VoetbalJournaal Roosendaal, voorjaar 2021

9 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Een aparte kast op het sportpark, die voorverwar- ming nodig had, om de velden te kunnen voor- zien van licht. Het klinkt als tientallen jaren terug in de tijd, maar tot het begin van dit jaar was het voor de club uit Zeg- ge gewoon de realiteit. En dus kwam het plan om de verlich- ting eens aan te pakken alles- behalve ongelegen, vertelt Pe- ter Dam, die namens de club het project in goede banen moest leiden. “Qua modernisering moest er best een inhaalslag gemaakt worden, gelukkig zag de gemeente dat nu ook.” SLOOP En dat de gemeente Rucphen dat zag, had voor een deel ook te maken met de samen- werking tussen voetbalver- enigingen en hockeyclub. “De voorzitter van Rood-Wit heeft eigenlijk, alweer een jaar gele- den, het voortouw genomen. Toen konden ze dit samen, met de steun van gemeente, op alle sportparken realiseren.” Zoals gezegd was de 71-jarige Dam er nauw bij betrokken, hij was zelfs niet te beroerd om ook even de handen uit de mouwen te steken. “Toen alle masten verwijderd waren, heb ik samen met een aannemertje geulen gegraven. Vervolgens zijn de kabels ge- legd, zijn er nieuwe lichtpalen gekomen en zijn de masten weer aangesloten. Ongeveer vijf weken later was het alle- maal klaar, helemaal up-to-da- te.” Sinds het begin van dit jaar beschikt de club over twaalf lichtmasten, allemaal voorzien Hij geeft training aan de jeugd, is assistent- trainer bij het eerste elftal en bemoeit zichmet het technisch beleid van de club. Een echte cultuurbewaker zou je Danny Deckers zonder moeite kunnen noemen. DVO’er in hart en nieren, maar vol met ambities. Beter licht, een lager verbruik en moderne apparatuur. De vorige lichtinstallatie bij DIOZ was inmiddels zo verouderd, dat ‘nieuw materiaal’ gezocht moest worden bij de sloop. Maar met nieuwe LED verlichting staat de club voorlopig weer in de schijnwerpers. DIOZ staat in de schijnwerpers Danny Deckers barst van ambitie bij DVO’60 Al achttien jaar lang staat hij op het veld om niet alleen de jeugd, maar ook senioren, van DVO’60 beter te maken. De laatste tijd is dat een stukje zwaarder. “Je hebt niet echt een doel. Nor- maal train je voor een wedstrijd, nu probeer je het vooral leuk te maken.” Dat leuk maken doet hij voor het vierde jaar op rij met het team van zijn zoon, al was dat in eerste instantie niet hele- maal de bedoeling. “Dat is nu de JO11, ik ben al die jaren meegegroeid. Ik wilde liever niet mijn zoon trainen, maar de trainers liggen helaas niet voor het oprapen.” En dus nam Deckers, die beschikt over papieren om jeugd te trainen, de verantwoording op zich. In- middels heeft hij ongeveer alle jeugdteams gehad, dit moet zijn laatste kunststukje worden. “Ik denk dat ik er nog één jaartje aan vastplak, ze aflever op groot veld, dan wordt het tijd dat er een keer iemand anders voor de groep komt te staan.” ROTWOORD Ook was hij jarenlang verant- woordelijk voor het tweede elf- tal. Sinds dit seizoen is hij assis- tent bij het vlaggenschip. “Dat klinkt als een rotwoord. In eerste instantie voelde ik mij daar te groot voor, maar we werken ei- genlijk als twee hoofdtrainers. Ik beschik dan misschien niet over de papieren, de kennis en erva- ring heb ik wel.” Ondertussen loopt Deckers alweer zo’n 25 jaar rond bij DVO’60. De clubliefde spat er dan ook vanaf. “Ik hoor bij DVO en DVO hoort bij mij. Ik wil de club graag helpen, dat we niet meer de slechtste van de vierde klasse