7 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M welove wesearch wedeliver Ivan Romme geniet: ‘Die oprechte blijdschap’ Kilian Schaap voetbalt met zijn hoofd Als leraaropeenbasisschool zithethelpenontwikkelenvankinderenbij IvanRomme inhetbloed. Toenhij vanwegegezondheidsredenen zelf niet meer kon voetballen, begon hij een carrière als trainer. Na periodes bij Gastel en Baronie, doet de fanatieke jongeling dat nu niet alleen bij de KNVB, maar ook bij de JO16 van RKVV Roosendaal én met succes. Johan Cruijff zei het al: “Voetballen doe je met je hoofd.” Als iemand dat goed heeft begrepen, ishetKilianSchaapvanRKVVRoosendaal. Deaanvoerder vandetweedeklasser houdt zich naast het veld bezig met filosofie en dat heeft hem ook als voetballer veel gebracht. “Ik krijg amper nog kaarten, ze kunnen mij niet meer gek maken.” Pas 25 jaar, maar al een schat aan ervaring als jeugdtrainer. Hoe dat zit, legt Romme zelf even uit. “Een paar seizoenen geleden ben ik gestopt als voetballer. Ik voetbalde bij Gastel, werd daar op mijn vijftiende jeugdtrainer en kwam via Baronie terecht bij Roosendaal.” Twee jaar geleden arriveerde de oud- -voetballer bij de club. “Eerst bij de JO15, ik voelde me eigenlijk meteen thuis. Het is vijf minutjes van mijn huis, dus dat is ideaal.” INTRINSIEKE MOTIVATIE Zijn passie heeft Romme dan ook al een tijdje gevonden. “Kinderen iets bijbrengen, of dat nu voor de klas is of op een veld. Je ziet ze groeien, een stukje ontwikkeling, maar plezier staat altijd voorop.” Toch zat het als speler nog niet helemaal in hem, moet hij toegeven. “Toen was ik absoluut niet iemand die veel stond te coachen. Een grote mond in het veld had ik al helemaal niet. Wel was ik altijd aan het observeren en van iedere trainer heb ik wel iets geleerd.” Het belangrijkste? “Dat je soms ook gewoon heel veel geduld moet hebben, helemaal met deze leeftijd. Het is inspelen op hun belevingswereld en op het juiste moment de knop omzetten. Van serieus naar lachen.” Hoe hechter de groep, hoe makkelijker dat gaat. “Dat zie je bij onze huidige groep. Je begint met allemaal individuen, daar moet je een team van maken. Dat ze elkaar aan gaan spreken op bepaalde dingen, een stukje intrinsieke motivatie. Als ze zelf echt graag willen, is het eigenlijk alleen maar begeleiden.” Romme geniet vooral van de interactie met zijn spelers. “Dat vind ik het leukste om te zien. Oprechte blijdschap of ontlading. Als je bijvoorbeeld ziet hoe ze zo’n kampioenswedstrijd beleven...” En hoewel plezier en ontwikkeling voorop staan, helpt een beetje resultaat altijd mee. “Het is een combinatie van alles, dat geeft de voldoening. Als je wint heb je plezier, dat beinvloedt ook het teamproces op een positieve manier.” BEVESTIGING Om dat voor elkaar te krijgen, moet er niet alleen hard, maar ook met een bepaald idee getraind worden. Romme neemt ons mee door de week. “Op maandag is het vaak techniek en tactisch. Hoe willen we drukzetten en hoe bouwen we op? Dinsdag staat in het teken van een conditionele prikkel en op donderdag spelen we veel partijvormen. Van groot naar klein, richting de wedstrijd.” Hij omschrijft zichzelf als een rustige trainer en iemand die veel bezig is met groepsdynamiek. “Dat is wel mijn kracht, denk ik. Verder houd ik van omschakelvormen en doen we nauwelijks droge loopvormen.” Met een kampioenschap tot gevolg. “We wisten dat we een goede groep hadden, maar iedereen wordt geaccepteerd. Elkaar helpen in balbezit en balverlies, samen omschakelen.” Het vervult Romme van trots. “Toen we wonnen van Engelen en SC ‘t Zand, dan voel je pas hoe trots je kunt zijn.” Behalve voor elkaar willen werken, heeft de JO16 van Roosendaal nog meer kwaliteiten, vertelt de trainer. “Echt goede buitenspelers, een ijzersterk middenveld en we krijgen weinig goals tegen.” En dat is bij meer mensen opgevallen. “Er zitten echt een paar jongens bij voor het eerste, dat weet ik zeker. Geregeld staan er ook scouts van profclubs langs de lijn, dat is toch een