VoetbalJournaal Roosendaal, najaar 2021

9 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Maar hij kan het niet alleen, be- langrijker nog, hij wil het niet alleen doen. Daarom was de 24-jari- ge verdediger blij dat ook zijn teamgenoot Bas Jongmans destijds werd gevraagd zich in te zetten voor de jeugd van DIOZ. “Dat maakt het wel extra leuk en gezellig, anders had ik het waarschijnlijk ook niet ge- daan.” De twee kennen elkaar al jaren, vertelt de 24-jarige Kuijs- termans. “We zaten toen nog samen in de jeugd, inmiddels spelen we samen in het eerste.” Over het hoe en waarom, is hij duidelijk. “We zijn een kleine vereniging, dan is het hartstik- ke moeilijk om genoeg vrijwilli- gers te vinden. Als iedereen dan zijn steentje bijdraagt, is dat alleen maar goed voor de toe- komst. Het moeten niet steeds dezelfde mensen zijn.” BEKEND GEZICHT Zoals ze ook voor hem klaar- stonden, toen hij nog klein was. “Als jongens van het eerste of ouders er dan voor zorgden dat jij lekker kon voetballen, was je ook heel blij. Nu kunnen wij op onze beurt iets betekenen voor de jeugd.” Zijn taak is sim- pel. “We staan in direct contact met jeugdtrainers, leiders en scheidsrechters. Dat proberen we allemaal draaiende te hou- den, daarnaast verzorgen we de materialen als dat nodig is. Fitnessen, voetballen op straat en af en toe een rondje hardlopen. Met zijn eerste seizoen bij de senioren in aantocht, wist Karim Azaïmi precies wat hem te doen stond. En dus arriveerde de negentienjarige verdediger fit en scherp bij de eerste training van DVO’60. “Het is een stukje serieuzer dan bij de jeugd, het wordt echt een uitdaging.” Toen ze twee jaar geleden aan Stijn Kuijstermans vroegen of hij het zag zitten om jeugdcoördinator te worden bij DIOZ, had de speler van het eerste elftal maar weinig tijd nodig om na te denken. Natuurlijk wilde hij dat! “Ik voetbal hier al vanaf de jeugd, dan wil je graag iets voor ze terugdoen.” Van waarde op en naast het veld Nu begint het pas echt voor Karim Azaïmi Dat er in het senio- renvoetbal iets an- ders van je wordt gevraagd dan bij de junioren, merkte Azaïmi al snel. “Vroeger kon je nog wel een beetje gewoon ‘je ding doen’, nu moet je veel meer vanuit je positie spelen. Een stuk volwassener, dat is wel even wennen.” Toch kijkt de jonge- ling er ontzettend naar uit. “Het is interessanter, op fysiek en condi- tioneel vlak. Dat bevalt me wel. De jeugd was makkelijk, nu wordt het moeilijker.” Moeilijker dus, maar zijn eerste gevoel zegt hem dat hij de stap dit seizoen echt kan maken. “Het gaat allemaal ietsje sneller en jemoet meer nadenken, maar dat ligt mij wel.” SLIM GENOEG En dat is niet zo gek, want naast de voetbal is Azaïmi vooral druk bezig met studeren. Bedrijfs- economie op de Universiteit van Tilburg. “Ik ben niet slim, maar slim genoeg, zeg ik altijd. Studie staat voor mij daarom ook wel op één.” Helemaal nieuw bij de senioren is hij echter niet, want in de voorbije jaren mocht hij er al eens aan ruiken. “Bij Alliance, sa- men met mijn broer, of in het der- de van DVO. Dan merk je wel dat het voetbal een beetje anders is. Fysiekere tegenstanders, jon- gens met heel veel ervaring, die denken toch een paar stappen vooruit. Mijn ‘voetbal-IQ’ zal om- hoog moeten.” Of hij zijn minuten in het eerste of tweede elftal gaat maken, maakt voor hem eigenlijk weinig uit. “Dat is niet erg, ik wil gewoon lekker voetballen. Uiteindelijk is het na- tuurlijk wel mijn doel om bij de selectie te komen.” Hij voelt zich in ieder geval helemaal thuis. “We hebben een jonge ploeg, dus dat is wel gezellig. Onze trainers geven ook veel vertrouwen.” Als laatste man moet Azaïmi dienen als slot op de deur, hij weet dan ook