15 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M welove wesearch wedeliver De Ridder moet bouwen aan ‘nieuw’ VVR Toen Thomas de Ridder drie jaar geleden stopte als trainer in Zeeland en besloot om in Brabant aan de slag te gaan, kwam hij binnen als ‘de grote onbekende’. Dat is na een aantal seizoenen bij GESTA aardig veranderd en dus stond vierdeklasser VVR afgelopen zomer op de stoep. “Het is een eer dat ze bellen.” Een grotere vereniging, jeugdspelers die doorstromen en een leergierige groep. De Ridder heeft het in zijn eerste maanden als trainer in Rijsbergen uitstekend naar zijn zin. “Het is hartstikke leuk, precies wat ik zocht.” Want na een aantal seizoenen bij GESTA, was de 35-jarige voetballiefhebber toe aan een nieuwe uitdaging. Die vond hij bij VVR. “Op 2 januari, een zondag, hadden we ons eerste gesprek. Dinsdag de tweede, toen was het rond.” Hoe dat kwam? “Oprechtheid en eerlijkheid, daardoor had ik er veel vertrouwen in.” Want eerlijk is eerlijk, het moment van instappen is gewaagd. “Een stuk of negen spelers gingen vertrekken, er kwam een compleet nieuwe staf en we gingen het vooral doen met eigen jeugd.” RELATIES Een flinke uitdaging dus. “Als trainer is dat aanpassen. Minder ervaring, dus moet je meer zelf gaan sturen. Ik laat spelers graag eigen keuzes maken, maar in dit geval neem je ze meer aan de hand.” Het verhaal voor De Ridder, was duidelijk. “Bouwen. Met jonge gasten aan de slag gaan. Dat is eigenlijk het leukste wat er is, daar krijg je toch energie van?” En tegelijkertijd, zorgt dat meteen ook voor minder druk op de ketel. “De helft is nieuw, dat heeft tijd en ruimte nodig.” Vallen en opstaan. “Die zondag vierde klasse is vooral veel fysiek, daar wordt niet zomaar gefloten voor een overtreding. Daar moeten we ons tegen gaan wapenen. Je kunt wel voetballend beter zijn, maar als je wordt afgetroefd in de duels en door slimmigheidjes...” Om dat te voorkomen, deed De Ridder vooraf zijn huiswerk. “Ik kende de club hiervoor nog niet, dus dan ga je jezelf er eerst in verdiepen. De jeugd, het tweede, dat is allemaal van een goed niveau. Maar dat het zoveel groter was dan GESTA? Dat wist ik niet.” Als hoofdtrainer van VVR en Hoofd Jeugdopleiding bij Seolto, heeft De Ridder eigenlijk een beetje van zijn hobby zijn werk gemaakt. “Ik ben een directe trainer, hard op de inhoud, ‘Meedoen is belangrijker dan winnen’. Het klinkt als de Olympische gedachte, maar is toch echt het motto van de toernooicommissie van Unitas’30. Want wie het toernooi ook wint, voor René Hermus zijn het allemaal winnaars. “Ze krijgen niet voor niets dezelfde beker!” Bij Unitas’30 heerst de Olympische gedachte Als voorzitter van de commissie, bestaande uit zes mannen en een vrouw, kan Hermus het weten. “Iemand moet de kar trekken, doe jij het maar, zeiden ze. Ik zat toch al het langste in die functie.” De 63-jarige clubman stelt zijn ‘teamgenoten’ even kort voor. “Het is een mooie mix aan leeftijden, van eind twintig tot begin 60!” Sinds een jaar of tien, met min of meer hetzelfde groepje mensen. “Twee of drie keer per jaar, komen we bij elkaar. Half september beginnen we met de voorbereidingen voor het nieuwe toernooi, in juni.” Hermus, geboren op ‘de Leur’, begon op zijn elfde met voetballen. “Voor mij is er maar een club, ik ben Unitas altijd trouw gebleven.” OREN EN OGEN Als jeugdvoetballer, bij de senioren en later ook in de rol van jeugdleider. “Uiteindelijk rol je er zo vanzelf een beetje in. Vanuit mijn werk ‘zat’ ik in de financiën, dan word je penningmeester van het jeugdbestuur. Toen was ik 23.” Al was dat meer dan alleen letten op het geld, vertelt hij. “We organiseerden eigenlijk alles. Van Sinterklaas tot aan kerst.” Met alle liefde en plezier. “Het dorpse, ons kent ons, de pure