VoetbalJournaal Roosendaal, najaar 2021

19 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Dat laatste behoeft de nodige uitleg en die geeft de 21-ja- rige speler dan ook graag. “Pas na de deadline voor het overschrijven bij de KNVB, ging ik naar Alliance. Dan mag je pas gaan spelen als je een jaar geen officiële wedstrijd hebt gespeeld. Dat duurt nog even.” En die tijd gaat langza- mer, dan hij aanvankelijk had ver- wacht. “Dat gaat zo voorbij, dacht ik eerst. Maar als je dan nu die jongens ziet spelen en je mag zelf alleen maar trainen, valt dat toch tegen. Dan wil je ook eindelijk weer een echte wedstrijd spelen.” Voor de af- ronding van zijn studie Sportkunde trok Dekkers de afgelopen maand definitief naar onze hoofdstad, toch is dat niet de belangrijkste reden voor zijn overstap naar de Roosen- daalse formatie. “Bij Cluzona had ik het ook goed naar mijn zin, maar ging ik uiteindelijk niet helemaal lek- ker met de trainer. Daarom kwam mijn vertrek ook pas zo laat.” GEEN SPIJT Vooral Bob Rijpert, zijn zwager en speler van Alliance, trok hem over de streep. “Die roept het al jaren. Bij Sinterklaas heb ik eens een Al- liance-shirtje van hem gekregen, dus heel onverwachts kwam het niet.” Toch moest de jongeling er nog even goed over nadenken. “Ik wist eerst niet zo goed wat ik wilde gaan doen, kon ook in Amsterdam gaan voetballen. Vorig jaar had- den ze mij ook al gevraagd en vlak voordat ik wat mot kreeg bij ‘Clu’ ook, toen had ik nog ‘nee’ gezegd.” Uiteindelijk besloot hij dus toch om op gesprek te gaan. “Ik ben Bobs woorden eigenlijk achternagegaan. Die zei altijd dat het hier heel gezel- lig was, hij heeft niet gelogen.” Spijt heeft hij dan ook zeker niet. “Het is echt een leuke groep, we gaan goed met elkaar om en het is de reistijd meer dan waard. Anders zou ik het nooit volhouden.” Hij probeert er zo vaak mogelijk te zijn. “We trainen op maandag en woensdag, soms blijf ik na het weekend nog hier voordat ik weer naar Amsterdam moet. Als ik tijd heb, train ik gewoon twee keer.” Behalve de sfeer, valt ook het ni- veau en de spelopvatting hem alles- behalve tegen. “Ik ben aangenaam verrast. Het is serieuzer dan ik had gedacht, iedereen wil er wel echt voor gaan. Daar ben ik blij mee.” Al had hij er zichzelf vooraf al op inge- steld. “Je weet waar je aan begint. Het niveau ligt wat lager, vooral voetballend.” NIET ZONDER En dus wordt er ook meer van hem verwacht, tegelijkertijd verwacht hij ook meer van zichzelf. “Af en toe ga je dingen zelf proberen, terwijl eerst de spelers om je heen dat deden. Dan is het soms best con- fronterend als het niet lukt.” Ook Dekkers heeft inmiddels gezien dat Alliance de stijgende lijn te pak- ken heeft. “Ze zijn groeiende. Het is gezellig, iedereen blijft hangen na de wedstrijd en tegelijkertijd zijn ze serieus met voetbal bezig.” Qua gezelligheid lijkt de club wel een beetje op zijn vorige, de eerste week was best even wennen, ver- telt hij. “Je kent veel spelers alleen van zien of horen, dan is het altijd even lastig. Inmiddels gaat dat heel goed.” En voor de mensen die hem nog niet zo goed kennen, geeft hij een introductie. “Ik ben een speler met veel ‘drive’, wil graag zoveel mogelijk doen in het veld. Aanval- lend ingesteld, altijd willen winnen.” Na twee seizoenen Cluzona, speelt hij nu dus in het rood met zwart. En zijn verwachtingen zijn hoog. “Misschien mag ik dat niet uit- spreken, maar ik vind dat we mee moeten doen voor de bovenste vijf plekken. We hebben gewoon een goed team.” Wie weet zit er in de toekomst dan weer een stapje omhoog in voor de voetbalgekke Dekkers. “Ik zou echt niet zonder kunnen, dat heb ik tijdens de co- ronaperiode wel gemerkt!” Voor