pre- cies wat hij wel en niet goed kan. “Ik speel niet heel veel duels, maar als het moet, ben ik hard. Meer fy- siek dan technisch. Bal afpakken en inleveren, zo snel mogelijk op- bouwen en naar voren.” VEEL LEREN Ondanks dat het dus gezellig is, moet er ook wel gepresteerd worden, vindt hij. “Presteren moet altijd bovenaan staan, pas dan komt de gezelligheid. Als je niet wint, is het ook niet echt gezellig. We doen het niet al- leen maar voor de lol, het moet een combinatie van zijn.” Dat de inwoner van Kalsdonk het nu heeft over een voetbalclub, is overigens minder logisch dan Voor ieder seizoen maken we de indelingen voor de teams, zodat zoveel mogelijk speler- tjes lekker kunnen voetballen.” Maar het leukste blijft toch wel het organiseren van activiteiten, zo vertelt hij. “Bijvoorbeeld het jeugdvoetbaltoernooi, samen met de ouders, dan bouw je echt een band op. De jeugd kent mij en Bas inmiddels natuurlijk ook wel van gezicht.” Dat gezicht laten ze zoveel mogelijk zien, al gaat het eigenlijk het beste wanneer dat zo min mogelijk het geval is. “Als alles goed loopt, zo- als dat nu het geval is, dan kost het ons eigenlijk weinig tijd. De leiders regelen het meeste, bij seizoen, vindt hij lastig in te schatten. “We komen in een an- dere vierde klasse, meer de kant van Breda op. Die tegenstan- ders zijn waarschijnlijk vooral voetballend beter, wij moeten dan op vechtlust proberen over- eind te blijven. Als je dan de bal afpakt, ben je misschien wel me- teen bij de goal.” Een echte doel- stelling hebben ze dan ook niet, al is er wel één vurige wens. “So- wieso niet degraderen, dat moet lukken, we zullen vast ergens halverwege eindigen. Als we twee keer de derby tegen DEVO winnen en we blijven erin, is het seizoen meer dan geslaagd.” Ook buiten het veld, heeft hij het meer dan goed naar zijn zin. “Het zijn allemaal vrienden, je speelt vanaf de jeugd al sa- men. Inmiddels ken je ongeveer iedereen.” Of hij nog lang coör- dinator van de jeugd blijft weet hij niet, jeugdtrainer wordt hem in ieder geval niet. “Ik bekijk het gewoon per jaar, nu vind ik het nog hartstikke leuk en is het prima te combineren.” Voor ko- mend seizoen is alles geregeld, maar stil zit hij de komende tijd niet. “Na de schoolvakantie hebben we altijd wat nieuwe aanmeldingen en we gaan ein- delijk weer voetballen, dan is het tijd om scheidsrechters te regelen!” problemen komen ze bij ons te- recht. Of als er nieuwe spelers zijn, dan komen wij in actie.” Zijn eigen inzet op het veld, zou als voorbeeld kunnen dienen voor de jeugd. “Ze kijken stiekem toch een beetje tegen je op. Ik moet het vooral hebben van hard werken, ben sterk en snel. Met mijn loopvermogen kan ik veel compenseren. Een soort Denzel Dumfries, maar dan een stuk minder, haha!” DERBY Niet geheel onterecht wordt Kuijstermans dan ook vaak als rechtsback opgesteld, wat hij kan verwachten van komend het klinkt, vertelt hij zelf. “Ik ben pas laat begonnen met voet- ballen, bij de D’tjes. Toen ik een jaar of dertien, veertien was. Daarvoor voetbalde ik altijd op straat, maar nooit bij een club.” Onderweg naar DVO komt hij langs een hoop clubs, toch koos hij dus voor de Roosendaalse vierdeklasser. “Veel vrienden za- ten al hier en de mensen die hier werken, doen alles voor de club, dat vind ik echt mooi. Het is een gezellige vriendenclub, waar we heel veel samendoen, het is fijn om daar te voetballen.” Op dit moment ligt zijn focus dus vooral op school, maar wie weet komt voetbal daar in de toekomst wel bij. Zijn route heeft hij in ieder geval al uitgestippeld. “Minuten maken, veel leren en ervaring opdoen. Hopelijk kom ik dan in het eerste!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=