zijn.” Voor- lopig is dat de realiteit, maar er is hoop. “We hebben een jong elftal, dat heeft tijd nodig. We doen ons best om mensen te behouden voor de club, de cultuur te be- waken, maar ook meer een win- naarsmentaliteit te kweken.” Een jaar of drie geleden, mocht hij al eens ruiken aan het echte werk. “De spelers wilden graag een trai- ner van buitenaf, maar die vind je niet zomaar. Toen heb ik een aan- tal wedstrijden als interim-trai- ner mogen doen, dat was voor mij toch wel een eervolle functie.” van LED verlichting, en dat was niet voor zijn tijd. “Die vorige masten stonden er misschien al wel een jaar of 40. Elke keer ging er weer wat kapot en het materiaal was nergens meer te krijgen, alleen bij de sloop. Dat kastje stond ook gewoon op het veld, hartstikke gevaarlijk natuurlijk.” Alles is nu netjes en veilig opgeborgen op een centraal punt, in een apart hok, maar zonder de gemeente was het niet gelukt. Moet hij eerlijk bekennen. “Dan konden wij het natuurlijk nooit voor elkaar krij- gen, het duurde even, maar ge- lukkig gingen ze akkoord.” ALLE TIJD Toen door de komst van coro- na nog wat twijfels ontston- den, besloten ze toch door te zetten. “Het kwam misschien wel goed uit, de velden werden DROMEN Het familiegevoel spreekt hem aan, maar zijn ambities werken hem nog weleens tegen. “Ik wil niet dat we het lelijke eendje van Roosendaal zijn, daarom doe ik veel.” En dus nam hij ook plaats in de TC, want die was er nog niet. “Selecties samenstellen, maar ook trainers handvatten bieden. Vaak zijn dat ouders, wat is nou belangrijk om te trainen? Niet alleen partijtje doen. Ook aannemen, je voetbalhouding en het zwakke been.” Natuur- lijk staat plezier voorop, maar dat heb je eigenlijk alleen als je wint, vindt hij. “Daar draait het spelletje uiteindelijk wel om. Daarvoor moet je ook beter wil- len worden.” Dat zit er bij hem in ieder geval in. “Een bordspelletje wil ik nog winnen.” Want dat de 42-jarige Roosendaler barst van de ambitie, is duidelijk. “Binnen nu en vijf jaar wil ik mijn TC3 ge- haald hebben en waarschijnlijk is DVO dan mijn eerste club als hoofdtrainer.” Stiekem droomt hij daar soms al een beetje over. “Een stabiele derdeklasser wor- den, dat zou iets heel moois zijn. In de jeugd loopt echt wel talent, dus het gaat lukken. Dat ik dan trainer ben als we promoveren? Als dat zou kunnen!” hem die taak hebben gegeven. “Ik ben AOW’er, dus ik heb de tijd. Jij zit toch maar hele da- gen thuis, zeggen ze dan.” Het is voor de inwoner van Zegge toch ook ‘zijn clubje’. “Ik heb er gevoetbald, ben leider geweest bij de jeugd, bij de senioren en sinds een jaar of zeven zit ik in het bestuur.” En als er ge- renoveerd moet worden, bellen ze Dam. “Haha, je zou het wel denken. Tijdens de renovatie van de kantine was ik er ook bij!” Met de verlichting is hij in ieder geval meer dan tevre- den. “Minder kosten en beter licht.” Nu is het hoofdveld aan de beurt. “Drainage en nieuwe sproeiers. We kunnen het be- ter nu doen, dan is alles straks ‘spic en span’ als het seizoen weer begint.” En ook daar is hij natuurlijk weer bij. toch niet gebruikt.” Voor Dam, die inmiddels al 53 jaar lang lid is van DIOZ, was een belangrij- ke taak weggelegd in het hele proces. “Toezien dat ze niet ons veld kapotreden, de boel een beetje coördineren en de mannen voorzien van een bak- je koffie. Ze hadden last van regen en sneeuw, dan is een warme bak koffie wel lekker.” Hij weet precies waarom ze

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=