VoetbalJournaal Roosendaal, najaar 2022

17 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M welove wesearch wedeliver ‘Spelers in hun kracht laten voetballen’ Toen zijn kinderen bij DEVO begonnen met voetballen, besloot Theo van Iersel maar eens een keertje mee te gaan. En van het één, kwam natuurlijk ook bij hem het ander. Twintig jaar later, loopt de trainer er nog steeds. “Ik ben gewoon voetbalgek.” En voetbalgek, is de 59-jarige Van Iersel. Want ook op die leeftijd, kan de inwoner van Bosschenhoofd er maar geen genoeg van krijgen. “Het begon als jeugdtrainer, tot aan de JO19, en nu bij het tweede.” Door zijn kinderen er dus ingerold. “Die begin je te trainen, bij de F’jes, vervolgens weet je van geen ophouden en zit je er dus nog steeds, haha!” Ook binnen de lijnen genoot hij van het spelletje, maar met iets minder geluk. “Ik heb tot mijn zestiende gevoetbald bij VES’35, toen scheurde ik mijn enkelbanden...” Toch kroop ook bij hem, het bloed waar het niet gaan kan. “Bij het vierde of vijfde van DEVO vroegen ze: Wil je niet een keer meedoen? En dan doe je het toch!” BETER MAKEN Van de F’jes tot aan de JO19, Van Iersel trainde ze allemaal. Inmiddels is hij dus over naar de senioren. “Het oudste jeugdteam werd doorgeschoven naar het tweede, zodat we ook daar voldoende mensen zouden hebben. Mijn jongste voetbalt er, dus ging ik mee.” Sinds een half jaar. “Vorig jaar september ben ik gestopt als jeugdtrainer en in januari bleek dat ze hier maar met acht man op de training stonden. Daar moesten we iets aan doen.” De selectie werd overgeheveld, maar toen dook het volgende probleem op. “De vorige trainer stopte. Ik wilde best kijken of ik het wat zou vinden.” En? “Het bevalt goed, perfect zelfs!” Dat terwijl Van Iersel toch vooral actief is geweest in het jeugdvoetbal. “Daar heb ik ook mijn diploma’s. Ik dacht afgelopen seizoen stiekem na om ergens anders aan de bak te gaan, in de jeugd, maar dit is net zo leuk.” Toch was het even wennen voor hem. “Je kijkt nu veel meer naar resultaat in plaats van ontwikkeling. Dat komt normaal op de eerste plaats.” Maar missen, doet hij het jeugdvoetbal niet. “Onderbewust ben ik toch ook bezig om die jongens van het tweede beter te maken. Niet te veel met het resultaat, wel met spelers in hun kracht laten voetballen.” Want, zo vertelt Van Iersel. “Eigenlijk hebben we met zijn allen maar één doel: ontwikkelen voor het eerste elftal.” Precies wat de oefenmeester inmiddels jarenlang, indirect dan misschien, al doet. “Het is makkelijk om commentaar te geven, maar ik dacht: laten we het dan zelf eens proberen!” MENTALITEIT Een flinke ontwikkeling en een aantal gehaalde diploma’s later, staat hij bij volwassenen voor de groep. “Die moet je anders benaderen. De jongste is zestien, de oudste 30. Ze proberen elkaar te helpen, dat is leuk.” Ook zelf is Van Iersel nog lang niet uitgeleerd. “Heb zelfs overwogen om TC3 te gaan doen, maar moet je dat op mijn leeftijd nog willen? Ik ben fanatiek zat...” Bij DEVO zit hij in ieder geval prima op zijn plek. “Een sterk collectief creëren, zodat ze op zondag het verschil kunnen maken. Dan hebben we het goed gedaan.” In samenwerking met het eerste. “Samen met de hoofdtrainer overleggen en analyseren we veel. Op die manier kun je van elkaar leren. Het is interessant om daar onderdeel van te zijn.” En dus weet Van Iersel maar al te goed wat er nog beter kan bij DEVO. “Vooral de mentale weerbaarheid, er honderd procent voor gaan. Vroeger had je dat wel. Dat probeer ik er weer een bétje in te brengen.” Natuurlijk wordt er ook op andere dingen getraind. “Veel pass- en trapvormen, positiespelletjes en loopladders.” Dat laatste behoeft wat uitleg. “Ik loop zelf hard, dat is een bepaalde loopscholing. Sneller kunnen draaien en keren.” Als dat allemaal samenkomt, staat Van Iersel te genieten, vertelt hij. “Vormen die beter gaan, dingen die terugkomen in de wedstrijd. De ontwikkeling zien.” En dus is de trainer voorlopig nog niet van plan te stoppen. “Zolang dat lukt én ik heb er plezier in, blijf ik het gewoon nog lekker doen!” Een