VoetbalJournaal Oosterhout, najaar 2019

21 Voormalig Prins Carnaval nu voorzitter vv Raamsdonk Dertiger Dijkstra geniet in Terheijden: ‘Echt een goede groep’ Tevreden kijkt hij eens rond over sportpark Den Uilendonck. “Het ligt er weer heel netjes bij”, zo oordeelt Leon Hooijmaijers (47), de kersverse voorzitter van vv Raamsdonk. Overal zijn de blauw-witte clubkleuren terug te zien, de bladeren wor- den van de velden gezogen en vanochtend heeft de klusploeg nog twee spandoeken als actie tegen racisme opgehangen. Het volgende project op het park? Het dak bedekken met zonnepanelen. Hooijmaijers heeft zelf nooit gevoetbald, maar loopt al wel van kleins af aan rond bij Raamsdonk. “Vroeger ging ik bij mijn broer kijken en met mijn vader weleens op zondag naar het eerste, later ben ik vlagger en leider geworden van het team van mijn zus.” Zelf had hij niks met het beoefenen van de sport. “Ik vind het spelletje ge- weldig om naar te kijken, niet om zelf te doen.” TROUWAMBTENAAR Toen de vorige preses Jan van Oort aangaf te stoppen, “In het begin kijken de mensen natuur- lijk wel raar, zie je ze denken: wie is dat en wat komt hij doen? Maar als je eenmaal een paar weken hebt meegedaan, hebt laten zien dat je best kunt ballen en openstaat voor nieuwe contacten, volgt de accep- tatie vanzelf. Het ligt echt aan hoe je jezelf aanpast.” Aan het woord is de 33-jarige Riemer Dijkstra, spits van Terheijden sinds hij na het sei- zoen 2017-2018 overkwam van DIA. “Daar kreeg ik niet genoeg speeltijd en Terheijden is een club die ook de dorpse sfeer heeft.” OUDER Dijkstra genoot enorm van het eerste seizoen. “We zijn als vijfde geëindigd en ik heb mijn goaltjes meegepikt. De trainingen zijn leuk en met mijn medespelers kan ik het erg goed vinden.” Dat terwijl hij met zijn 33 jaar anderhalf de- cennium ouder is dan sommige ploeggenoten. “Maar ik ben do- cent op een hbo-opleiding en weet dus wat er speelt bij de jeugd. Ik kwamen mensen binnen de club al snel bij Hooijmaijers te- recht. Als oud-voorzitter van de Raamsdonkse carnavals- stichting en gemeenteraadslid heeft hij de nodige bestuurlij- ke ervaring. Ook is de Raams- donker trouwambtenaar, met spreken in het openbaar heeft hij geen moeite. “Ik vond het gelijk een heel leuk aanbod, maar ben wel even rond gaan vragen. Ik heb ook in de ge- meenteraad geïnformeerd of deze twee rollen elkaar niet bijten, maar dat is niet zo. Ik mag over sommige onderwer- pen gewoon niet meer mee stemmen.” Hij vindt het een eer om de club te mogen vertegenwoor- digen, als ‘geboren en geto- gen Raamsdonker’. “De voet- balvereniging is het hart van Raamsdonk, echt een ontmoe- tingsplaats. Ik ken ook ieder- een hier en iedereen kent mij.” Naast vlagger en leider van het damesteam was Hooijmaijers ook lid van de sponsorcommis- sie en draaide hij bardiensten alvorens hij op 20 november werd verkozen tot nieuwe voorzitter van Raamsdonk. Hij was al Prins Carnaval, gemeenteraadslid en trouwambtenaar, maar nu ook nog eens voorzitter van voetbalvereniging Raamsdonk. Leon Hooijmaijers voetbalde zelf geen minuut, maar is wel verzot op het spelletje én op Raamsdonk. Tel dat bij zijn bestuurlijke ervaring en binding met het dorp op en je hebt de ideale voorzitter van de vierdeklasser. Riemer Dijkstra maakte als dertiger na jarenlang bij DIA te hebben gevoetbald nog de overstap naar Terheijden. Meer kans op speeltijd, de dorpse sfeer en de nabijheid van de club bij zijn woonplaats overtuigden de nu 33-jarige docent. Hij heeft na anderhalf seizoen nog geen moment spijt gehad van de overstap. JEUGD In een dorp met 2300 inwoners doet de voetbalvereniging het goed met pakweg vierhonderd leden. Alleen de oudere jeugd behouden voor de club vormt een probleem. “We hebben in de generaties JO19 en JO17 wat minder voetballende jongens, dan wordt het al snel lastig in een klein dorp. De jeugd heeft tegenwoordig ook zo veel te doen, sommigen gaan op zater- dag liever werken en anderen doen juist graag helemaal niks. Dat is niet alleen een probleem in Raamsdonk, maar hoor je overal.” Op sportief gebied wil Raamsdonk een middenmoter in de vierde klasse blijven. Naast het behouden van de spelers die nu in de JO16-1 voetballen, is het invoeren van een nieuwe organisatiestruc- tuur ook een belangrijke pijler voor Hooijmaijers en de vier andere bestuursleden. “Het belangrijkste is dat iedereen zich thuis voelt op het sport- park. We hebben het best goed voor elkaar hier. Raams- donk is en blijft een dorpsclub. Niets meer, maar zeker ook niets minder. drink gezellig een biertje met ze, ouwehoer en lach gewoon mee in de kleedkamer.” Hij probeert zijn jeugdige medespelers te helpen waar hij kan. “Met dingen als je breed maken, je tegenstander in je rug laten lopen, situaties her- kennen en slimmigheidjes in het veld kan ik ze nog wel helpen. Ik vind het niveau op de trainingen al ontzettend hoog, moet alle zeilen bijzetten ommee te kunnen. Dit is echt een goede groep.” En toch heeft Terheijden geen ver- volg kunnen geven aan het goede seizoen 2018-2019, waarin het vijfde eindigde. “Als je kijkt naar ons spel, dan doen we het niet verkeerd. Maar als je kijkt naar het puntenaantal, hadden we er veel meer van verwacht. We missen net de ervaring om op de juiste momenten een wedstrijd te be- slissen of een slimmigheidje toe te passen, maar hebben vooral ook heel veel pech gehad. Als je in een flow zit en veel punten pakt, dan vallen de doelpunten veel makke- lijker. Nu zit net dat been van de tegenstander ertussen, bijvoor- beeld. We staan veel te laag met de kwaliteiten die we hebben, dat zal zich een keer gaan uitbetalen. Daar ben ik van overtuigd.” TRAINER Dijkstra krijgt zelf minder speel- minuten dan vorig seizoen, maar schikt zich in die situatie. “Ik ben een aanspeelpunt, dat af en toe zijn goals meepikt. Ik ben niet zo snel meer als vroeger en we heb- ben de mogelijkheden om ver- schillende tactieken te proberen.” Hoe lang hij nog doorgaat met voetballen, durft de 33-jarige spits niet te zeggen. “Ik bekijk het per seizoen, gelukkig ben ik momen- teel blessurevrij en heb ik weinig last van spierpijn op maandagen.” Hij heeft de benodigde papieren dankzij zijn diploma in het vak Li- chamelijke Opvoeding (ALO), maar ziet zichzelf nu nog niet als trai- ner langs de lijn staan. “Misschien moet ik daarvoor eerst een tijdje wat afstand nemen tot de sport, nu heb ik nog niet het idee dat die rol voor mij is weggelegd.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=