soort bevestiging.” Toch laat Romme zijn groep na dit seizoen los, een bewuste keuze. “Ik zou ze graag nog een paar jaar hebben, maar ik vind dat jeugdspelers verschillende trainers moeten hebben, dat is beter voor hun ontwikkeling. Dus volgend seizoen ligt er voor mij een mooie nieuwe uitdaging bij de JO14!” En dat terwijl de 27-jarige Schaap toch iemand is die graag duels speelt. “Vaak word ik op een tegenstander gezet, om hem uit te schakelen. In dienst van de ploeg.” Daar begon hij mee in de E1 van Roosendaal, maar niet voor lang. “Daarna speelde ik vijf seizoenen bij RBC, in de B’tjes kwam ik weer terug.” Hij maakte vervolgens zijn debuut in het eerste en hing zijn voetbalschoenen een tijdje aan de wilgen. “Het reizen vanuit Rotterdam werd iets te veel, toen ben ik twee jaar MMA gaan doen. Inmiddels is dit alweer mijn vierde seizoen.” THUISGEVOEL Want, zo merkte Schaap, hij kon toch niet zonder. “Ik miste het buitensporten, maar ook het teamgevoel. Mijn ouders wonen praktisch naast de voetbal en ik heb gewoon een band met die club.” Dat probeert de verdediger verder uit te leggen. “Waar hem dat precies in zit, weet ik niet zo goed. Veel spelers zijn toch wel gehecht aan de vereniging, waardoor ze langer blijven en je echt een team kunt bouwen. Als kleine jongen kwam ik hier al en nu ben ik ‘cappie’.” Aan die loyaliteit hecht Schaap veel waarde, vertelt hij. “Een soort thuisgevoel in combinatie met voetbal, het is de hele sfeer die er hangt.” Met zijn 27 jaar is hij ‘ineens’ één van de oudere spelers binnen de selectie, maar daar merkt de Roosendaler maar weinig van. “Fit zijn is echt geen probleem. Ik sport eigenlijk iedere dag, van fitnessen tot hardlopen. Ik denk dat er maar één speler is die mij eruit loopt.” Dat is nodig, want met een doelstelling om bij de subtop te horen, waren de verwachtingen hoog. “We missen wat ervaring, maar met een plek in de middenmoot ben ik licht tevreden. Het doel is om nog een beetje te stijgen en volgend seizoen wat stabieler te zijn.” Met Mark Klippel als trainer, heeft Schaap daar alle vertrouwen in. “Mark is heel rustig, heeft veel variatie in zijn trainingen en is tactisch sterk. Hij laat zich ook niet van de wijs brengen, dat vind ik mooi om te zien.” VOORBEELD ZIJN In al die jaren, heeft hij er een hoop voorbij zien komen. “Ik heb veel trainers gezien, dat zijn toch vaak bijzondere types. Net als scheidsrechters en keepers.” Maar zoals gezegd laat hij zich daar niet meer gek door maken, helemaal niet nu hij de aanvoerdersband om zijn arm draagt. “Dat maakt voor mij geen verschil. Ik liep altijd al voorop, wilde een voorbeeld zijn en doe mijn stinkende best. Dat is nu niet anders.” En ondanks dat hij een rustige jongen is, probeert hij zichzelf in het veld te laten horen. “Ik heb best wel een zachte stem, maar ik probeer zoveel als ik kan aanwezig te zijn. Op een rustige manier.” Als centrale verdediger, met het spel voor zich. “Passen, koppen, duelletjes met de spits, dat vind ik wel het leukste.” En dat allemaal met het hoofd, want Schaap studeerde filosofie en heeft inmiddels zijn eigen bedrijf (Kleine Grote Denkers). “We willen filosofie een vast onderdeel laten worden van het basisonderwijs. Voor mij was het echt een openbaring, ik zou willen dat ik het eerder had gehad.” Wat heeft het hem gebracht? “Je leert beter denken en te vertrouwen op wat goed is. Wie je bent en minder wat je meekrijgt van anderen. Daardoor begrijp je beter hoe je zelf in elkaar zit.” Zoals gezegd, hielp hem dat ook op het voetbalveld. “Een stuk volwassener en rustiger. Normaal als ik verloor moest je niet tegen me praten, nu kan ik dat relativeren.” Of dat enkel komt door filosofie of door zijn leeftijd, durft Schaap niet te zeggen, maar zijn dromen zijn groot. “Onze ambitie is dat straks 6000 scholen in Nederland onze pakketten gebruiken, zodat kindjes zelfvertrouwen krijgen en filosofie vanzelfsprekend wordt!” Foto: Ingrid Mol
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=