welove wesearch wedeliver 26 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M ‘De leukste club waar ik heb gespeeld’ Hij komt oorspronkelijk uit Roosendaal, groeide op in OudGastel, maar is kind aan huis bij De Schutters. De route van Dennis Jonkers naar Stampersgat, is een opmerkelijke. Toch voelt de jeugdtrainer zich inmiddels helemaal thuis. “Dat is dubbel en dwars goed gekomen.” Al had dat hier en daar wat voeten in de aarde, vertelt de 44-jarige Jonkers. “Op mijn zesde kwam ik hier voetballen, terwijl al mijn vriendjes bij Gastel zaten. Maar ik ‘moest’ naar De Schutters.” Hij vertelt het nu, jaren later, met een knipoog en een grote glimlach op zijn gezicht. “Soms was dat best wel even lastig, maar uiteindelijk is dit ook een soort familievereniging.” Letterlijk en figuurlijk. “Mijn vader werkte toen bij de Suiker Unie, zo zijn we hier terecht gekomen. Tegenwoordig is hij erevoorzitter van de club.” Maar ook zelf is Jonkers behoorlijk actief. Zelfs nog op het veld. “Ik heb een aantal jaar in het eerste gespeeld en zit nu bij het tweede.” Als een soort duizendpoot. “Eigenlijk kan ik overal spelen, behalve in de goal. Meestal op het middenveld, de laatste jaren steeds vaker centraal achterin.” LEUKSTE CLUB Met de aanvoerdersband om zijn arm, is de clubman verantwoordelijk voor meer dan goed voetbal. “We proberen de jeugd te betrekken bij de senioren, om ze alvast te laten wennen. Er dreigden zeven of acht spelers te stoppen, hoe vang je dat op?” Door de noodklok te luiden. “Ons dorp is klein, met van alles wat, maar allemaal maar een klein beetje. Dan is het verstandiger om jongens iets eerder door te schuiven naar de volwassenen.” Die ontwikkeling doet Jonkers, meer dan goed. “Ik heb nog met mijn kinderwagen op het sportpark gestaan, dus ik ben hier echt opgegroeid. Laatst hadden we een reünie, dan ken je iedereen en niemand vergeet De Schutters. ‘Dat is de leukste club waar ik heb gespeeld’, zeggen ze dan. Dat is mooi om te horen, maar moeten we ook zien te behouden.” Daar doet hij als trainer van de JO9 voor de toekomst zelf in ieder geval alles aan. “Als je die gastjes ziet voetballen, dat is puur plezier. Dan weet je ook weer waarom je zelf wilt blijven voetballen. Gewoon lekker hard tegen een bal trappen, dat vind ik fantastisch.” Van de ontwikkeling, geniet de oud-eerste elftalspeler het meeste. “In iedere leeftijdsfase leren ze weer wat nieuws, dat maakt voetbal zo mooi. Je ziet gewoon elk jaar die verbetering.” En dus zet Jonkers zich daar met alle liefde en plezier voor in. “Ik heb een eigen bedrijf, met dertig man in dienst, dus dat hele teamgebeuren is echt mijn ding. Vanuit die ervaring, zie je dan dat er dingen beter kunnen.” LEEFTIJDSVERSCHILLEN Zonder het bestaan van een jeugdbestuur, is hij toch verantwoordelijk voor het jeugdvoetbal. “Daar zitten we wel in een dalletje qua aantal mensen, we kunnen wat extra handjes gebruiken.” Flink aan trekken dus. “Om vrijwilligers enthousiast te maken. Er is geen tekort, maar het zijn wel altijd dezelfde mensen die opstaan. Bijvoorbeeld voor het organiseren van toernooien of een sinterklaasfeest.” Ook voetballend staat Jonkers voor een uitdaging, vertelt hij. “We hebben heel weinig jeugdleden, waardoor je veel leeftijdsverschillen krijgt binnen de teams. Op dit moment kunnen we niet veel meer doen dan dit, of we moeten buiten de grenzen van het dorp gaan kijken.” Oren en ogen openhouden dus. “Haha, ik zeg altijd tegen iedereen: als je iemand tegenkomt die wil voetballen, trek hem erbij. Die kunnen we goed gebruiken.” Mochten nieuwe leden dat doen, komen ze terecht in een warm bad. “Bij uitwedstrijden zitten wij nog allemaal in de kantine, terwijl de tegenstander al weg is. Met een biertje, even evalueren. Wat ging er mis vandaag?” Dat blijft Jonkers voorlopig nog wel even doen, binnenkort misschien wel in een andere rol. “Ze hebben al gevraagd of ik voorzitter wilde worden, maar dan moet ik eerst stoppen met voetballen. Na een inspanning kan ik twee dagen niet