gezelligheid. Inmiddels is het natuurlijk groter geworden, juist dan moet je wat doen voor de vereniging.” Dat heeft Hermus zelf in ieder geval wel begrepen. “Een aantal jaar in het hoofdbestuur en nu het beheer en de ‘PR’. Een beetje de oren en ogen van het wedstrijdsecretariaat.” Maar dus ook, en misschien wel vooral, als lid van de toernooicommissie. “Je zit er zelf al in, dan vraag je eens aan ‘Jantje of Pietje’, of ze ook mee willen doen. Zo vorm je langzaam een groepje.” En dat groepje, verricht het nodige werk, vertelt Hermus. “Verenigingen aanschrijven, het toernooiboekje samenstellen en adverteerders zoeken. Want dingen als EHBO, scheidsrechters en bekers kosten natuurlijk geld. Dan vindt de club het wel fijn als we een kostendekkende begroting hebben.” Maar ook tijdens de toernooidagen zelf, vier zaterdagen en een zondag in juni, kunnen ze natuurlijk niet zomaar stilzitten. “Velden klaarzetten, het secretariaat bemannen en kleedkamers indelen. En misschien wel het belangrijkste, een vinger aan de pols houden.” LACHENDE GEZICHTEN Want tijdens een toernooi van vijf dagen, met 225 verschillende teams, heb je behoorlijk wat nodig. “Wedstrijdballen, hesjes, noem maar op. Dat is best aanpoten geblazen.” Maar Hermus weet waar ze het voor doen. “De club is natuurlijk blij met de extra kantine-inkomsten en de jeugd kan na het seizoen nog voetballen, mooi toch?” Al komt daar nog heel wat bij kijken, lacht hij. Vooral het versturen van de uitnodigingen is een flinke klus. “Daar ben ik een aantal dagen mee bezig, omdat ik er niet te veel op een dag mag versturen. Dan denken ze dat ik ‘spam’ aan het verspreiden ben en wordt mijn mail geblokkeerd.” Als dat allemaal achter de rug is, kan het genieten echt beginnen. “Al die lachende gezichten, spelertjes die rondlopen, daar doe je het voor.” Want zoals gezegd, het resultaat is van ondergeschikt belang. “Het gaat vooral om plezier in het spelletje. Daarom krijgt ieder team ook dezelfde beker, ze hebben er allemaal net zo hard voor geknokt.” Als zijn gezondheid het toelaat, blijft Hermus er nog wel even tijd en energie insteken. “Dan kan er nog wel een paar jaar bij!” Want de dankbaarheid die ze terugkrijgen, is groot. “Van leiders en spelertjes, dat spreekt boekdelen.” nooit op de persoon. Zonder relatie, geen prestatie, zeg ik altijd.” STABIELE BASIS Aanvallen, verdedigen en omschakelen, verdeeld over de verschillende spelprincipes. Van klein, naar groot. “Die staan vaak centraal. Aan de hand daarvan, probeer je voetbalproblemen trainbaar te maken. Ik zou bijvoorbeeld nooit zomaar een positiespel doen, zonder richting.” Ook als voetballer, dacht de inwoner van Sprundel al meer dan gemiddeld na over het spelletje. “Ik heb het nog geprobeerd in de zondag vijfde klasse, maar toen was ik ook al in het bezit van UEFA C. Dan ben je niet meer alleen speler, maar ook trainer. Dat ging clashen.” En dus koos De Ridder voor het trainersvak, zonder spijt. “Het leukste? Training geven! Werken met een groep, de onderlinge dynamiek tussen spelers en trainers.” Al moet er natuurlijk ook wel gepresteerd worden. “We moeten vooral stappen maken in een duidelijke voetbalvisie, alleen dan creëer je een stabiele basis voor die derde klasse. Anders blijf je bungelen, ben je een soort jojo.” Wedstrijdspanning, winnen en verliezen, de ambitieuze trainer kan er geen genoeg van krijgen. “Daar gaat het uiteindelijk wel om bij een eerste. Het is een beetje een uit de hand gelopen hobby.” En als het aan hem ligt, loopt die de komende jaren nog verder uit de hand. “Ik heb de ambitie om UEFA A te gaan doen, puur om mijn rugzak verder te vullen. Als sporter wil je op het hoogste niveau actief zijn, maar ik doe niet aan carrièreplanning!”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=