VoetbalJournaal Roosendaal, voorjaar 2022

11 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M welove wesearch wedeliver Van Tiggelen hoopt op een mooi afscheid bij NSV Als hovenier is dit voor Van Tiggelen (36) eigenlijk de mooiste tijd van het jaar. Lekker weer, een zonnetje en buiten aan de slag. Precies zoals hij heel zijn leven deed als voetballer van NSV. “Op mijn zesde ben ik hier begonnen. Op dat uitstapje naar RBC na, ben ik nooit ergens anders geweest.” Gestimuleerd door ‘ons ma’, vertelt de inwoner van Nispen. “Die vond dat we maar moesten gaan sporten. Dat is aardig gelukt denk ik, haha!” TOCH KRIEBELEN Inmiddels staat de teller op meer dan 250 wedstrijden voor het eerste elftal van de dorpsclub, Van Tiggelen weet wel hoe dat komt. “Hier heb je echt dat teamgevoel. Bij RBC was het toch een ander soort mensen, veel meer ‘ikke ikke’, daar kon ik moeilijk aan wennen. Bij NSV ken je elkaar, maak je een praatje, gewoon een gezellige bende.” Toch had de routinier nooit verwacht onderdeel uit te maken van het vlaggenschip. “Daar was ik eigenlijk nooit zomee bezig. De trainer kwam ooit eens kijken bij de jeugd, toen werd ik doorgeschoven, zo ging het eigenlijk.” Geen gemakkelijke stap, weet Van Tiggelen nog goed. “Ik was toen vijftien of zestien. De jongste en de kleinste, dan is het best wel aanpoten. Maar uiteindelijk heb ik het twintig jaar volgehouden.” Aan dat tijdperk komt na dit seizoen dus een einde, hij legt uit waarom. “Eigenlijk wilde ik vorig seizoen al stoppen, maar met corona was dat moeilijk, op die manier wilde ik geen afscheid nemen. Hopelijk kunnen we er nu nog wat moois van maken.” Die extra vrije tijd, door het stilleggen van de competitie, beviel hem best wel goed. Heel even, of eigenlijk één seizoen, probeerde Joost van Tiggelen het bij een andere club. Maar na een paar maanden in de jeugd van RBC Roosendaal, was het voor de verdediger wel duidelijk: zo snel mogelijk terug naar NSV. Daar genoot hij de afgelopen jaren met volle teugen, maar aan alles komt een einde. “Door corona wilde ik nog niet stoppen, hopelijk wordt het nu een mooi afscheid.” “Daar waren ze thuis ook wel blij mee, dat papa er wat vaker was. Eigenlijk heb ik de voetbal toen niet echt gemist, dat was voor mezelf ook wel een signaal. Maar als je dan weer eenmaal begint, gaat het toch kriebelen.” COACHEN Dat is maar goed ook, want de resultaten in de vierde klasse zijn nog niet helemaal om over naar huis te schrijven. “We scoren moeizaam, dat is best belangrijk in voetbal. Maar als we zo door blijven gaan, wordt het hopelijk beter.” Toch is winnen voor Van Tiggelen niet het allerbelangrijkste. “Vooral plezier hebben en elkaar niet afzeiken. Als we op deze plek eindigen, maar lekker voetballen, dan vind ik het goed.” Daar helpt de competitie ook bij, vertelt hij. “Eerst zaten we bij veel Zeeuwse clubs, dan moest je echt een ‘eind’ rijden. Nu spelen we derby’s in de buurt, dat is veel leuker.” En dat doet de man die bijna met voetbalpensioen gaat tegenwoordig als centrale verdediger, maar dat was vroeger heel anders, vertelt hij. “Ik ben begonnen als linksbuiten, toen kwam ik in de spits en later nog op het middenveld.” Daar heeft Van Tiggelen overigens wel een verklaring voor. “Eigenlijk kan ik alles wel, maar niks heel erg goed. Een beetje allround. Op bijna elke positie is er altijd wel iemand beter dan ik. Nu is mijn grootste kwaliteit het coachen, echt snel ben ik niet meer.” En dus, lacht de NSV’er. “Als ze luisteren, dan komt het goed!” Als jeugdtrainer, heeft Van Tiggelen dan ook de nodige voetbalkennis in huis. “Dat doe ik inmiddels ook al een jaar of twintig. Met de A1 zijn we een aantal keer kampioen geworden, daar hebben we het soms nog steeds over.” Dat blijft hij dan ook zeker doen, wanneer hij straks gewoon weer te voet naar de club komt. “Dat vind ik misschien nog wel leuker dan zelf voetballen. Ze hebben gevraagd of ik assistent wil worden bij het eerste, daar moet ik nog even over nadenken. In ieder geval trap ik nog lekker een balletje bij het derde!” 