25 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M welove wesearch wedeliver ‘Het is wel vrijwillig, maar niet vrijblijvend’ Aan het einde van dit seizoen is Corné Bulkmans precies 25 jaar actief geweest als bestuurslid van tweedeklasser Rood-Wit. Een mooi moment om een stapje terug te doen, al kan hij nog niet definitief afscheid nemen. “Op de achtergrond blijf ik de vereniging gewoon steunen!” Nog een aantal maanden, dan zit het er voor de 55-jarige Bulkmans toch echt op. Vreemd, maar toch zeker niet gek. “Aan het begin van mijn nieuwe termijn, had ik het al aangegeven. Dit was de laatste...” Het begon allemaal bijna 25 jaar geleden, als secretaris van de club. “Dat heb ik twaalf en een half jaar gedaan, inmiddels ben ik bestuurslid jeugdzaken.” Maar daar komt straks dus een einde aan. “Na zoveel jaar, begon ik te merken dat het steeds meer energie begon te kosten. Ik blijf de vereniging ondersteunen, maar wel in mijn eigen tijd.” Het klinkt bijna filosofisch, zoals Bulkmans het verwoordt. “Het is wel vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Je moet als bestuurslid toch altijd beschikbaar zijn, kan niet zomaar zeggen: nu even niet.” IETS BETEKENEN Het doen van vrijwilligerswerk, begon dan ook zelfs nog eerder. “Voordat ik in het bestuur kwam, ben ik nog een jaar of wat jeugdtrainer, jeugdleider en wedstrijdsecretaris bij de jeugd geweest.” Voor Bulkmans eigenlijk het leukste wat er is. “De ontwikkeling, het traject van jeugd naar senioren. Dat is altijd weer mooi om van dichtbij mee te maken.” Ook als bestuurslid, zeker nu als onderdeel van jeugdzaken, deed hij dat natuurlijk veelvuldig. “Het was rond ‘98, denk ik. Johan Wagtmans werd voorzitter en vroeg of ik het zag zitten om verschillende dingen samen op te pakken. Zo ben ik er eigenlijk ingerold.” Van het een kwam vervolgens, en natuurlijk, het ander. “Je kunt iets betekenen voor de verenging, maar het was ook gewoon heel leuk om te doen. Het secretariaat was nieuw voor mij, maar dat leer je dan vanzelf.” Bij de club waar Bulkmans ook op het veld furore maakte. “Vanaf mijn negende ben ik al lid. Heel de jeugd doorlopen en vervolgens naar de senioren. Lange tijd bij het tweede en derde, later pas bij het eerste. Vanaf mijn 25ste, een jaar of dertien.” Vlak voor corona hing hij, na nog wat jaren in een lager team, zijn voetbalschoenen aan de wilgen. “De club speelt een belangrijke rol binnen de Willebrordse samenleving. Je kent iedereen die er rondloopt. Kinderen en volwassen, het is een manier van samenkomen.” UITSTRALING Maar dat gaat niet vanzelf, weet ook Bulkmans. “Er zit behoorlijk veel tijd in. Ik denk toch zeker zo’n twintig uur per week. Dan ga je nadenken: kan het nog zoals ik wil, in de tijd die ik heb? Dat heb ik tijdig aangegeven.” Op een symbolisch moment. “Precies na zoveel jaar, dat is ook wel weer een mooi rond getal.” Een periode, waarin de echte clubman een hoop heeft zien veranderen. “Het ledenaantal is in de loop der jaren wel wat teruggelopen, maar gelukkig de laatste seizoenen weer redelijk stabiel, met vooral in de onderbouw de laatste jaren veel meer aanwas. En alle jeugd loopt in dezelfde kleding, dat is een stukje uitstraling en saamhorigheid.” Maar dat is nog niet alles. “De laatste jaren hebben we de focus gelegd op de ‘Mini-League’, daar hebben we zelfs een klein stadionnetje voor gebouwd. Dat loopt hartstikke goed.” Toch kan het altijd beter. “We willen groter worden qua jeugd, vooral door leden te werven. Maar misschien nog wel belangrijker, door ze in de bovenbouw vast te houden.” Zoals gezegd, zijn ze bij Rood-Wit nog niet helemaal van Bulkmans af. “Ik heb het altijd leuk gevonden en dat vind ik nog steeds. Daarom blijf ik sowieso betrokken bij het International U10 Tournament, dat is gewoon fantastisch om te doen. En in een ondersteunende rol op andere vlakken. Maar ik wil meer tijd voor mezelf, het is een keer goed geweest.” Bellen mogen ze hem desondanks altijd. “Haha! Ik neem altijd op, maar niet voor een bestuurlijke rol.” Of hij het stiekem niet