VoetbalJournaal Oosterhout, najaar 2022

21 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Van de Klundert is op en top allrounder Luc van de Klundert is niet alleen in het bedrijf van zijn vader allround, maar ook als voetballer. Als sluitpost van Den Hoek Vooruit (DHV) beschikt hij over snelle reflexen op de lijn, maar is hij ook sterk in de één-op-één. Is Van de Klundert net een keer afwezig, wat zelden voorkomt, en houdt DHV de nul. In de thuiswedstrijd tegen GSC/ODS houdt invaller-keeper Hidde Pattje zijn doel schoon, iets wat de jarige Van de Klundert nog niet is gelukt deze competitie. “Ik vind het vooral leuk voor Hidde, maar ik heb zelf niet iets met die nul. Het gaat mij om het teamresultaat. Ik verricht liever bij 3-2 in de slotfase een cruciale redding. Dat geeft mij de meeste voldoening.” Van de Klundert wist zich dan ook geen goed houding te geven toen hij in het seizoen 2018/2019 bij DHV werd uitgeroepen tot speler van het jaar. Die ‘verkiezing’ werd jaren daarvoor opgezet door de staf van de club. Stafleden gaven elke week punten aan de spelers. “Het was mijn eerste vaste seizoen in het eerste”, kijkt Van de Klundert terug. “Ik keepte inderdaad een goed jaar, maar echt genieten kon ik er niet van. We degradeerden namelijk ook. Ik kan me niet herinneren dat ik uitgelaten was omdat ik speler van het jaar was geworden”, lacht Van de Klundert. Als vijftienjarige maakte hij zijn debuut in het eerste elftal van de club van Zevenbergschen Hoek. “Paul Eland, de vaste keeper destijds, was geblesseerd. We wonnen met 4-0. Op dat moment ben je als jonge keeper natuurlijk wel blij met de nul.” Hij werkte in die tijd hard aan zichzelf en was een vaste gast op de keepersacademie van Arno van Zwam. “Daar ben ik gevormd tot de keeper die ik nu ben”, zegt hij. Een keeper die niet op één sterk punt te vangen is, die zijn mannetje staat op de doellijn, maar ook op een groter werkterrein vakkundig zijn werk doet. “Ik ben allround.” Net zoals in het bedrijf van zijn vader waar hij behalve technisch tekenaar als laser op de werkvloer actief is. “Die multi-inzetbaarheid vind ik leuk.” Als het aan Van de Klundert ligt, gaat DHV komend seizoen allesbehalve anoniem meedraaien in de vierde klasse. “Ik vind dat we als club thuishoren in de derde klasse. We hebben kwaliteit in de selectie, dus ik sluit niet uit dat we bovenin kunnen gaan meedoen.” Trainer Ron Janse is een oude bekende. “Zijn voordeel is dat hij de club en de spelers kent.” Van de Klundert zelf probeert ook buiten het veld de gezelligheid en saamhorigheid bij DHV te stimuleren. Dat doet hij als lid van de spelersactiviteitencommissie. “We organiseren van alles: van reisjes tot feestjes. Het zijn vooral activiteiten gericht op teambuilding. Vaak ook activiteiten die voor de hele club zijn. Onlangs hebben we een pubquizz gedraaid. Het was volle bak in de kantine. We kijken wel goed naar de dag, want op vrijdag een feestje heeft invloed op onze frisheid op zaterdag. Ik denk niet dat de trainer daar blij mee zou zijn.” Het is een veelgehoorde opmerking op de training van de MO20 van VV Raamsdonk. “Meiden, aan de bak, het is geen ballet.” Met Regina van de Voorde staat een overenthousiaste trainer aan het roer. En ook het eerste vrouwenelftal van de club heeft met Brian van der Pluijm een aanjager pur sang. Raamsdonk-vrouwen doen niet aan ballet De aanstelling van de twee nieuwe trainers lijkt voor een schokeffect te hebben gezorgd, want zowel de vrouwen als ‘Jong’ VV Raamsdonk presteert tot nu toe prima. “Het seizoen is nog pril, hé”, wil Van der Pluijm (47) niet al te veel nadruk leggen op de goede seizoensstart met twee overwinningen. En hij wil zijn meiden al helemaal niet in de favorietenrol duwen. “Het team heeft de afgelopen seizoenen in de top4 meegedraaid en dat is ook nu het doel. Om kampioen te worden, moet echt alles meezitten.” Van der Pluijm spreekt uit ervaring. Als voetballer diende hij meerdere clubs, als trainer had hij tien jaar lang verschillende jeugdelftallen van VV Raamsdonk onder zijn hoede. Dat waren altijd jongensteams. “Ik was toe aan iets nieuws en een collegaatje van mij speelt bij de vrouwen. Ik ben door diverse mensen gewaarschuwd met ‘weet waar je aan begint’, maar ik heb geen last van vooroordelen over vrouwenvoetbal. Mijn ervaringen tot nu toe zijn ook louter positief. De interactie met de speelsters vind ik geweldig. De manier waarop ze het voetbal beleven ook. Ze zijn voor elke training gemotiveerd en zeker in vergelijking met jongens zeer gedisciplineerd. Half acht is ook half acht trainen.” Voor Regina van de Voorde (57) was het deze zomer thuiskomen bij de club waar ze ooit als jong meisje van een jaar of twaalf begon met voetballen. Bij gebrek aan meisjesvoetbal maakte ze op die jonge leeftijd al meteen deel uit van het toen enige vrouwenelftal. “Ik heb een jaar of zeven gevoetbald hier, maar toen waren er geen speelsters meer genoeg voor een team. Ik ben overgestapt naar The White Boys in Waspik. Daar heb ik gevoetbald, maar ook meegeholpen bij het opzetten van het meisjesvoetbal. Ik heb daarna nog gespeeld bij FC Right-oh. Op mijn 45ste ben ik gestopt.” Van de Voorde was jarenlang trainer en bleef het vrouwenvoetbal in de regio volgen ook toen ze als trainer was gestopt. “Ik bleef regelmatig kijken bij de clubs in de regio.” Zo bracht ze afgelopen seizoen ook een bezoekje aan oude club VV Raamsdonk. “Ze waren op zoek naar een nieuwe trainer voor de vrouwen en al snel kreeg ik de vraag of ik dat niet wilde doen. Het was de bedoeling dat Brian en ik het samen zouden doen, maar toen duidelijk werd dat we ook een Jong-team konden maken, vonden we het allebei beter om te splitsen.” Van de Voorde heeft zich ontfermd over een groep talenten, die weliswaar verzameld zijn in het MO20-team, maar bestaat uit een mengelmoesje van leeftijden. “Ik heb ook twee meiden erbij van veertien, vijftien jaar. Raamsdonk heeft verder geen meisjeselftallen.” Na een paar maanden trainen heeft ze alleen maar lof voor haar pupillen. “Ze zijn uit het goede hout gesneden”, verzekert. “We moesten even wennen aan elkaar. Dat komt ook omdat ik bloedfanatiek ben. Ik wil dat er wel gewerkt wordt op de training.” Aan arbeidsethos heeft ook Van der Pluijm bij Raamsdonk 1 niet te klagen. “Ze hebben heel veel lol met elkaar, dat vind ik ook erg belangrijk. En voetballend hebben ze mij ook verrast. Vooral het positiespel is goed verzorgd. We hebben verschillende wapens. We hebben snelheid voorin, maar ook speelsters die een bal kunnen vasthouden.” welove wesearch wedeliver

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=