de 50-jarige Vierhout was het zo ‘gewoon’ als het klinkt en dus stak ze een jaar of wat geleden haar vin- ger maar eens op. “Dan kijken ze je vragend aan: Is dat niet iets voor jou? Scheidsrechters regelen, dat moet ik toch wel kunnen, dacht ik toen. Dat bleek lastiger dan ik had verwacht.” Ze werd wedstrijdsecre- taris, sinds dit seizoen is ze ook ac- tief als coördinator van de kantine. “Bardiensten regelen, zelf eens ach- ter de bar staan. Vele handen ma- ken licht werk.” Al lijkt dat spreek- woord niet bij iedereen bekend te zijn, heeft ze soms het idee. “Het is een klein clubje vrijwilligers, die krij- gen steeds meer op hun bordje. Af en toe moet je de grens aangeven.” KINDEROPVANG Die grens gaf ze onlangs zelf ook maar eens aan. “Werd ik zomaar ineens hoofdactiviteiten. Ik wil best een keertje helpen, maar hoef niet de eindbaas te zijn.” Want ook voor Vierhout, hoewel ze het liefste alles zelf regelt, is het soms zoeken naar de balans. “Ik heb een groot gezin, vier kinderen, en een drukke baan. Daar moet je het evenwicht in zien te vinden. Het zou juist goed zijn als meer mensen een beetje kunnen doen bij de club, dan houdt ook ie- dereen het veel langer vol.” Voorlo- pig doet ze haar werk nog altijd met veel plezier. “Communiceren met de clubs, wedstrijden in het systeem zetten of bij oefenwedstrijden din- gen regelen. Nu met al die regels voor in de kantine, komt er wel een hoop bij kijken hoor.” In het verleden woonde ze drie jaar in Amerika, ze ziet een groot verschil tussen bei- de landen. “Daar betaal je je ‘blauw’ om te mogen voetballen. Hier denkt men dat je contributie betaalt, zodat de club de rest wel doet. Je bent een vereniging, dan moet je het juist sa- men doen.” En dat is soms best las- tig, vertelt ze. “We zijn geen kinder- opvang. Daarom vertellen we ook tegen nieuwe leden dat ze ook iets voor de club moeten doen. Heel in- gewikkeld is het niet, maar dat oude ritme zit er gewoon ingeslepen.” GEZELLIG Af en toe wordt ze gek aangeke- ken, bekent ze. “Als vrouw bij een voetbalclub, zeggen ze toch vaak dat je geen verstand van voetbal hebt. Dat klopt ook wel, maar ik kom soms toch vertellen hoe we het beter kunnen doen. Dat kost tijd, maar dat geduld mis ik wel eens.” Toch doet ze er alles aan om het vrijwilligersbestand uit te breiden. “Vanuit mijn werk ben ik gewend om mensen over te halen iets te gaan doen, dus die ‘skill’ heb je. Het is echt achter vrijwilligers aanlopen, soms moet je acht keer die vraag stellen.” Ze geeft een voorbeeld. “Dan willen ze komen helpen, stuur je alles naar ze op en krijg je gewoon geen reactie.” Voorlopig blijft de inwoonster van Roosendaal nog wel even hangen, want de sfeer bevalt haar maar al te goed. “Het is een gezellig klein clubje, inmiddels ken je iedereen. Laatst dacht ik nog: het is lekker druk, dat doen ze knap! We heb- ben een paar magere jaren gehad, maar timmeren weer aan de weg.” Aaron Dekkers staat te trappelen bij Alliance ‘Je bent een vereniging, doe het samen!’ Na wat onenigheid bij Cluzona en een verhuizing naar Amsterdam, besloot Aaron Dekkers dit seizoen de overstap te maken naar vierdeklasser Alliance. Even wennen aan het niveauverschil, maar inmiddels voelt de middenvelder zich helemaal thuis, al is er nog één klein probleem. “Pas vanaf 12 oktober ben ik speelgerechtigd.” Met drie voetballende kinderen bij de club en haar werk als ‘recruiter’ zag Angelique Vierhout het wel zitten om bij Alliance wat vrijwilligerswerk op zich te nemen. Al snel werd een beetje steeds meer, maar toch doet ze het na al die jaren nog met veel plezier. “Je moet elkaar gewoon een beetje helpen.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=