VoetbalJournaal Oosterhout, najaar 2019
23 VV Rijen scoorde in de eerste seizoenshelft veel, maar moest ook behoorlijk wat tegentreffers incasseren. Freddy Kruijs (48) speelt graag aanvallend voetbal en de trainer van de tweedeklasser vindt het niet zo erg dat zijn keeper af en toe moet vissen. “Voor verdedigend voetbal kom ik mijn bed niet uit.” Freddy Kruijs was als speler geen fan van tactische trainingen. De voormalig verdediger van onder meer De Graafschap, het Bel- gische Lommel SK en ADO Den Haag pakt dit zelf anders aan. “Je hebt van die wijsneuzen die doen alsof ze het spelletje hebben uit- gevonden. Dat moeten ze zelf weten. Natuurlijk is tactiek een onderdeel van voetbal, maar als amateurtrainer moet je daar niet te veel gefocust op zijn. Spelers komen voor hun plezier naar de training. Daarom laat ik mijn team ook bijna altijd aanvallend voetbal spelen. Dat is voor de jongens, toeschouwers en voor mijzelf het leukste. Als je in degradatienood zit, is het logisch dat je voor de punten speelt en verdedigend Trainer Freddy Kruijs wil ‘lekker aanvallend voetballen’ met VV Rijen staat opgesteld. Maar in principe kom ik op zondagochtend niet mijn bed uit om een muur voor mijn doel op te bouwen.” VEEL MOGELIJKHEDEN Dat is duidelijke taal van Kruijs, die bezig is aan zijn eerste seizoen bij VV Rijen. Na periodes bij onder meer VV Gilze, OBW, SCO, Uno Animo, Achilles Veen en Madese Boys voelt de ervaren trainer zich nu thuis op sportpark Vijf Eiken. “Rijen is een fantastische club, met een schitterend sportpark en veel mogelijkheden. We heb- ben een goede jeugdopleiding en ik beschik over een jonge, ge- talenteerde spelersgroep”, aldus Kruijs. Met zijn elftal boekte hij in de eerste seizoenshelft wissel- vallige resultaten, goed voor een plek in de middenmoot. Daar is volgens de trainer niets mis mee. “De verschillen in deze leuke com- petitie zijn klein. We kunnen van iedereen winnen, maar ook van ie- dereen verliezen. Ik ben tevreden hoe we er halverwege voor staan. VV Rijen wil graag een stabiele tweedeklasser zijn en we voldoen tot nu toe aan de verwachtingen. Bovendien ben ik blij met de pro- gressie die mijn spelers boeken.” NO NONSENSE TRAINER Op het moment van schrijven staat de krabbel van Freddy Kruijs nog niet onder een nieuwe ver- bintenis bij Rijen. De trainer ver- wacht dat zijn eenjarig contract wordt verlengd. “Ik heb het hier goed naar mijn zin en denk dat ik met deze jongens nog veel stap- pen kan zetten.” Sowieso ziet hij het trainerschap als een prach- tige combinatie tussen hobby en werk. Volgens de no-nonsense trainer is coachen geen hogere wiskunde. “Je zorgt dat je een team opbouwt, dat de jongens plezier hebben en dat op zondag de beste elf spelen. Zo spannend is dat niet en jemoet jezelf niet omhoog praten. Je hoort me nooit over mijn verleden als profvoetballer of mijn jaren bij andere clubs: ik richt me op de toekomst en die ligt hopelijk bij VV Rijen.” Met zijn team hoopt Kruijs na de winterstop weg te blijven van de onderste plaatsen. Daarna kijkt hij pas naar boven. “Een plek in de middenmoot is prima en het zou gaaf zijn als we een periode- titel winnen. En dan het liefst met lekker aanvallend voetbal.” Na boezemvriend Dennis Marijnissen was het in december tijd voor Björn de Bruijn om zijn 250ste wedstrijd in Madese Boys 1 te spelen. De vleugelflitser deed dat tegen VOAB. Een mooie mijlpaal in een indrukwekkende carrière. Ook Björn de Bruijn viert jubileum: ‘Ik ga niet meer weg uit Made’ Björn de Bruijn kent Dennis Marijnissen al vanaf zijn ge- boorte. Bevriende ouders leiden tot een vriendschap tussen de zoons. “Ik stond als 2-ja- rige al met Dennis en onze ouders in de kroeg”, vertelt De Bruijn la- chend. “Toen hij nog op 10 of in de spits stond en ik linksbuiten was, vonden we elkaar heel makkelijk. Nu staat Dennis op 6, dus hebben we die verbinding wat minder.” DeBruijn, die ook vrijwilligerstaken op zich neemt op De Schietberg, speelde tegen VOAB zijn 250ste wedstrijd. Hij heeft de gespeelde duels minder goed op zijn netvlies staan dan Marijnissen, kan zich zijn debuut niet heel goed meer herinneren. “Ik weet nog wel dat ik als 16-jarige twee doelpunten heb gemaakt in een van mijn eer- ste wedstrijden, waardoor we met 3-2wonnen van Terheijden. Verder kan ik me niet heel veel meer her- inneren uit die tijd, Dennis is daar beter in.” NAC Als tweedejaars A-junior maakte De Bruijn nog een uitstapje naar NAC, waar Marijnissen zijn hele leven in Made voetbalde. De Bruijn: “Ik kon kiezen tussen Willem II en NAC, ben naar NAC gegaan, maar had het daar niet naarmijn zin. Ik kon vervol- gens naar andere clubs, maar wilde terug naar mijn eigen ploegje. Ik ben de afgelopen seizoenen ook nog weleens gebeld door clubs, maar ga niet meer weg bij Made. Ik heb het heel erg naar mijn zin hier en hoef niet per se op zoek naar mijn pla- fond qua niveau.” Hij is als voetballer flink veranderd. “Waar ik vroeger nogal eens hoor- de dat ik de bal wat vaker af moest leggen, hoor ik nu dat ik meer voor eigen kans mag gaan. Ik wil ge- woon dat wij een doelpunt maken en als een teamgenoot er beter voor staat, leg ik de bal af. Daar- door sta ik op veel meer assists dan doelpunten.” HEDEN EN TOEKOMST Hij is pas 26 jaar, maar heeft dus al zijn 250ste wedstrijd achter de rug. “De driehonderd moet ik wel kunnen halen, maar vijfhonderd wordt misschien lastig. Ik weet niet of ik dan nog fit genoeg ben, hoewel ik tot nu toe weinig last heb gehad van blessures. Het zou mooi zijn, maar ik hoop eigenlijk ook wel dat er tegen die tijd een linksbuiten is opgestaan die mij uit de ploeg speelt.” Dit seizoen hoopt De Bruijn mee te doen om de bovenste plekken. “Wij kunnen heel veel, als iedereen fit is. Het ligt dichtbij elkaar in deze competitie, wij hoeven voor wei- nig ploegen onder te doen. Ik hoop in ieder geval met Madese Boys nog eens te promoveren naar de eerste klasse.” Foto: Marcel van Dorst MaRicMedia
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=