gaat missen? “Dat ga ik vanzelf merken!” Een degradatie, veel vertrekkende spelers en een nieuwe trainer. Bij Rood-Wit was het afgelopen zomer niet saai. Sven Konings bleef de club wel trouw en moet nu de boel, ondanks zijn nog jonge leeftijd, eigenlijk op sleeptouw nemen. “Daar probeer ik steeds meer mee bezig te zijn.” Degradatie of niet, middenvelder Sven Konings blijft Rood-Wit trouw Want hoewel Konings zelf ook pas 21 jaar is, behoort hij dit seizoen tot de meest ervaren spelers binnen de ploeg. Een vreemde gewaarwording, ook voor hem. “Ik denk dat er nog maar vier jongens ouder zijn dan ik.” De laatste maanden, ging het met vertrekkende teamgenoten ineens hard, de middenvelder zag het gebeuren. “Ze vertrokken allemaal ‘last-minute’, dus het was heel lastig om dat op te vangen. Die zagen de bui van de degradatie al hangen en besloten om te vertrekken...” Ook voor Konings, die op zijn vierde begon bij Rood-Wit, was dat wel even wennen. “Normaal gesproken voetbalden we eigenlijk met dezelfde jongens, zo is het altijd geweest. Nu is het te veel in een keer en ook heel laat.” Hij zelf dus niet. “Ik ben hier door mijn vader gaan voetballen, die speelde er ook heel zijn leven. Dan kan je niet anders! Het is een warme en fijne club, samen met je vrienden.” MENTAAL DINGETJE Doorgestroomd vanuit de eigen jeugd, net als veel van zijn huidige en dus nieuwe teamgenoten. “Van de ‘A’ en uit het tweede. Voor mijn gevoel beginnen we echt weer op nul, veel van die jongens hebben nog nooit op dit niveau gespeeld.” Daar ligt voor Konings, als tweede aanvoerder, meteen een mooie taak weggelegd, vertelt hij. “Ik probeer zo vrijuit mogelijk te spelen, maar waar mogelijk help je ze natuurlijk wel. De boel een beetje op sleeptouw nemen, dat zit wel in me.” Desondanks verliep vorig seizoen niet helemaal zoals gehoopt, de ‘nummer 6’ blikt nog een keertje terug. “Niemand had denk ik verwacht dat we zouden degraderen, we hadden echt een prima groep. Maar het zat tegen, het liep niet, dan loop je achter de feiten aan. Helemaal als je dan onderin gaat bungelen.” Een verklaring, die is lastig te geven. “Het kwartje viel in te veel wedstrijden de verkeerde kant op. We speelden ook heel vaak gelijk, dat schiet niet op. Als jongens, die het verschil kunnen maken, dan ook nog ontbreken... Uiteindelijk kom je in een neerwaartse spiraal en wordt het een mentaal dingetje.” En dus komt Rood-Wit dit jaar uit in de tweede klasse, een sterke competitie, zo denkt Konings. “Met een nieuw team, tegen nieuwe tegenstanders, dat wordt wennen.” Een voorspelling, durft de jongeling dan ook eigenlijk niet te wagen. “Eerst maar eens lekker voetballen en in een ritme komen. Na zo’n seizoen, is het ook wel gewoon fijn om leuk mee te draaien en wedstrijden te winnen. Dat is goed voor het vertrouwen.” LEIDING NEMEN Daar helpt Ad van Seeters, de nieuwe trainer, zelf ook wel een handje bij. “Hij is heel positief, dat geeft ook zelfvertrouwen.” Toch is het wel even wennen, want het verschil met Marco Groeneveld is best groot. “Vooral tactisch en qua systeem. Vorig jaar moesten we natuurlijk meer verdedigen en aanpassen, het is nu een stuk aanvallender. Ad gaat uit van eigen kracht, wil de bal hebben en hoger drukzetten.” Toch moet Konings, als controlerende middenvelder, zorgen voor de balans. “Ik heb veel loopvermogen, speel graag duels en toon altijd inzet.” Maar ook aan de bal is de inwoner van ‘Willebrord’ een stuk beter geworden. “Rustiger vooral, dat is nu ook wel nodig. Anders lopen we onszelf over de kop.” En met al die jonge ploeggenoten, neemt hij nu ook coachend steeds vaker de leiding. “Iets meer aansturen, daar helpt Ad mij ook goed bij. Volgens mij ben ik daar wel sterker in geworden, tenminste dat hoop ik. In de manier hoe ik overkom op andere jongens.” Aan een vertrek, denkt hij dan ook nog lang niet. “Eerst hier zo belangrijk mogelijk worden voor het team. Op het fietsje naar de club, ik zit hier prima op mijn plek!” Foto: Arthur Verbraak
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=