7 dagen per week open 2000 m2 winkelplezier 0264376.pdf 1 12-4-2022 13:34:25 0259428.pdf 1 12-4-2022 09:25:00 Jan van Etten kleurt bij HSC’28 binnen de lijntjes Lid sinds zijn elfde en twintig jaar in het eerste. Voor Van Etten (67) begon zijn avontuur in Heerle dus al een tijdje geleden. “Vanaf 1965! Ik was geen technische voetballer, maar vooral een harde werker. Toch zijn we twee keer kampioen geworden en een keertje gedegradeerd, dat hoort er ook bij.” En voor wie denkt dat zelf voetballen lang verleden tijd is, heeft het mis. “Pas toen ik bijna 60 was, ben ik gestopt. Vooral voor het plezier, het tempo lag toen wel een stukje lager hoor!” KRITISCH Vervolgens was Van Etten zeven seizoenen lang leider bij het eerste elftal, tegenwoordig brengt hij als consul de nodige uren door op het sportpark van HSC’28. “De velden onderhouden, lijnen trekken, het terras schoonmaken en troep opruimen.” Al is dat nog niet alles. “Vaak open ik ook de kantine en de kleedkamers, dan ben ik er toch.” En met alle liefde. “Ik vind het belangrijk om wat te doen, het is ook een soort hobby. Vaak is het leuk, maar ook weer niet altijd.” Toch geniet Van Etten er over het algemeen wel van. “De mensen die je leert kennen. Je bent hier opgegroeid, dan blijf je toch hangen. Qua prestaties gaat het misschien wat minder, maar het blijft net zo gezellig.” Toch heeft hij één ding inmiddels wel geleerd. “Voor de complimenten moet je geen vrijwilliger worden, dan ben je verkeerd bezig.” Al kan hij dat ‘commentaar’ prima hebben. “Zelf ben ik ook behoorlijk kritisch, dus ik snap het wel, haha!” Vanaf 1987 besloot Van Etten om met die kritiek ook wat te gaan doen. “Toen ben ik begonnen in het bestuur, omdat je wil dat het zo goed mogelijk gaat met de club. Vrijwilligers zijn daarin ontzettend belangrijk.” Al ziet hij dat het steeds lastiger wordt om ze te verzamelen. “Mensen werken allemaal veel langer door, vroeger ging je sneller met pensioen.” CLUBLIEFDE Zelf ging hij onlangs met pensioen en dus is Van Etten, samen met zijn broer, regelmatig te vinden op de club. “Met Kees doe ik op vrijdag altijd de belijning. Zelf ben ik er eigenlijk dagelijks. Kijken in de kantine of er nog voorraad is, opruimen of afsluiten, er is altijd wat te doen.” Daarbij krijgt hij geregeld hulp van John Verbeek, die het onderhoud doet dat machinaal gedaan kan worden. De inwoner van Heerle heeft in al die tijd heel wat zien veranderen, vertelt hij. “We zijn natuurlijk verhuisd, toen kregen we een eigen kantine, dat was wel even wat anders. Toen moesten we het ineens allemaal zelf gaan doen.” Daardoor moet de clubman ook iets verder fietsen om op zijn geliefde sportpark te komen. Al scheelt het maar weinig. “Vroeger was het alleen de straat uit, nog geen honderd meter. Nu woon ik op twee minuten van het veld, toch pak ik altijd lekker de fiets.” En dat blijft Van Etten voorlopig nog gewoon lekker doen. “Mijn liefde voor de club is enorm groot, maar er komt natuurlijk een moment om te stoppen. Maar nu nog even niet!” Velden keuren, lijnen trekken, dug-outs schoonmaken en de kleedkamers openen. Voor Jan van Etten kan het nooit te gek. Want na ruim 56 jaar is zijn liefde voor HSC’28 nog altijd net zo groot als toen hij begon als voetballer. “We hebben allemaal het beste voor met de club, daarom geef je ook om elkaar.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=