vierde plaats en de finale van de nacompetitie voor promotie naar de derde klasse. Een geslaagd seizoen, zou je zeggen. Maar niet voor Rimboe en de mannen van Yasin Cayir. Want bij de vierdeklasser uit de Wouwse Plantage, willen ze meer. Veel meer. Dit seizoen moet ‘t gebeuren voor Rimboe Een tevreden gevoel? “Het is maar net hoe je het bekijkt. Als je in de 91ste minuut van de finale verliest, komt dat wel even aan.” Maar, is de 39-jarige Cayir ook eerlijk. “Dat heb ik toen ook meteen tegen de jongens in de kleedkamer gezegd, we mogen trots zijn.” Trots op een gedenkwaardig seizoen in de vierde klasse. “We hebben individueel en als team mooie momenten beleefd. BVV won terecht, maar als we die verlenging hadden gered, had ik het nog wel willen zien...” Want ‘overall’ hield de trainer een toch best wel goed gevoel over aan afgelopen seizoen. “De ontwikkeling stemt tevreden. We hadden veel nieuwe spelers, maar dat werd uiteindelijk echt een hechte groep. Jongens uit Bergen op Zoom, Roosendaal, Oudenbosch of Etten-Leur, allemaal samen. Dat is mooi om te zien.” ENORM GEGROEID Maar ook voetballend maakte Rimboe de nodige stappen. “Tactisch zijn we sterker geworden, waardoor we meerdere systemen kunnen spelen. Daar gaan we straks de vruchten van plukken.” En dat bleek onlangs al in de praktijk, vertelt Cayir. “Tegen Wernhout, de kampioen, werden we afgelopen seizoen twee keer helemaal weggespeeld. Nu speelden we in de beker tegen elkaar en werd het 0-0. We hadden zelfs moeten winnen.” Vond ook de trainer van de tegenpartij. “Inmiddels kennen we elkaar natuurlijk goed, die vond ook dat we enorm gegroeid waren. Dat zijn voor ons belangrijke meetmomenten.” Een extra steuntje in de rug, aan de vooravond van zijn vijfde seizoen bij Rimboe. “Toen ik hier kwam, hebben we samen plannen gemaakt. Het doel was om binnen twee jaar te promoveren naar die vierde klasse, dat is gelukt. Nu willen we naar de derde, dat moet dit jaar gaan gebeuren.” Een wereld van verschil met ‘vroeger’. “Rimboe bungelde altijd een beetje onderaan de vijfde klasse. Als ze een paar puntjes wisten te pakken, waren ze hartstikke blij op het dorp.” Maar een stabiele derdeklasser, word je niet zomaar. Weet ook Cayir. “De accommodatie moet echt aangepakt worden, dat is de grootste noodzaak. Sportief is onze ‘pakkie-an’, daar maken we ons als staf geen zorgen om.” In een prachtige omgeving. “Rimboe voelt als een tweede thuis, daar kom ik graag. Lekker rustig in de bossen, heerlijk ontspannend.” OP DE KAART ZETTEN Maar soms, is het even iets minder ontspannend. “Mentaal zijn we een sterke ploeg, kunnen echt goed met tegenslagen omgaan. Tegen WVV’67 stonden we met 3-0 achter, maar winnen we met 4-3. Dan kunnen we elkaar in de rust ook echt goed de waarheid vertellen, we zijn geen kleine kinderen.” Het doel voor dit jaar is dan ook simpel. “Promoveren. Dat was vorig seizoen ook al het geval, maar er zijn meerdere kanshebbers. BSC, Sprundel en Nieuw Borgvliet, dat zijn onze grootste concurrenten, denk ik.” Met het vertrouwen, zit het bij Cayir wel goed. “We moeten als ploeg ‘waterdicht blijven’, dan weet ik honderd procent zeker dat het gaat lukken. We horen thuis in de derde klasse.” En dat zegt de Roosendaler niet voor niks. “Er zit zoveel kwaliteit in deze groep, daardoor creëer je altijd kansen. We kijken naar onszelf, maar spelen in op de zwaktes van de tegenstander. Kijken waar de kansen liggen.” Met jongens van een hoger niveau, geniet Cayir iedere training weer opnieuw. “Het leukste is bezig zijn met die ‘boys’. Er een hecht team van maken. Jongens komen hier naartoe, om deel uit te maken van ons project.” Een project dat nog lang niet ten einde is. “Dit jaar moeten we naar die derde klasse, daarna kijken we wel weer verder. Dat is een zorg voor later.” Zelf is de trainer, in het bezit van UEFA B, ook nog lang niet klaar. “Dit is echt een familievereniging. In het team, het bestuur en de begeleiding. Samen willen we Rimboe op de kaart zetten!” 0278206.pdf 1 31-10-2022 13:39:38

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=