lopen, dus dat zou zomaar kunnen gebeuren!” Speler van het eerste elftal, maar toch vooral jeugdtrainer. Lars Traets staat bij RBC dagelijks op het veld. Want als trainer van de JO14, krijgt de 22-jarige Pabo-student maar geen genoeg van het spelletje. “Het enthousiasme van die kinderen, ze zijn zo fanatiek. Dat geeft zoveel energie!” ‘Als trainer wil ik bijna nog liever winnen’ En in zijn vijfde seizoen als trainer bij de s t a d i o n c l u b , kan hij het weten. “Ik heb CIOS gedaan, toen moest ik voor het behalen van mijn UEFA C stagelopen, dat werd RBC. Toen zat ik binnen een paar weken bij de JO9.” Maar ook zelf, trapt hij dus een aardig balletje mee. “Vorig jaar ben ik begonnen in de O23, inmiddels ben ik aangesloten bij het eerste. Al maak ik daar op dit moment nog niet al te veel minuten.” Dus is er tijd genoeg om zich te focussen op het trainersvak, Traets geniet er al seizoenenlang van. “De meeste mannetjes heb ik al drie jaar, begonnen in de JO12. Dit is voor mij voorlopig ook wel de maximale leeftijd hoor, die onderbouw. Ik ben zelf ook nog niet zo oud, haha.” 0165-511395 Gastelsedijk West 14 4754 AT Stampersgat 0265765.pdf 1 19-10-2022 09:45:52 tactiek van bijvoorbeeld Pep (Guardiola) vind ik heel interessant. Dat probeer je, natuurlijk op een iets ander level, een klein beetje toe te passen.” Zoals? “Omschakelen, opbouwen, drukzetten, bepaalde looplijnen. Het is echt een leuke leeftijd, maar dat soort dingen moet je blijven oefenen. Veel herhalen en ook af en toe wel even stilleggen.” Gelukkig hoeft hij dat niet allemaal alleen te doen. “Vanuit de Hoofd Jeugdopleiding volgen we een zes-wekenplan en onze trainingen laten we controleren bij de coördinatoren. Die kijken ook mee.” Qua niveau, zit het bij RBC dus wel goed. “Wat dat betreft hebben we nu een stabiele jeugdopleiding, met veel gediplomeerde trainers. Die ontwikkeling zie je echt.” Naast het veld is nog wat ruimte voor verbetering, denkt Traets. “Bepaalde randzaken, zoals kleding, zijn niet altijd even goed geregeld. Daar zijn dan ook te weinig vrijwilligers voor of wordt even niet aan gedacht.” Hoe dan ook, de Oud-Gastelaar zit bij de jeugd voorlopig prima. “Dat blijf ik echt nog wel even doen. Over twee jaar is mijn opleiding klaar, misschien ga ik dan wel naar Amerika of een BVO? Die ambitie heb ik zeker!” HEEL FANATIEK Maar voor het overdragen van kennis, ben je nooit te jong, heeft hij gemerkt. “Het is drie keer per week trainen en iedere keer, staan ze weer te stralen op het veld. We doen vooral heel veel met bal.” Want, zo weet Traets nog goed. “Toen ik zelf bij Gastel in de jeugd voetbalde, deden we ook heel veel zonder bal. Dat vindt niemand leuk.” Maar ook wedstrijdelementen komen altijd terug in zijn trainingen. “Echt willen winnen! Of situaties uit de wedstrijd, wat ging er op zaterdag niet goed? Dan gaan we dat proberen te verbeteren.” Want dat fanatisme, gaat er bij hem vermoedelijk nooit meer uit. “Ik ben een rustige jongen, maar als voetballer heel fanatiek. Als trainer wil ik bijna nog liever winnen. Dat is wel grappig.” Die passie ontdekte de jongeling tijdens zijn opleiding op het CIOS. “Daar begon mijn interesse en eigenlijk vond ik het al snel echt heel leuk.” Vandaar ook dat de jongeling niet alleen actief is voor RBC, maar ook training geeft in bijvoorbeeld Amerika en in het verleden voor de Ajax Camps en Clinics. Al die ervaringen hebben hem ook als persoon doen groeien, vertelt hij. “Toen ik hier voor het eerst kwam, als zeventienjarig jochie, ben je heel rustig. Daarna krijg je steeds meer zelfvertrouwen.” BETER WORDEN En dat merk je. “Ik ben heel duidelijk en eerlijk, dat leer je wel op de PABO.” Bij de stadionclub zit Traets, in het bezit van UEFA B, dan ook helemaal op zijn plek. “Hier willen die jongens écht heel graag, die komen ombeter te worden. Dat is een fijn stapje omhoog als trainer.” En dus moet hij, ook zelf, scherp en op de hoogte blijven. “De Foto: Nicky Ekkebus
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=