bakje koffie of om te kaarten. Een soort ontmoetingsplek. Dat is heel leuk om te zien en ik denk dat het goed is, dat we daar actief in zijn.” Maar ook voor de jongste jeugd is er voldoende aandacht. “Onze technisch coördinator gaat een nieuw technisch beleid schrijven, zodat we onze jeugdtrainers nog beter kunnen ondersteunen.” Want op dat vlak, is volgens hem nog wat winst te behalen. “We zouden graag meer jeugdleden willen hebben, dus die hopen we op die manier aan te trekken. Volgens mij hebben we dan echt wel wat te bieden!” Iedereen op een leuke manier laten sporten, Beverloo blijft het voorlopig nog wel even doen. “Ik ben blij als ik zo mijn steentje bij kan dragen. Tuurlijk, het kan altijd beter, maar niet meteen. We blijven gewoon lekker aan de weg timmeren!” een bak bier op tafel en is het weer gezellig. Hij past hier perfect.” Een beetje zoals Feijns dat zelf ook al jaren en voorlopig nog wel even doet. “Ik zei het toevallig van de week nog tegen Roland (van Hooff), die is 45, dan moet ik nog twintig jaar door. Dat ga ik niet redden, met mijn lichaam!” Foto: Tessa Remy
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=